Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kleine Westminstersche Catechismus.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine Westminstersche Catechismus.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vr. 87. Wat is de bekeering ten leven ?
Antw. De bekeering ten leven is een zaligmakende genade, waardoor een zondaar vanwege een waar gevoel van zijn zonde, en een bevatting van Gods barmhartigheid in Christus, met droefheid over en een haten van zijn zonde, zich van dezelve afkeert tot God, met een ernstig voornemen tot en een najagen van de nieuwe gehoorzaamheid.
Vr. 88. Welke zijn de uitwendige middelen, waardoor Christus ons de weldaden der verlossing deelachtig maakt?
Antw. De uitwendige en gewone middelen, waardoor Christus ons de weldaden der verlossing deelachtig maakt, zijn Zijn inzettingen, voornamelijk het Woord, de Sacramenten en het gebed, welke al voor de uitverkorenen krachtdadig gemaakt worden ter zaligheid.
Vr. 89. Hoe wordt het Woord krachtdadig gemaakt tot zaligheid?
Antw. De Geest Gods maakt het lezen, maar bovenal de prediking des Woords een krachtdadig middel tot overtuiging en bekeering van zondaren, en om hen op te bouwen in heiligmaking en vertroosting, door hét geloof tot de zaligheid.
Vr. 90. Hoe moet het Woord gelezen en gehoord worden, opdat het krachtdadig moge worden ter zaligheid?
Antw. Opdat het Woord krachtdadig moge worden ter zaligheid, moeten we daarop acht geven met naarstigheid, voorbereiding en gebed; moeten wij het ontvangen met geloof en liefde; het wegleggen in onze harten en het betrachten in ons leven.
Vr. 91. Hoe worden de sacramenten krachtdadige middelen ter zaligheid?
Antw. De sacramenten worden krachtdadige middelen ter zaligheid, niet door eenige waardij in dezelve of in 'dengene, die ze bedient, maar alleen door den zegen van Christus en door de werking van Zijn Geest in degenen, die ze door het geloof ontvangen.
Vr. 92. Wat is een sacrament?
Een sacrament is een heilige ordinantie, door Christus ingesteld, waarin door zichtbare teekenen Christus en de weldaden van het nieuwe verbond aan de geloovigen wordt voorgesteld, verzegeld en toegepast.
Vr. 93. Welke zijn de sacramenten van het Nieuwe Testament?
Antw. De sacramenten van het Nieuwe Testament zijn de Doop en het Avondmaal des Heeren.
Vr. 94. Wat is de Doop?
Antw. De Doop is een sacrament, waarin het wasschen met water in den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes, beteekent en verzegelt onze inplanting in Christus, en het deelhebben aan de weldaden van het verbond der genade, en onze verbintenis om des Heeren te zijn.
Vr. 95. Aan wie moet de Doop bediend worden?
Antw. De Doop moet niet bediend worden aan diegenen, die buiten de zichtbare kerk staan, totdat zij hun geloof in Christus belijden en gehoorzaamheid aan Hem (beloven); doch de kleine kinderen derzulken, die, leden zijn van de zichtbare kerk, moeten gedoopt worden.
Vr. 96. Wat is het Avondmaal des Heeren?
Antw. Het Avondmaal des Heeren is een sacrament, waarin door het geven en ontvangen van brood en wijn, naar Christus' bevel. Zijn dood wordt verkondigd, en de waardige dischgenooten, niet op een lichamelijke of vleeschelijke wijze, maar door het geloof, deelgenooten gemaakt worden aan Zijn lichaam en bloed, met al Zijn weldaden, tot hun geestelijke voeding en wasdom in de genade.
Vr. 97. Wat wordt vereischt tot het waardig ontvangen van het Avondmaal des Heeren?
