Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Historie van Gods Kerk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Historie van Gods Kerk.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

SCHOTLAND.

XXII.

strenge bepalingen. Zoo was dan de grond gelegd tot omkeering van den Presbyteriaanschen godsdienst. De Bisschoppelijke hiërarchie was op des konings bevel vastgesteld. Maar daarmede ook tegelijk de verdrukking van allen, die zich aan des konings dwingelandij niet konden onderwerpen. Er waren nog vele getrouwe leeraren, die weenden over de breuk, die op zoo wreede wijze geslagen werd. Die weeklaagden bij de aanschouwing van de droeve verstoring van het werk Gods. Dat de Koninklijke kroon van Christus op zulk een gewelddadige wijze van Zijn heilig Hoofd was afgerukt en op 'het hoofd gezet van een verdrukkenden apostaat. Dat men met bijlen en beukhamers op het uitgehouwen werk des tempels was aangevallen en het gansche werk der Reformatie had vertreden. Neen, deze leeraren konden niet wijken, maar hadden het vaste besluit genomen getrouw te blijven aan het Heilig Verbond. De strijd was onvermijdelijk. Het geweld van Karel II was niet te beteugelen. Met spoed ging de vijand te werk. Strenge bepalingen werden gemaakt. Alle leeraren moesten zich onvoorwaardelijk onderwerpen aan den bisschop. Zij moesten hunne ordening en aanstelling van den bisschop ontvangen. Stipt moesten zij verschijnen op de diocese-vergaderingen, waarvan de bisschop voorzitter was. Bij nalatigheid zouden zij streng worden gestraft en als oproerlingen worden behandeld. Alle bijzondere samenkom­ sten voor godsdienstoefening en gebed werden streng verboden, terwijl degenen, die in eenige ambtelijke bediening waren, eene akte moesten onderteekenen, waarin verklaand werd, dat de door de natie bezworene Verbonden en heilige Verdragen, met name het Schotsche Covenant, gansch onwettig waren en aan het volk opgedrongen waren tegen de wetten des lands. Zoodanig was de dwingelandij van Karel II. Het geheele gebouw der Reformatie werd tot de fundamenten toe omvergehaald.

Deze maatregelen werden verbreid over de drie Koninkrijken: Engeland, Schotland en Ierland. In dit laatstgenoemde land vond de herstelling der bisschoppelijke Clericie het minste tegenstand. In Engeland daarentegen was het droef gesteld. Die sitrenge bepalingen waren zeer ten genoege van de bisschoppen, die niet anders waren idan grijpende wolven om de slachtsohapen Christi te verscheuren. Zij waren ook ten voordeele der papisten, die zich voegden naar de 'omstandigheden, en den koning erkenden als Gods stedehouder op aarde. Het duurde niet lang of Engelajid werd overstroomd met geheele zwermen van papisten, die zich rondom het hof van de zeer bijgeloovige koningin-moeder legerden en door haar op kosten van het rijk werden onderhouden. Ook toen werd in Engeland hetzelfde verschijnsel waargenomen als heden ten dage. Als de ware godsdienst van haar kracht is beroofd, neemt de valsche godsdienst hare plaats in. Verleen aan de paperij gelijke rechten, de ware godsdienst zal droeve schade lijden.

Droevig was het in Engeland gesteld. De vijandschap en dwingelandij des konings ging , zoover, dat hij zich niet alleen vergenoegde met de levende Puriteinen en Presbyterianen te vervolgen, maar zijne gruwzame handen ook uitstrekte naar de graven der gestorvenen. De reeds tot stof verteerde lichamen van vele edelen des volks en van vooraanstaande Puriteinen werden schaamteloos opgegraven en verachtelijk weggeworpen in een diepen put. En de levenden? Deze*werden door het gemeene volk met knuppels tot bloeidens toe geslagen, of in het water getrapt, bijaldien men het Vv^agen durfde g-odsdienstoefening te ihoaiden. En dit ivaren nog maar beginselen der smarten. Straks werden tweeduizend leeraren, die niet buigen konden voor des konings geweld, als eerloozen uitgestooten uit hunne bediening, tot diepe armoede gebracht en aan gruwzame en smadelijke handelingen blootgesteld. In de geheele geschiedenis van Gods Kerk zal men zulk eene schandelijkheid niet kunnen aanwijzen. De vijanden juichten. Maar het geschrei dergenen, die de Waarheid liefhadden, weerklonk door het gansche land. Mannen van naam, die uitblonken in bekwaamheid en ijver, in godsvrucht en goede trouw werden zonder mededoogen op straat gezet en tot den bedelstaf gebracht.

