Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nederlandsche belijdenisschriften

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nederlandsche belijdenisschriften

B. De Nederlandsche Geloofsbelijdenis

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE INHOUD DIER BELIJDENIS

Artikel 31 handelt „van de wettige verkiezing van de Dienaren des Woord, Ouderlingen en Diakenen, en derzelve gezag”.
Ook in dit Artikel stellen onze vaderen zich op den grondslag der Heilige Schrift. Wars waren zij van alle menschelijke inzettingen, van alle willekeurig recht of gezag in Gods Kerk, van alle hiërarchische beginselen, die de lijnen der Heilige Schrift uitwischten. In alles moet gehandeld worden naar den wil van Christus, het Hoofd van Zijn Kerk. Die heeft een geestelijk gezag of regeering ingesteld om Zijn Kerk te besturen, welk geestelijk gezag te onderscheiden is van het wereldlijk gezag. Het is aan dat geestelijk gezag, dat Christus de macht der sleutelen heeft toevertrouwd en zoo groote verantwoordelijkheid gelegd heeft om Zijn Kerk te besturen, gelijk de Apostel schrijft Handel. 20 : 28: „zoo hebt dan acht op uzelven en op de geheele kudde, over dewelke u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft, om de Gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed”.
En bestaat nu dat geestelijk gezag bij den Raad der Kerk, bij de Leeraars en Oudsten of bij de „geestelijke politie”, gelijk in het vorige artikel gesproken is, die ambtelijke bedieningen, die Christus ingesteld heeft, daar moet worden aangesteld door wettige verkiezing volgens de beginselen der Heilige Schrift.
Daarom zegt de belijdenis: wij gelooven, dat de Dienaars des Woords Gods, Ouderlingen en Diakenen tot hunne ambten behooren verkoren te worden door wettelijke verkiezing der Kerk, met aanroeping des Naam Gods en goede orde, gelijk het Woord Gods leert.
Het Woord Gods spreekt duidelijk genoeg. Begin maar met de Apostelen. Hebben dezen zich opgeworpen te heerschen over de gemeente in het aanstellen van personen tot ambtelijke bedieningen zonder het recht der gemeente daarin te erkennen? Immers neen. Leest maar Handelingen 1. Een Apostel moest gekozen worden in de plaats van Judas, die de leidsman geweest is dergenen, die Jezus vingen. Wat doen de Apostelen nu? Zij riepen de gemeente tezamen om eenen te verkiezen, opdat de ledige plaats weer zou worden vervuld, gelijk Petrus in zijne aanspraak zich grondt op het Woord der Schrift: een ander neme zijn opzienersambt. Twee mannen werden gesteld en uit die twee één verkoren onder aanroeping van den Naam des Heeren. Een wettelijke verkiezing der Kerk dus met aanroeping des Naam Gods in goede orde, dat wil zeggen onder de leiding der ambtsdragers. Ook hierop dient gelet. Gelijk de ambtsdragers of geestelijke politie niet willekeurig mag handelen door buiten de gemeente een ambtsdrager te verkiezen en aan te stellen, alzoo mag ook de gemeente niet willekeurig handelen om zonder de leiding der ambtsdragers iemand te verkiezen.
Zoo wordt ook in Handel. 6 gesproken van de verkiezing van Diakenen, die door de gemeente werden verkoren en door de Apostelen in het ambt werden gesteld. En in Handel. 14 : 23 lezen wij: „en als zij, (namelijk de Apostelen Paulus en Barnabas) hun in elke gemeente, met opsteken der handen, Ouderlingen verkoren hadden, gebeden hebbende met vasten, bevolen ze den Heere, in welken zij geloofd hadden”. We zullen niet meerdere plaatsen noemen. Deze zijn genoegzaam ten bewijze hoe de belijdenis zich grondt op de Schrift.
Ook hierin is Rome’s kerk een valsche kerk. Daar zijn de priesters heerschers. Zij, met den paus aan het hoofd, heerschen met heeerschend geweld. Daar is de gemeente geknecht. Zij heeft» zich onvoorwaardelijk te buigen voor wat paus en priesters doen. Rome’s kerk is een tyrannieke kerk, met geheel haar hiërachisch stelsel volkomen in strijd met de Heilige Schrift. Maar wat vraagt Rome, wat geeft het om de woorden Gods? Menscheninzettingen hebben bij haar meer waarde dan de woorden Gods. Daarom, Rome’s kerk is in leer, in tucht en regeering een enkel wangedrocht. Daar is de troon des satans. Daar heerscht de mensch der zonde.
De Hervormers keeren dan ook, wat betreft de wettige verkiezing van ambtsdragers, terug tot de gezonde woorden Gods. Inzonderheid is het Calvijn, die de Presbyteriale kerkregeering helder heeft ontwikkeld. Hij wilde het recht der verkiezing niet alleen bij het volk, noch bij de dienaren alleen stellen, maar bij de stemmen der gemeente onder de leiding van het ambt. Niet ten onrechte wordt hij genaamd: de vader van de Presbyteriale beginselen. Hij zegt: „zoo zien wij dan, dat deze beroeping eens dienaars, volgens Gods Woord Wettelijk is, wanneer diegenen, die bekwaam bevonden zijn, door de eenstemmigheid en goedkeuring des volks verkoren worden. En dat de andere herders de verkiezing leiden en bestieren moeten, opdat daarin of door lichtvaardigheid, of door partijschap, of door oproerigheid geen misslag van de menigte begaan worde”.
