Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heere zal ze toesissen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heere zal ze toesissen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Ik zal hen toesissen, en zal ze vergaderen; want Ik zal ze verlossen; en zij zullen vermenigvuldigd worden, gelijk zij te voren vermenigvuldigd waren. Zach. 10 : 8.

In de voorgaande verzen heeft de Heere Zijn volk gesteld tot helden, die in den bangen strijd zullen triumpheeren. Door Zijne kracht zal Christus Zijn in zichzelf krachteloos volk satan en wereld en zonde doen overwinnen. Zijn kracht wordt in hun zwakheid volbracht.
Thans betuigt Christus Zich te zijn de getrouwe Herder, Die Zijn verstrooide schapen niet verlaten doch om Zich bijeen vergaderen zal. Het woord toesissen vertaald beteekent toch zooveel als fluiten; het is in Job 27 : 23 en in Klgl. 2 : 15 dan ook door fluiten vertaald. Zacharia ziet met dit woord op het zoet gefluit van een herder, die zijn schapen bijeenroept, welke zijn stem kennen. Alzoo roept Christus Zijn uitverkorenen saam. Hij sist de Zijnen toe door de fluit van het Evangelie. Onder het Oud Verbond vervulde Christus Zijn Profetisch ambt door het Evangelie der belofte, gelijk Paulus zegt in Rom. 1 : 1, 2, dat hij een geroepen Apostel is „afgezonderd tot het Evangelie Gods, hetwelk Hij te voren beloofd had door de profeten, in de heilige Schriften”. Van de vervulling sprak de Heere Jezus in Marc. 1 : 14, 15, predikende het Evangelie des Koninkrijks Gods, zeggende: „De tijd is vervuld”.
In het Evangelie heeft God ons bekend gemaakt den weg der zaligheid in Christus Jezus. Het is de goede boodschap, gelijk het woord Evangelie beteekent, gebracht tot gansch verloren zondaren en roepend tot de eeuwige zaligheid. Van nature dwalen alle Adams nakomelingen op den weg, die ten verderve leidt; den weg des levens kennen zij niet. Die is alleen van God geopenbaard in het Evangelie en wordt aan elk, die het Woord des Heeren hoort, bekend gemaakt. Door middel van de fluit des Evangelies heeft het den Heere behaagd Zijn volk tot de zaligheid te brengen. Ik wil hen door dit middel overreden van hun ellendestaat en brengen tot de verlossing in het bloed des Lams. Het geloof toch is uit het gehoor en het gehoor uit het Woord Gods.
Niet ieder echter, die het Evangelie hoort, komt tot de zaligheid. Er is een uitwendige en inwendige roeping. De uitwendige roeping geschiedt door het Woord alleen. O, dat wij de roeping niet klein achten. Zij is van God. De Heere roept door Zijn eeuwig blijvend Woord den ellendigen zondaar tot de zaligheid, om niet. Hij betuigt het geen lust te hebben in den dood des zondaars, maar daarin heb Ik lust, spreekt de Heere, dat de zondaar leve en zich tot Mij bekeere. Zijn knechten gordt Hij aan, dat zij met Paulus roepen: „Zoo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade: wij bidden van Christus wege, laat u met God verzoenen”. Voorwaar, de Heere maakt groote bemoeienissen met elk mensch, die onder de zuivere bediening van het Evangelie leven mag. Wat onderscheidt ons van de zoovele duizenden, die van Gods Woord vreemdelingen zijn; die Heidenen zijn of het Evangelie moedwillig verachten. De roeping toch is niet algemeen, maar beperkt tot degenen, wien het Woord gepredikt wordt. Hen verwaardigt de Heere met de waarachtige aanbieding der zaligheid. Maar ook voor hen staat gegschreven: „Want wij zijn Gode een goede reuk Christi, in degenen, die zalig worden en in degenen die verloren gaan; dezen wel een reuk des doods ten doode; maar genen een reuk des levens ten leven”. (2 Cor. 2 : 15, 16). De fluit van het Evangelie zal ten voordeel of ten oordeel zijn. Onbekeerden van harte, dat het den Heere behage, uw ooren te openen eer het eeuwig te laat zijn zal. O, veracht de prediking van des Heeren Woord niet. Begeef u naarstig onder het geklank van van Evangelie. Het mocht u ter eeuwige behoudenis dienen. Dat wij de schuld van de onbekeerdheid onzes harten toch bij ons zelf mochten zoeken en vinden. Zoo geheel naar Gods Woord leeren de Vijf Artikelen tegen de Remonstranten:
„Dat er velen door de bediening des Evangelies geroepen zijnde, niet komen en niet bekeerd worden, daarvan is de schuld niet in het Evangelie, noch in Christus, door het Evangelie aangeboden zijnde, noch in God, die door het Evangelie roept, en zelfs ook dien Hij roept, verscheiden gaven mededeelt; maar in degenen, die geroepen worden; van dewelken sommigen, zorgeloos zijnde, het Woord des levens niet aannemen; anderen nemen het wel aan, maar niet in het binnenste huns harten, en daarom is het, dat zij, na een verdwijnende blijdschap van het tijdgeloof wederom terugwijken; anderen verstikken het zaad des Woords door de doornen der zorgvuldigheden en wellusten der wereld en brengen geen vruchten voort; hetwelk onze Zaligmaker leert in de gelijkenis van het zaad, Matth. 13”.
Mochten wij het recht leeren verstaan, dat het eigen schuld is, als wij onder zoovele bemoeienissen Gods onbekeerd blijven en verloren gaan. Gods volk krijgt zich door ontdekkende genade schuldig te kennen niet alleen wegens de overtreding van alle Gods geboden, maar ook vanwege het Evangelie, dat zij versmaad hebben; dat de Heere geroepen heeft en zij hebben geweigerd. Dat wordt hun tot schuld en smart. Hoe vreeselijk zal het zijn, zoo Gods Woord in alle eeuwigheid tegen ons getuigen zal. Het zal Tyrus en Sidon verdragelijker zijn in den dag des oordeels dan ulieden. Dat de schrik des Heeren ons bewege tot het geloof.
Anderzijds echter is het vrije genade alleen, wanneer de bediening van het Evangelie tot waarachtige bekeering dienen mag. Niemand kan, wil noch zal het hart voor ’t Woord Gods openen van zichzelf. Daartoe is de inwendige roeping noodig. Die inwendige roeping geschiedt door Woord en Geest. God de Heilige Geest alleen vermag het harde hart te vermurwen en het zaad des Woords vruchten te doen dragen. En het is de groote belofte des Heeren door den mond van Zacharia, dat Hij Zijn uitverkorenen zal toesissen en vergaderen en verlossen. Door middel van het gepredikte Woord, overreedt Hij den zondaar van diens ellendestaat. Hij ontdekt hem zijn zonden en stelt hem voor het recht des Heeren, dat volkomen voldoening eischt. Er blijft geen ontkoming. Waar die ontwaakte zondaar zich ook wendt, alles is te kort om voor de zonde te voldoen. Zijn bidden; zijn tranen; zijn verlaten van de zonde noch zijn zoeken bij Gods volk, kan zijn ziel behouden van het verderf, waarin hij zich moedwillig heeft gestort. Maar zie, nu klinken de toonen van de fluit des Evangelies. De lieflijke noodigingen van het Woord Gods verbreken zijn hart, en werken in hem een levende hope. Ja wat meer is het Evangelie ontdekt den ten einde raad gebrachten zondaar Christus, die de weg is ten eeuwigen leven. In Hem is de zaligheid voor Adams zonen en dochteren. Hier moet het volk wel uitroepen: Als ik Uw Woord gevonden heb, heb ik het opgegeten en het was zoeter dan honig en honigzeem. Gods Woord komt op een hoogen prijs te staan. O, bekommerde en bezwaarde zielen, dat de lieflijke fluit van het Evangelie in uw harte gehoord worden mocht, en gij met al uw zonden en ellenden wildet tot Christus vluchten. De Heere wil Zijn dierbare beloften aan Zijn volk schenken. Hij eigent de beloften dat volk toe, en redt het uit, en vergadert de verstrooiden. Komt, zeggen zij, luistert toe, gij allen die God vreest en ik zal vertellen wat de Heere tot mijn ziel gesproken heeft. Ja door Zijn Woord verzegelt de Heere het gansch afgesneden volk van hun verlossing in Christus. Hij is een verzoening voor hunne zonden, en Hij zet ze als een zegel op Zijn arm en als een zegel op Zijn harte. En om niet meer te noemen de Heere zal de gegevenen Zijns Vaders en de gekochten met Zijn bloed, toesissen als Hij in alle druk en benauwdheid de fluit van Zijn Woord doet hoor en in de krachtdadige bediening van den Heiligen Geest. Hier zijn de vertroostingen die de wereld niet kent, doch waarvan Gods volk zeggen mag:

