Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZIET, DEN MENSCH

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZIET, DEN MENSCH

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Pilatus zeide tot hen: «Ziet den mcnsch" Joh. 19 : 5

Zoo is de Heere dan niet alleen door de Joden \ verworpen, maar ook door de Heidenen ten spot en smaad overgegeven. Met helsch vermaak heeft, de bende krijgsknechten Hem de geeselslagen toegebracht, opdat Hij door Zijn striemen Zijn uitverkoren volk genezen zou van de geeselslagen van den toorn Gods, die het zich in alle eeuwig-, heid had waardig gemaakt en van de gesseling des satans, die zijn trouwe onderdanen eeuwig verwijten zal iii het helsche vuujr en van de geesel der consciëntie, die in elk verlorene knagen zal als de worm, die niet sterft. Maar Christus onderwierp Zich uit souvereine liefde de geeseling, waardoor Hij Zijn arm volk verlossing teweeg heeft gebracht. In de overtuiging hunner zonden gevoelen zij de geeselslagen en wordt het bij hen: eeuwig verloren, maar zoo hun oog mag verlicht worden om dezen Mensch te zien met opengeploegden rug worden hun wonden genezen en hun smarten weggenomen. Meer nog. Ziet den mensch' Jezus gekroond met een doornenkroon. Men eerde overwinnende vorsten door hen een lauwerkroon op te zetten; de Grieken droegen de overwinnaars b^j de Olympische Spelen rond met lauv/.eren gekroond. Waar heeft echter de geschiedenis ooit melding gemaakt van een doornen-kroon? En ziet, zulk een kroon hebben de Romeinsché krijgsknechten Jezus gevlochten en op het hoofd gezet, ledere doorn is Hem een nieuwe pijniging en de kroning zelf bedoelt niet anders dan een gruwzame bespotting te zijn van den eeuwigen Sions- Koning. Daartoe ook wierpen de krijgsknechten Hem een purperen kleed om. Purper was de dracht " dsr koningen. Een ouden soldaten-jas, van een of ander overste aanwezig, moet den dierbaren Borg Zijns volks omgeworpen, en een Fietstat, die een koninklijke scepter verbeelden moet. Hem in de hand gegeven, om de spot vol te maken. Hoor! daar klinkt de lage spotternij uit den mond der blinde en verharde soldaten: „Wees gegroet, gij Koning der Joden!" Voeg hierbij de kinnebakslagen die zij Hem toedienden en het smadelijk bespuwen van Hem, Wiens smarten vermeerderd werden door de slagen met een rietstok op Zijn van alle zijden doorwond hoofd en hoor dan Pilatus' uitroep: „Ziet, den mensch".

Wij zouden ons in het stof der aarde buigen voor God zoo wij in de onbeschrijfelijke vijandschap, spotlust, gewelddadigheden dier heidcnsche verstokte soldaten onze. vijandschap mochten zien tegen Christus; onzen afkeer om uit genade gezaligd te worden. Want men moge in deze dagen den gedoopten mensch roemen als een bondeling, die recht heeft op de zaligheid, hem in den doop bezegeld, maar ten spijt van al dien valschen roem zijn wij allen van nature haters van en spotters met den Koning Sions. O, welke smarten draagt Gods volk er over, dat het niet alleen Gods geboden met voeten getreden heeft, maar daarenboven de roepstem van, het Evangelie heeft versmaad, den spot drijvend met Hem, Die zegt: „Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop." Het zal'wat zijn, mijn onbekeerde medereiziger naar de eeuwigheid, straks op uw sterfbed, als de deur der genade toegesloten wordt, uzelf te moeten beklagen en beschuldigen, uitroepend: , , 0, had ik; had ik toch gehoord!" Ziet, den mensch! Ziet in Hem, Die in de . plaats Zijns volks kwam, wie wij geworden zijn door de zonde; in welk oordeel wij ons zelf hebben gebracht; God opene uw oogeri eer het te laat is. Ziet in Christus den mensch zoo hij uit de han­ den van Zijn Maker voortkwam. Deze Mensch toch is heilig, onnoozel, onbesmet, afgescheiden van de zondaren. Zoo stond eens de mensch in den staat der rechtheid, geschapen naar Gods beeld in ware. kennis, gerechtigheid in heiligheid, opdat hij zijn Schepper recht k-ennen, Hem van harte liefhebben zou en met Hem in de eeuwige zaligheid leven, om Hem te loven en te prijzen. Zóó is deze Mensch, Christus Jezus, Hij had erfnoch dadelijke zonden. Maar Hij daalde af in_4en staat, waarin Adam en al diens nakomelirii^en door moedwillige ongehoorzaamheid wegzonk en zóó staat Hij, de gezegende Borg en Middelaar der Zijnen hier ten toon gesteld. Hier staat Hij, Die waarachtig God en waarachtig en rechtvaardig mensch is. Die als de Eeniggeboren Zoon in den schoot des Vaders was en Die als Koning eeuwig zal regeeren, hier staat Hij in de diepte Zijner versmaadheid en schande. En dat omdat het Zijn lust is des Vaders welbehagen te doen; omdat Hij dé Zijnen heeft liefgehad tot den einde toe. Zijn souvereine liefde drong Hem tot onderwerping aan al dien spot en smaad, die niemand Hem had kunnen aandoen, indien Hij Zich niet vrijwillig daartoe gegeven had. De vloek, in het pafadijs uitgesproken, draagt Hij om de gegevenen Zijns Vaders van vloek en verderf te redden. Hij is ook in deze diepe vernedering de geliefde Zoon des Vaders en toch de Vader zwijgt en.het^ bliksemschicht van Zijn toorn verteert de spotters niet, doch treft Hem, Die met Zijn hart Borg geworden is voor de uitverkorenen. '

