Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gedwongen kruisdrager.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gedwongen kruisdrager.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zij dwongen eenen Simon van Cyiene, die daar voorbijging, komende van den akker, den vader van Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis droeg. Marc. 15:21.

II.

Simon van Cyrene werd alzoo een gedwongen kruisdrager. De Romeinsche krijgsknechten overheerschten met hun macht. Zij telden de burgerrechten van dezen Simon niet; wat deert hun die Jood! En er is niemand onder geheel de menigte, die het voor de rechten van Simon van Cyrene opneemt; niemand, die den moed heeft zich tegen de geweldenarijen van de Romeinsche krijgsknechten te verzetten. Het bewijst wel, hoever de vrijheden van Israël reeds zijn verloren. Dat volk erft de vrucht zijner ongerechtigheden. Het bloed, dat is ingeroepen over hen en hun kinderen, komt reeds. God is geen ledig aanschouwer van de handelingen eens volks. Ook niet van Neerlands volk. Zijn oordeelen komen vanwege de vertreding Zijner geboden. Die God verlaat, heeft smart op smart te vreezen. Zie het oordeel reeds komen in de slaafscbe knechting van Israël onder de Romeinsche macht.
Die wereldmacht stelde zich ook tegen Christus ; tegen Hem, Die Zich gewillig in de handen Zijner vijanden gegeven heeft; tegen Hem, Die het vervloekte kruishout draagt; Die al de smarten alleen doorstaan kan, omdat Zijn Godheid de aangenomen menschelijke natuur daartoe sterkt. Toch is Hem aan te zien, dat de folteringen de menschelijke krachten te boven gaan. Dat heeft de krijgsknechten bewogen Simon van Cyrene tot het kruisdragen te dwingen. Voor den Heere ligt in dien dwang een nieuwe smart waardoor Hij een nieuwe verheerlijking van Zijn Borgtochtelijke bediening geven wil.
Al de discipelen hebben hun Heere en Meester verlaten. In den Hof van Gethsémané konden zij niet één uur met Hem waken. Zij zijn allen aan Hem geërgerd. De discipel, die tot in de Paaschzaal volgde, heeft den Heere verloochend, zelfs met eedzwering. Van niet één der jongeren ontvangt de gezegende Borg één woord ter vertroosting en sterking. En zie, nu wordt omgezien naar één, die het kruis zal dragen achter Hem, nu is er niemand dan dezen gedwongen Simon van Cyrene, die wellicht heftig morrend en protesteerend onder het kruis ten slotte buigen moet. Elk der tegenstribbelende woorden en daden is een zwaard, dat door des Heeren ziele gaat. Maar die smart wil Hij dragen, om de zonden Zijns volks te boeten; de murmureeringen der Zijnen tegen het kruisdragen achter den Heere Jezus. En die murmureeringen zijn vele. Reeds spraken wij van de vijandschap, die nog in het harte van Gods kinderen overblijft tegen het zalig worden uit genade alleen. Alles wat van ons is moet prijsgegeven. En wij willen tot het uiterst toe vasthouden, wat wij hebben en wij zullen nooit het onze afstaan, tenzij de Heere het uit onze handen neemt met onweerstaanbare kracht. Maar bovendien is er in ons een opstandigheid tegen het dragen van den druk des kruises. Jacob klaagde er over, dat zijn grauwe haren met droefheid ten grave zouden dalen; Elia begeerde te sterven, zeggende toen hij van Izebel werd achtervolgd: „Het is genoeg! Neem nu, Heere! mijn ziel; want ik ben niet beter dan mijn vaderen". Asaph murmureerde tegen God omdat hij tevergeefs zijn hart gezuiverd had en zijn handen in onschuld gewasschen! Dat zijn de klachten van Gods volk; murmureeringen niet alleen in hun onbekeerden staat geuit, maar na de verheerlijking van Gods genade in hen. O, het is soms, of God bij Zijn volk geen goed meer doen kan. Murmureeringen verjfuilen hen; opstand | tegen den Heere, Die hen. leidt. En die morringen en bitterheden tegen Gods weg en tegen het kruisdragen zijn pijlen in de ziel van Christus gestoken. Het lijden van Christus mocht in ons dien afdruk verkrijgen, dat wij gewillig gemaakt werden om het kruis te dragen, dat Hij ons oplegt, en dat aan den weg des Heeren is verbonden. Dat wij het Tijden van Christus deelachtig worden, om ook deelgenooten te zijn Zijner heerlijkheid. De liefde van Christus verlicht alle druk en zal ons gewillig maken en met het kruis vereenigen. Dit deed de kerk van den ouden dag zeggen: „Ik dank U, Heere, dat Gij toornig op mij geweeolj zijt"; want de blijken van Gods toorn over de zonde zijn des Heeren volk ten nutte. Zij zullen onder het kruis van druk en tegenheen doen buigen en met Micha doen uitroepen: „Ik zal des Heeren gramschap dragen, want ik heb tegen Hem gezondigd". Ja het kruis van al de uitverkorenen is door den Heere geheiligd. Zijn kruisdragen was borgtochtelijk.