Antw. Van hen, die waardiglijk willen deelnemen aan het Avondmaal des Heeren, wordt geëischt, dat zij zichzelven beproeven aangaande hun kennis om het lichaam des Heeren te onderscheiden; aangaande hun geloof om met Hem gevoed te worden; aangaande hun bekeering, liefde en nieuwe gehoorzaamheid; opdat zij niet, onwaardiglijk komende, zichzelven een oordeel zouden eten en drinken.
Vr. 98. Wat is bidden?
Antw. Bidden is een opzenden van onze begeerten tot God om dingen, overeenkomstig Zijn wil, in den Naam van Christus, met belijdenis van onze zonden en dankbare erkentenis van Zijn barmhartigheden.
Vr. 99. Welken regel heeft God tot onze bestiering in het bidden gegeven?
Antw. Het geheele Woord Gods is nuttig om ons te besturen in 't gebed, maar de bijzondere regel van bestiering is die gebedsformule, die Christus Zijn discipelen geleerd heeft, gewoonlijk genoemd: Het gebed des Heeren.
Vr. 100. Wat leert ons de aanspraak van het gebed des Heeren?
Antw. De aanspraak van het gebed des Heeren, welke luidt: „Onze Vader, die in de hemelen zijt", leert ons tot God naderen met allen heiligen eerbied en vertrouwen, gelijk de kinderen tot een vader, machtig en gewillig om ons te helpen; en dat wij met en voor anderen behooren te bidden.
Vr. 101. Waarom bidden wij in de eerste bede?
Antw. In de eerste bede, welke luidt: „Uw Naam worde geheiligd", bidden we, dat God ons en anderen bekwame Hem te verheerlijken in alles, waardoor Hij Zichzelven bekend maakt, en dat Hij alles beschikke tot Zijn eer.
Vr. 102. Waarom bidden we in de tweede bede?
Antw. In de tweede bede, welke luidt: „Uw Koninkrijk kome", bidden we, dat satans koninkrijk verbroken worde en dat 't Koninkrijk der genade 'bevorderd mag worden, wijzelven en anderen in hetzelve ingelijfd en daarin bewaard mogen worden, en dat het Koninkrijk der heerlijkheid mag verhaast worden. .
Vr. 103. Waarom bidden we in de derde bede?
Antw. In de derde bede, welke luidt: „Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzoo ook op de aarde", bidden we, dat God, door Zijn genade, ons bekwaam en gewillig make, om in alles Zijn wil te kennen, te doen en onderworpen te zijn, gelijk de engelen in den hemel.
Vr. 104. Waarom bidden we in de vierde bede?
Antw. In de vierde bede, welke luidt: „Geef ons heden ons dagelijks brood", bidden we, dat we uit Gods genadegift een toereikend deel van de goederen van dit leven mogen ontvangen en Zijn zegen er in genieten mogen.
Vr. 105. Waarom bidden we in de vijfde bede?
Antw. In de vijfde bede, welke luidt: „En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren", bidden we, dat God om Christus' wil, genadiglijk al onze zonden vergeve, hetwelk wij met te meer vrijmoedigheid bidden, omdat wij door Zijn genade in staat gesteld worden, anderen van harte te vergeven.
Vr. 106. Waarom bidden we in de zesde bede ?
Antw. In de zesde bede, welke luidt: „En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den booze", bidden we, dat God ons óf beware van verzocht te worden tot de zonde, óf ondersteune en verlosse wanneer we verzocht worden.
Vr. 107. Wat leert ons het besluit van het gebed des Heeren?
Antw. Het besluit van het gebed des Heeren, dat luidt: „Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid in der eeuwigheid, Amen", leert ons onze aanmoediging in het gebed te nemen van God alleen, en in onze gebeden Hem te loven, Hem toeschrijvende het Koninkrijk, kracht en heerlijkheid. En ten getuige van onze begeerte en verzekering, verhoord te worden, zeggen we: Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1936

De Saambinder | 6 Pagina's

Kleine Westminstersche Catechismus.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1936

De Saambinder | 6 Pagina's