Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGEN.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Is er leven vóór de inlijving in Christus?
De vraag is van H. te 's-Gr. De schrijver houde mij ten goede, dat ik op zijn gekibbel niet inga. De Saambinder leent zich er niet toe alle gesprekken te ontleeden en menschen eens recht te zetten op verzoek van dezen en genen. De vraag wil ik wel trachten eenvoudig te beantwoorden.
Het antwoord luidt ontkennend. Er is geen leven voor de inlijving in Christus. Er zijn slechts twee verbondshoofden: Adam en Chris­ tus. Door ons inzijn in Adam zijn wij en alle menschen den dood onderworpen. Zoolang wij in Adam zijn, blijven wij dood en dragen wij alleen den dood vruchten. Zal er leven zijn dan moeten wij door den Heiligen Geest uit Adam worden afgesneden en in Christus ingeplant. De Apostel spreekt van de inenting die tegen nature geschiedt. Tegen nature, omdat in de natuur men op een slechten, verkankerden, niet dragenden boom goede enten zet, opdat deze goede vruchten dragen. In het geestelijke echter worden doode enten uit Adam op de levensboom Christus ingeënt. Dus een enting tegen nature. Maar toch een enten; toch een afsnijden uit Adam en een inzetten in Christus. Hij die Christus niet is ingelijfd is dood. Daarmede zal de schrijver het wel eens zijn.
Alleen zou ik hem nu willen vragen, wanneer die afsnijding en inlijving plaats heeft. Het is één daad des Heiligen Geestes. Er is geen afsnijding zonder inenting in Christus. Maar wanneer geschiedt dit nu? Mag ik het zeggen? Als de zondaar wordt levend gemaakt, wedergeboren en niet eerst als hij komt tot de verzekering des geloofs. Wij moeten onderscheid maken tusschen het werk Gods en wat des Heeren volk door de oefening des geloofs van dat werk verstaan en zich toeëigenen mag. Het kan zeer wel zijn, dat de ingelijfden in Christus voor hun bewustzijn verre van Hem zijn. Dat baart zoo menigmaal strijd en doet veelal in vreeze verkeeren. Maar dat neemt het werk des Heiligen Geestes niet weg, dat de oprechten onderscheidt van de hypocrieten. Deze laatsten missen alle ware gemeenschap aan Christus. Zij zijn en blijven dood. Maar het oprechte volk, hoe bestreden en vreesachtig ook, leeft; het werd Christus door het geloof ingelijfd; het kan niet verloren gaan, dewijl niemand het uit de hand van Christus rukken zal. Wie het oog daarvoor sluit, miskent Gods werk en legt de grond van zaligheid meer in de bekeering dan in Christus. Dat die hooge boomen eens vernederd werden. En moge des Heeren Geest twisten met Zijn volk, opdat het niet rusten kunne dan alleen in Christus en door Hem in God.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 1936

De Saambinder | 4 Pagina's

VRAGEN.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 1936

De Saambinder | 4 Pagina's