En in Schotland? Behalve de bovengenoemde strenge bepalingen werd er voor de Schotsche Presbyterianen een zoogenaamde Akte van vergiffenis aan toegevoegd om de herstelling des konings in zijne heerschappij. Maar deze akte van vergiffenis ging gepaard met de betaling van eene boete van niet minder dan 84779 pond sterling. Maar wie is in staat.alle kwellingen en verdrukkingen in orde te verhalen, welke te dier tijd Gods Kerk werd aan-, gedaan ?

Onder degenen, die de gunst des konings zochten, meer dan den welstand des volks, beihoorde ook de graaf van Lauderdale. Diens toeleg was zijn mededinger Middleton, de grootste gunsteling van Karel II te verdringen. Deze laatste trachtte den toeleg van zijn tegenstander te verijdelen, door zijnen ijver voor de onderwerping der Kerk te verdubbelen. Met nog eenige andere personen vergezeld werden vele plaatsen bezocht, waar diit hoogwaardig gezelschap zich overgaf aan de grootste losbandigheid en dronkenschap. Dit waren de zoogenaamde Hervormers van dien tijd. Sion werd als een akker geploegd. - Goddeloozen heerschten over haar. De eene verdrukking verdrong de andere.

Toen ide koninklijke commissaris met zijne handlangers op 26 September te Glasgow kwam, moest hij de vele klachten aanhooren van den bisschop, die zich beklaagde, dat niet één der leeraren hem als bisschop erkende, noch zijn diocese-vergaderingen bezocht en daarom aandrong, dait scherper maatregelen zouden worden genomen. „Stel mij voor wat gij wilt, ik zal er gaarne mijn zegel aan hechten", zoo sprak de doldriftige Middleton. „Laat dan de raad een besluit nemen", antwoordde de prelaat, „dat alle predikanten, die voortgaan te weigetren zich aan den ibisschop te onderwerpen, uit hunne huizen, parochiën en presbyteriën zullen gebannen worden". Alzoo sprak deze ellendige huurling. Op 1 October werd vergaderd. Deze vergadering staat in de historie bekend als: „de dronkemansvergadering", terwijl al deszelfs leden, met uitzondering slechts van één, niet in staat waren, vanwege hunne brasserijen, een gepast oordeel uit te brengen o-ver één enkele der zaken, welke te behandelen waren. Tevergeefs verhief het eenige nuchtere lid dier vergadering zijn stem om aan te toonen, dat de akte, welke door den bisschop begeerd werd, het gansche land in onrust en wanorde' zou brengen. Naar hem werd niet gehoord. Het besluit werd genomen, dat alle predikanten, die vanaf het jaar 1649 beroepen waren en weigerden hunne toelating van den bisschop te ontvangen op den eersten November naastkomend, van alles beroofd uit hunne standplaatsen moesten vertrekke'n met uitdrukkelijk verbod, dat zij op geenerlei wijze hun ambt noch heimelijk noch in het openbaar mochten bedienen onder bedreiging van zwaar ges'traft te zullen worden. Ook de leden der gemeenten, die het wagen zouden het met hunne afgezette leeraren te houden en hunne predikaties zouden bijwonen, zouden zonder mededoogen voor den strafrechter worden gebracht. Dit was de beruchte Akte van Glasgow, waardoor de meeste Preslbyiteriaansche gemeenten van hunne leeraren zouden worden beroofd, en ontbloot zouden worden van de zuivere bediening des Woord's. Met de grootste hardnekkiig-heid en goddeloosheid had men besloten Gods Kerk te vervolgen en te verdrukken, om haar met geweld te doen buigen voor den trotschen overmoed van eenen dwingeland. De eenige verzachting, die toegestaan werd was, dat aan „de weerspannige" predikanten uitstel werd verleend tot den eersten Februari van het volgend jaar. Door dit besluit werd verwoesting gebracht over Gods Kerk. Haar geschrei klom op tot God: Hef Uwe voeten op tot de eeuwige verwoestingen; de vijand heeft alles in het heiligdom verdorven. Uwe wederpartijders hebben in het midden van Uwe vergaderplaatsen gebruld; zij hebben hunne teekenen tot teekenen gesteld. Een ieder werd er bekend als een, die de bijlen omhoog aanbrengt in de dichtigheid van een gebooimte.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1937

De Saambinder | 4 Pagina's

Uit de Historie van Gods Kerk.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1937

De Saambinder | 4 Pagina's