Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

George Wishart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

George Wishart

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

1546-1946

Zooals uit het vorige artikel bleek werd de aanslag op het leven van Wishart verijdeld, daar de Heere nog meer werk voor hem te verrichten had. Toch zou een lang leven hem niet beschoren zijn. Integendeel, zijn einde naderde met rassche schreden, , , Ik weet", zoo zeide hij tot eenige vrienden, „ik weet, dat mijn leven spoedig weggenomen zal worden door dien goddeloozen man (Kardinaal Beaton). Op zekeren keer bracht Wishart met een vriend, niet ver van Dundee, den nacht door. Te middernacht stond hij op, kleedde zich en sloop stilletjes naar buiten, in de hoop door de bewoners niet te zullen worden opgemerkt. Dit was echter niet zoo, want twee van zijn vrienden volgden hem, zonder dat hij het wist. Waar ging de getrouwe knecht Gods heen? Zij zagen hem midden in het veld gaan, om zich daar voor het ; aangezicht Gods neder te werpen met smeekin- i gen en geween. Na een uur keerde hij huis- j waarts. Zijn vrienden vroegen hem waarom hij | het bed verlaten had, Eer.st wilde hij daarop | niet antwoorden, doch toen hij vernam, dat zijn vrienden hem hadden gadegeslagen, zeide hij: Ik weet vast, dat mijn werk bijna voltooid is. Daarom, bid God voor mij, dat ik niet bevreesd ben als de strijd op zijn heetst zal zijn. In Edinburg bezocht hij John Knox, Hem deelde hij mede, dat hij de. wereld moede was, sinds hij bemerkte, dat de menschen God moede waren. Van Edinburg begaf hij zich naar Ormiston, Knox wilde er hem heen vergezellen, doch Wishart antwoordde: Keer terug. Eén offer is dit keer genoeg. Daar in Ormiston kwam het einde. Nadat hij daar n, l, 's avonds laat in gezelschap met Gods volk had verkeerd, werd het huis waarin hij overnachtte, te middernacht omsingeld, Wishart gegrepen en naar Edinburg en daarna naar St, Andrews gevankelijk weggevoerd. Daar in St, Andrews werd hij den 27en Februari 1546 voor het gerecht gedaagd en vervolgens in de gevangenis opgesloten tot dat de Kardinaal in eigen persoon arriveerde. Opnieuw gedagvaard werd hij van veel zaken „beschuldigd"; onder meer, dat hij de oorbiecht niet erkende, niet in 'n vagevuur geloofde, enz. Gelijk te verwachten was, werd Wishart veroordeeld, en wel, om als ketter verbrand te worden. Wishart bracht den volgenden nacht in de gevangenis met bidden door. Den volgenden morgen noodigde de commandant van het

• kasteel hem uit 't ontbijt met hem te gebruiken, ; Gaarne voldeed Wishart aan dit verzoek, wetende, dat deze commandant een gekende des Heeren was.

Na den zegen te hebben uitgesproken, brak hij het brood en deelde het aan de aanwezige geloovigen mede. Dit deed hij ook met den drinkbeker. Na het dankgebed deelde hij zijn vriende mede, dat hij in dit leven niet meer eten, noch drinken zou. Kort hierop kwamen twee beulen Wishart halen. Een touw werd rond zijn nek gedaan en een ketting rond zijn pols, alsof hij een groot bandiet was. Vervolgens werden zijn handen op zijn rug gebonden om zoo naar den brandstapel, nabij het paleis van den Kardinaal geleid te worden.

Nog één poging zou Rome wagen om dezen trouwen Knecht te verleiden. „Bid tot de Heilige ^Maagd" zoo rieden twee priesters hem aan. Maar in de kracht des geloofs antwoordde Wishart: , .Houdt op, tergt imij niet". Nadat hij het schavot betreden had, sprak hij de omstanders o.m. aldus aan: „Ik lijd dit geduldig en met vertroosting in mijn hart. Let op mijn gezicht, het zal van kleur niet veranderen. Ik vrees dit vuur niet en ik vraag u hen niet te vreezen, die het lichaam kunnen dooden, maar veel meer Hém, die beide, ziel en lichaam kan verderven in de hel".

De beul vroeg hem vergiffenis. „Kom hier", sprak Wishart, en zijn wang kussende, zeide hij: „Dit is het teeken dat ik u vergeven heb, Doe uw plicht". Op den brandstapel gekomen zijnde riep hij met sterke stem: , , 0, Zaligmaker der wereld, wees mij genadig. Vader in Uwe heilige handen beveel ik mijnen geest", Eenige oogenblikken later knetterde het vuur en lekten de vlammen zijn lichaam. George Wishart was niet meer. Hij verkreeg de martelaarskroon en ging in de vreugde zijns Heeren om het loon van een getrouwen dienstknecht te ontvangen. Zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten van hunnen arbeid, en hunne werken volgen hen, Openb. 14 : 13.

Een schoone proeve bood Wishart in zijn leven en in zijn sterven van de ware kracht der hervorming Laten wij bij de herdenking der Hervorming hen mede gedenken die als Wishart voor de Waarheid Gods opkomend als bloedgetuigen vielen door Roomsche tyrannie, aanschouwende de uitkomst hunner wandeling.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 oktober 1946

De Saambinder | 4 Pagina's

George Wishart

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 oktober 1946

De Saambinder | 4 Pagina's