Als ’t mij benauwd of bang gevallen is
Dan heb ik mij vermaakt in Uw geboden.
De zuiverheid van Uw getuigenis,
Blinkt altoos uit, zelfs in de zwaarste nooden.

Zoo wij slecht een weinig licht over het Woord des Heeren mogen ontvangen, zal onze ziele uit de banden worden verlost. Hoe menigmaal mochten wij het in ons leven ervaren. En des Heeren Woord verliest zijn kracht nimmer. De Heere zal Zijn Waarheid nimmer krenken. Godvruchte schaar houdt moed. De Heere is getrouw, Die het ook doen zal. Hij doe ons de kracht van Zijn Getuigenis gedurig ervaren: „Ik zal hen toesissen en zal ze vergaderen, want Ik zal ze verlossen”. Ja verlossen zal Hij van schuld en van zonde en van druk alle Zijne ellendigen.
Ook belooft de getrouwe Jehovah de voortdurende onderhouding Zijner kerk. Er zijn tijden waarin het schijnt, dat Gods volk uitsterft. In zulk een bangen tijd verkeerde het volk Israëls, toen het in ballingschap zeventig jaren verkeerde. En die tijden herhalen zich. Hoe donker zijn ook deze dagen. De wereld heeft over Gods kerk de overhand. Jacob is dun geworden. Van de waarachtige bekeering wordt zoo weinig gehoord. Zoo wij het oog in de toekomst slaan, moeten wij wel angstvallig vragen, wat zal van Gods kerk worden? Maar hoe de vijand ook woedt en tiert, zoomin de braambosch verbrandde, zoomin zal Gods kerk kunnen worden uitgeroeid. Des Heeren belofte is daarvan het zeker onderpand. ,,En zij zullen vermenigvuldigd worden, gelijk zij tevoren vermenigvuldigd waren”. O, bevestigde de Heere dit Woord ook in deze bange tijden. Zijn Getuigenis drage rijke vrucht tot bekeering van zondaren. Dat Sion weeën kreeg en zonen en dochteren voorbracht, gelijk weleer ook op onzen Vaderlandschen bodem.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1933

De Saambinder | 4 Pagina's

De Heere zal ze toesissen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1933

De Saambinder | 4 Pagina's