Jood en Heiden volvoerden in dezen slechts Gods eeuwigen raad. In dien raad was het aldus beschikt, dat de Zone Gods in onze menschelijke natuur sterven moest op Golgotha. Jood en Heiden spannen saam om in hun helsche vijandschap dien raad te volvoeren. Zij spannen alle krachten in om nog voor den Sabbath aanbreekt, Jezus den Nazarener aan het hout des kruises te nagelen. En naar Gods raad zal 't ware Paaschlam op het Paaschfeest worden geslacht tot verzoening van de zonden Zijns volks. De Heere voert Zijn eeuwigen raad zelfs door de moedwillige handelingen der vijanden. Noch duivel, noch de wereld, werkt ooit iets uit, dan wat God bepaalde en dat zal zijn de verheerlijking van Zijn Naam en de zaligheid der Zijnen. Hoe de vijand ooit ook opspringe rondom des Heeren bedrukte en arme volk, zijn drijven tegen Christus heeft teweeggebracht, dat alle dingen zullen medewerken ten goede, die naar Gods voornemen geroepen zijn. O, laat toch uw bestreden ziele moed grijpen; ja grijpt moed. De vijand vermag alleen dien raad Gods te volvoeren, die ter uwer zaligheid is.
Zoo was het dwingen van Simon van Cyrene ook tot volbrenging van het welbehagen des Heeren in hem. Hij werd verstoord in zijn Joodsche Paaschfeest-viering, maar een beter Paschen was dezen Simon bereid. Naar de Joodsche wetten is dezen Simon voor het kruisdragen onrein en mitsdien verstoken van het feest; maar Christus' bloed wascht en reinigt hem en is de verzoening zijner zonden. Uitgesloten van het natuurlijk Israël in den tempel; nedergeworpen als een balling in eenzaamheid, wordt Simon in des Heeren huis een plaats gegeven en opgenomen in Diens zalige gemeenschap. Want de oogen van Simon zijn geopend voor den ter kruisdood veroordeelde. Wiens hout hij slechts achter Hem dragen mocht. Op den weg naar Golgotha heeft de Heere Jezus dezen man van Cyrene door Zijn eeuwige liefde getrokken uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Gods Woord wijst ons de verheerlijking van de genade in dezen Simon aan, als in het Evangelie van Marcus wordt aangeduid als de vader van Alexander en Rufus. Deze beide zonen van Simon van Cyrene waren voor de lezers van het Evangelie van Marcus geen onbekenden. De Heere had ook die zonen een naam en een plaats gegeven in de gemeente. En in Rome 16 : 3 schrijft de Apostel Paulus: „Groet Rufus den uitverkorene in den Heere en zijn moeder en de mijne". De Heere heeft in Simon en diens huis Zijne genade verheerlijkt. Vader, moeder en twee zonen worden geteld onder de van God beminden. De genade en de liefde van Christus is overvloedig over Simon en diens huis. Het kruisdragen achter Christus is hem ter zaligheid geworden. Zijn oog is voor Hem geopend, Die in de plaats van vloekelingen, het vloekhout droeg en daaraan genageld werd tot volkomen voldoening voor de schuld der Zijnen. Dit is het voorrecht voor dezen gedwongen kruisdrager geworden; zijn eeuwige behoudenis.
En met hem wordt door het geloof al Gods volk het kruis van Christus ter eeuwige zaligheid. In Zijn kruisdood heeft de Plaatsbekleedende Borg al de schuld Zijns volks weggenomen; al de erf- en dadelijke zonden van al Zijn uitverkorenen voldaan. Hun schuld is verzoend door die ééne offerande en de wet voor eeuwig van haar vloek ontwapend. Geen kwadrantpenning zal immer meer in Gods recht voor der uitverkorenen schuld geëischt worden. Zij zijn in Christus met God verzoend en in Hem gerechtvaardigd van de zonde. Maar die gerechtigheid, die in Christus is, moet de onze worden, door toerekening en in de omhelzingdes geloofs. Buiten