Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jes. 7 : 14.

Mej. V. vroeg een korte verklaring van den bekenden tekst:
Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teeken geven: Ziet, een maagd zal zwanger worden en zij zal een zoon baren, en zijnen naam Immanuel heeten''.
In dit woord wordt niet gezien op een kind, dat toen reeds geboren was, zoo de vraagster opmerkte. Ontegenzeggelijk ziet dit woord op de geboorte van den Heere Jezus. In Matth. 1 : 22, 23 wordt ons gezegd, dat deze profetie van Jesaja in Christus is vervuld. Hij is de Immanuel, God met ons.
De geboorte van den Heere Jezus uit Maria nu wordt Achaz en den zijnen tot een teeken gesteld. Maar hoe kan dat, daar de Heere Jezus eerst ruim zeven eeuwen later geboren werd? zoo vraagt mej. V. Om dit wel te verstaan, bedenke men, dat reeds in de profetie Christus is geopenbaard en Zijn werk deed. Hij verloste dan ook Zijn volk van de hand der geweldigste vijanden. Ook in de dagen van Achaz. Die verlossing was Zijn werk. Maar zij was een steen des aanstoots, allen die Hem haten; ook den goddeloozen Achaz. Diens goddeloosheid kwam ook in zijn gedrag tegenover Jesaja klaar aan het licht.
Twee koningen waren ten strijde uitgetogen tegen Juda, n.l. de koningen van Efraïm en van Syrië, terwijl bovendien de Edomieten en de Philistijnen in het Zuiden van Juda invielen. Geheel Juda viel in handen van Pekah en Rezin. Het hart van Achaz en van zijn volk werd bewogen, gelijk de boomen des wouds bewogen worden van den wind. In dien uitersten nood zond de Heere Jesaja met diens zoon schear-Jaschub tot den goddeloozen koning van Juda. De getrouwe Verbonds-God wilde nog bemoeienissen maken met Zijn volk. Hij had gedachten des vredes over het huis van David, niettegenstaande al de zonden. Dat reeds lag daarin, dat Hij bevel gaf aan Jesaja diens zoon met zich mede te nemen. Schear-Jaschub toch beteekent: „Het overblijfsel zal behouden worden”. Jesaja heeft dus een boodschap des behoudens. Zijn woord luidt dan ook: „Wacht u en zijt gerust, vrees niet, en uw hart worde niet week, vanwege die twee staarten dezer rookende vuurbranden”. De Heere teekent die twee machtige vijanden, Pekah en Rezin, als twee staarten van nog slechts een rookend stuk hout. Hij zal ze uittrappen. Zij zullen geen kwaad meer kunnen doen. Ja zóó laag wil de Heere bukken in Zijn nederbuigende goedertierenheid, dat Hij een teeken geven wil. Achaz zelf mag dat teeken eischen, hetzij beneden in de diepte of boven in de hoogte. Maar (en daarin komt de schrikkelijke Godsverwerping van Juda's Koning uit) Achaz zeide: „Ik zal het niet eischen; en ik zal den Heere niet verzoeken”. De huichelaar. Hij bedoelde: „Ik wil met God niet meer van doen hebben”. Achaz had andere hulp gevonden, n.l. in het verbond met den koning van Assyrië, (2 Kon. 16 : 7). O, dit versmaden van den Heere en Zijne hulpe! „Is het ulieden te weinig, dat gij de menschen moede maakt, dat gij ook mijnen God moede maakt?”
Die goddeloosheid van het huis van David zou echter niet verhinderen, dat het overblijfsel behouden worden zou. In zijn goddeloosheid en ongeloof zal Achaz omkomen, maar de Heere zal uit Davids afgehouwen tronk eens de spruite voortbrengen. „Daarom zal de Heere zelf ulieden een teeken geven, zoo spreekt Jesaja nu, zie een maagd zal zwanger worden en een zoon baren en gij zult Zijn naam Immanuel heeten”. Achaz zal er buiten vallen. Een maagd zal zwanger worden. Ontvangen van den Heiligen Geest, zal Christus zijn het vrouwenzaad, dat reeds in Achaz' dagen ten teeken gesteld wordt in de profetie. Want de profetie was niet een ledige belofte, maar had Christus ten inhoud en droeg Hem reeds in de wereld in. Die Zijn Woord verwierp, verwierp Hem.
Het staat er ook voor ons geschreven. Verwaardige de Heere ons er winste mede te doen. Hij doe ons voor den Vorst uit Davids Huis buigen, eer de dag komt, dat Hij zeggen zal: „Doch deze Mijne vijanden, die niet gewild hebben, dat Ik over hen Koning zoude zijn, brengt ze hier en slaat ze hier voor Mij dood”.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 1934

De Saambinder | 4 Pagina's

VRAGEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 1934

De Saambinder | 4 Pagina's