O, geliefden, wie kan den rijkdom van Christus' Borgwerk uitspreken? Al de zonden, den vollen last van Gods toorn heeft Hij gedragen. Niemands schuld is te zwaar; niemands zonden zijn te groot om door Hem te worden weggenomen en verzoend. Zelfs spotters wordt den weg der zaligheid geopend en toegeroepen: „Kust den Zoon." „Ziet, dien mensch/' zoo roept Pilatus en zijn v/oord wekt het schuldige volk op, om op Jezus te zien. Zij zien zich gevallen Uit den heerlijken staat, waarin God hen schiep; zij zien zich het .oordeel des doods onderworpen éïi ét is geen weg om zalig te worden. Wat zij ook aanwenden, het is" of alles hyn toeroept: , , Bij mij is het niet." Maar welk eèn ruimte wordt hun geopend zoo zij dezen Mensch in Zijn diepe vernedering mogen zien. Zouden wij het al die door onweder voortgedreven zielen niet toeroepen: „Ziet van uzelf en van Gods volk en van alles buiteii Christus af; o, ziet

dezen Mensch." De wonden zijn Hem geslagen in het huis Zijner liefhebbers, het waren uw zonden, waarom Hij Zich al dezen smaad en smart moest onderwerpen. Zet uw harte toch op Christus en zoek Hem recht te kennen, door het, geloof. Hoe diep gij om eigen schuld versmaad zijt, ja der helle waardig, in Hem is .eert eeuwige verlossing. O, dat ons oog meer voor Hem open was. Hoeveel zoeken wij in ons zelf nog; hoe menigmaal zouden wij Hem willen bewegen. Die in Zichzelf is bewogen van de grondlegging der wereld. Dat doet ons dikwerf in zooveel donkerheid verkeeren en maakt onzen staat zoo wankel: er is geen zien op Jezus. Het rechte zien van Heni is een geloovig omhelzen van Hem als onzen Borg. Hij stond in mijn plaats gegeeseld, met doornen gekroond en met een purperen kleed omhangen, om-mij te verlossen uit den diepen 'ellende'staat, waarin ik gezonken lag. Hier is het rechte zien van Hem. Ik onder vloek en toorn; afgesneden; aan eeuwigen smaad overgegeven; dat God lachen zal in mijn verderf en spotten fils mijn vreeze komt en nu... Christus in mijn plaats, terwijl de Vader een heilige vermaking in dé vernedering van den Middelaar heeft. O volk van God! Zie den mensch! Geef uw ziel geen ruste dan in Hem en door Hem in God. En laat de zonde uw gedurige smart zijn, opdat gij de reiniging er van in het bloed van den veirnederden mensch Christus Jezus gedurig verkrijgen moogt. Uw zonden vlechten nieuwe dooi'nenkroonen en zijn nieuwe slagen op Jezus' hoofd. Dat wij dan meer sterven aan ons zelf en met Christus leven; Zijn lijden deelachtig wordend, wij zullen met Hem verheerlijkt worden. Hij geve door het geloof allen, klein en groot dat zien, waartoe een Heidensche rechter vergeefs de Joden opwekte, maar dat door genade beoefend wordï , , Ziet, den mensch."

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 april 1946

De Saambinder | 4 Pagina's

ZIET, DEN MENSCH

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 april 1946

De Saambinder | 4 Pagina's