Consciërntiegevallen.
Och, dat ik maar verzekerd was, dat ik nog de kleinste mate van genade had, met welke een mensch kan zalig worden. Waaruit zou ik dat tot mijn troost kunnen besluiten?
Antw.: 1, Indien gij hartelijk bedroefd zijt omdat gij zoo genadeloos zijt; indien gij bedroefd zijt omdat gij niet kunt droevig zijn over de zonde en treurt omdat gij niet kunt treuren, dat is een bewijs, dat gij niet zijt zonder alle zaligmakende genade. Want de natuur zal dat niet teweeg brengen- Zalig zijn die treuren, want zij zullen vertroost worden, Matth. 5 ; 4, 2, Indien gij hebt een hartelijke begeerte naar de genade, of ten minste een ongeveinsde begeerte, dat is een bewijs van eenige ware genade in u, en dat gij door den Geest der genade hebt ontvangen verlichte oogen des verstands om te zien de heerlijkheid van de zaligmakende genade en dezelve rusteloos te begeeren. Want onbekend maakt onbemind, zooals zulks blijkt in de natuurlijke menschen, die uit oorzaak van hun geestelijke blindheid naar deze genade niet verlangen,
3, Indien gij van harte erkent, dat gij van nature zijt een kind des toorns, de minste genade in uzelven onwaardig; ja, waardig, dat de toorn Gods eeuwig op u zou blijven, wenschende meer overtuiging daarvan te hebben; dat is een bewijs, dat gij niet ontbloot zijt van den Geest der genade. Die u overtuigt van zonde. Joh, 16 : 8,
4, Indien gij voor vast stelt, dat de zaligmakende genade buiten Christus nergens is te vinden, en dat gij dezelve uit en door Hem zoekt deelachtig te worden; dat is een bewijs der genade van Christus in u. Want zoodanige dorstigen noodigt Hij tot Zich om uit Hem te drinken het water Zijner genade, zeggende in Johannes 7 ; 37; Zoo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke,
5, Indien gij op de genade uws Gods niet zondigt, noch dezelve verandert in ontuchtigheid, maar de zonde haat en dorst naar gerechtigheid en heiligneid des levens, hoewel nog met vele verdorvenheden behangen; dat is een bewijs van de vernieuwende genade in u en dat gij wel moogt tot uw troost besluiten, dat gij daarvan niet geheel misdeeld zijt. Want; Zalig zijn zij, die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden, Matth, 5 ; 6, Niet die vol zijn van gerechtigheid, want die zijn er niet, maar die daar naar hongeren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 1946
De Saambinder | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 1946
De Saambinder | 4 Pagina's