Het ligt niet op onzen weg de historie der kerkregeering na te gaan in de korte ontvouwing onzer belijdenis. Alleen zij opgemerkt, dat er bij de Hervormers wel eenig aanmerkelijk verschil van gevoelen was omtrent de kerkregeering. Luther en Zwingli stemden daarin overeen, dat er wel gezag in de Kerk is, maar dat dit overgedragen is aan en uitgevoerd wordt door de staat. De Remonstranten gingen later nog verder en zeiden, dat alle gezag aan de overheid behoort en de kerk geen gezag heeft; de dienaars der kerk hebben niets meer te doen dan het Woord en de Sacramenten te bedienen en de gemeente als herders te leiden. Naar dit beginsel voegen zich ook de Ethischen in deze dagen.
Wat nu onze belijdenis zegt is op onderscheidene Synodes bevestigd. Zoo de Synode van Wezel in 1568. Zij verstaat door de wettige beroeping der kerk, dat zooveel mogelijk uitgesloten worde de kuiperijen van die beroepelijk of beroepen is, lichtvaardige en ongematigde genegenheden van het volk, en het eerzuchtig gebed der ouderlingen en der voorgangers. Om de heerschzucht der ouderlingen perken te stellen, oordeelde zij, dat men het dubbel getal met name aan het volk zal voorstellen, waaruit dan met ieders toestemming de helft zal verkozen worden.
De Acta-Emdana, d.i. de handelingen van de Synode te Embden in 1571, dragen eveneens een Presbyteriaal karakter. Steeds worden naast de Dienaren des Woords, de Ouderlingen en Diakenen genoemd en met nadruk gewezen op het verband der gemeenten onderling.
Het beginsel werd uitgesproken, dat er in de kerk geen sprake mag wezen van hiërarchie. Een groote gemeente heeft geen voorrang boven een kleine. Een hulpbehoevende gemeente mag niet overheerd door een rijke, ook al ontvangt zij van deze eenige ondersteuning. Evenzoo is het gesteld met de ambtsdragers der gemeente. De één zal niet over den anderen heerschen. De regeermacht in de kerk heeft een dienend karakter gelijk ook de ambten in de kerk in overeenstemming met het Woord van Christus: „die voorganger is, zij als een die dient. Het recht der Gemeente moet gehandhaafd in het beroepen en verkiezen van Dienaren des Woords, van Ouderlingen en Diakenen”.
Zouden we voortgaan de ontwikkeling en strijd over de Presbyteriale kerkregeering in ons Vaderland te schetsen, we zouden menige bladzijde moeten vullen. Genoeg zij het te melden, dat zij veelzins een kind der verdrukking is geweest.
De belijdenis gaat voort en zegt: zoo moet dan een iegelijk zich wel wachten, door onbehoorlijke middelen zich in te dringen, maar is schuldig den tijd te verwachten, dat hij van God geroepen wordt, opdat hij getuigenis hebbe van zijne beroeping, om van dezelve verzekerd en gewis te zijn, dat zij van den Heere is.
Daar is geen droever zaak, dan wanneer iemand een ambt in Gods Kerk zou begeeren en zich weet in te dringen om de een of andere bijoorzaak. Zulk een doet een valschen eed voor God als hij bij de bevestiging op de vraag „of gij niet gevoelt in uwe harten dat gij wettiglijk van Gods Gemeente en mitsdien van God Zelf tot dezen heiligen dienst geroepen zijt”, met ja antwoordt. Hoe zwaar zal het toch zijn, inzonder den Dienaar des Woords, indien hij zonder wettige roeping zijne handen slaat aan het Heilige.
En voorts de eene Dienaar des Woords heersche niet over den andere. Wat al rangen Gods knechtene geroepen met een heilige en wettige roeping, hebben eenzelfde macht en autoriteit, zijnde al te gader Dienaren van Jezus Christus, den eenigen, algemeenen Bisschop en het eenige Hoofd der Kerk.
Uit deze woorden blijkt de afkeer onzer vaderen van Rome’s kerk en tyrannie, waar niet alleen de roomsche priesters heerschen en niet dienen over het volk, maar ook de eene geestelijke in rang hooger dan de andere, over hem heerscht. „Eén is uw Meester, namelijk Christus, en gij zijt allen broeders”, dat verstonden onze vaderen.
En nu eindigt ons Artikel met de ernstige opwekking, welke ook in onze bevestigingsformulieren voorkomt, dat men de Ambtsdragers in Gods Kerk om huns werks wil alle achting zal toebrengen, zeggend: daarenboven, opdat de heilige ordinantie Gods niet geschonden worde of in verachting kome, zoo zeggen wij, dat een ieder de Dienaars des Woords en de Ouderlingen der Kerk in zonderlinge achting behoort te hebben om des werks wille, dat zij doen, en in vrede met hen te zijn zonder murmureering, twist of tweedracht zoovel mogelijk is.
Helaas, hoe wordt altijd openbaar, waar de eerbied voor God en Zijn Woord wijkt en Zijne rechten versmaad, daar zal men ook alle eerbied voor de van God ingestelde ambtelijke bedieningen versmaden, maar tot eigen verderf. Mocht de Heere Zijn Kerk nog oprichten uit het stof en de vervallene hutte Davids nog eens verheffen, ook door heerlijkheid te leggen op de ambtelijke bediening in Zijn Kerk.

Ds. J. D. Barth

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 1934

De Saambinder | 4 Pagina's

De Nederlandsche belijdenisschriften

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 1934

De Saambinder | 4 Pagina's