die toerekening zijn de uitverkorenen ook vaten des toorns. De tijd echter komt, dat de Heere hen onder het kruis van Christus buigt. Hij trekt hen en overreedt hen van schuld en zonden. Hij vernedert hen als gansch doemwaardigen. Maar dan ook verwekt Hij in hen die oefeningen des geloofs, die hen op Christus doen zien en in Hem de zaligheid vinden. Het geloof vereenigt met Christus. Het doet Hem kennen, zoo Hij alleen is de volkomen Zaligmaker. Het doet alles verzaken buiten Hem. O, het wordt Jezus alleen. Hij kruisdrager in onze plaats, gelijk Jesaja zoo beminnelijk van het borgwerk van Christus spreekt, zeggende: "Waarlijk, Hij is om onze overtredingen verwond ; om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld ; de straf, die ons den vrede aanbrengt was op Hem en door Zijne striemen is ons genezing geworden". Om uwe zonden is Hij gekruisigd volk van God! De wonden zijn Hem geslagen in het huis van Zijn liefhebbers. Uw zonden hebben Hem aan het hout genageld. Maar toen heeft Hij ze ook eeuwig weggenomen, beide de schuld en de onreinheid, en u van de straf ontheven en in de gemeenschap met God Drieëenig teruggebracht, waarin wij in Adam zijn uitgevallen.
O, onbekeerden van harte, mocht gij onder het kruis van Christus gebogen worden, terwijl het nog de tijd der genade is. Gelijk Simon van Cyrene mocht het u gegeven worden, door het geloof, dat Gods gave is, den vloekdragenden Jezus den Nazarener te leren kennen voor uw eigen hart. Uw doop en belijdenis kunnen uwe ziel niet redden van den dood; uw aandoeningen en consciëntie-beroeringen zijn geen grond voor de eeuwigheid. Elk mensch heeft een Borg noodig om met God te worden verzoend. De Heere doe u door Zijne genade Hem alleen zoeken tot uw eeuwige behoudenis.
En het volk, dat het leven in zijn eigen hand niet heeft kunnen houden, moge als deze Simon van Cyrene onder Christus' kruis gebogen worden. Gaat het, onder zijn schuld gebogen, als een veroordeelde over de aarde, in dit kruis is verzoening voor den grootste der zondaren. Wat hebben wij toch menigmaal kleine gedachten van de voldoening van Christus vreezend dat onze zonden te veel en te groot zijn, om tot Hem te komen. Zou voor Hem, Die alle zonden gedragen heeft, iemand te slecht zijn en te ellendig om behouden te worden? Hij verwierf een eeuwige gerechtigheid. Al kwamen duizend werelden, die gerechtigheid is nooit uit te putten. O, dat gij tot Hem vluchten mocht en in Hem behouden worden door de toeëigeningen des geloofs van Hem als uw Kruisdrager en Verzoener met den Vader.
In Hem zij onze ruste, volk. Uit Hem ons leven. Hij wil Zijn gunstgenooten meer en meer in Hem alleen alles doen vinden. Daartoe bestemt Hij dikwijls kruisen, die zij dragen moeten. Die achter Hem wil komen neme zijn kruis op en volge Hem. Moet niet schaamte ons aangezicht bedekken, dat wij zulke murmureerende kruisdragers zijn? O, hoe grieft Gods eigen volk het liefdehart van Hem, Die het kruis heeft gedragen en de schande veracht. Dat toch ons oog voor Hem meer geopend werde. Welk een sterkte zouden wij in ons kruis ontvangen uit de bediening Zijner liefde. Hij droeg uw kruis volk; uw druk; uw smarten om den balsem Zijner vertroosting u te geven. Heft uwe hoofden op. Een weinig van de liefde van Christus is genoegzaam om al de smarten weg te nemen en ons den lof des Heeren in den nacht te doen zingen. Daarenboven
Gods goedheid zal uw druk
Eens verwisselen in geluk.
In dit leven reeds zijn de verkwikkingen van Christus, die ons sterken en verheugen en eenmaal zal alle kruis worden geëindigd in de volmaakte heerlijkheid. De Heere heeft het door Zijn kruisdragen u verworven, volk van God, dat Hij eens alle tranen van uwe oogen afwisschen zal. Zoo loop dan de loopbaan, die u is voorgesteld, ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Die voor de vreugd, die Hem voorgesteld is, het kruis heeft gedragen en de schande veracht.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1937

De Saambinder | 4 Pagina's

Een gedwongen kruisdrager.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1937

De Saambinder | 4 Pagina's