Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Tien Geboden  Afzonderlijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Tien Geboden Afzonderlijk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Vierde Gebod

VI.

Op de Synode van Dordt in 1618-19 is het geschil over den sabbat, dat in de Zeeuwsche ker. ken aanwezig v/as behandeld. Hierbij stond de afgevaard.gde uit Goes, de ou'Jerling Vosbergius tegenover Udemans, De synode verzocht de professoren om met de afgevaardigden uu Zeeland te confereeren en enkele algemeene rcs^els op te stellen, waaraan beide partijen zich zouden houden tot de naaste Synode. Deze professoren waren Gomarus, Lubbertus', Polyander, Thysius en Walaeus, die ook onderl.ng niet eenstemmig over den sabbat dachten. In de Nahandelingen der Synode zijn toen in de 164e zitting de volgende regels ten opzichte van 't vierde gebod gegeven, waarin allen zich konden vinden: 1, In het vierde gebod van den Goddelijken Wet is iets, dat ceremonieel en iets dat moreel is, '' 2, Ceremonieel is geweest de rust van den zevenden dag na de schepping en de onderhouding van dien dag, die het Joodsche volk bijzonderlijk was opgelegd, 3. Moreel is, dat een zekeren en gestelden dag bestemd zij voor den godsdienst, en daartoe zooveel rust als nood'g is voor den godsdienst en de heiige overdenking daarvan, 4, Nu de sabbat der Joden is afgeschaft moeten de christenen den Zondag plechtig heiligen, 5. Deze dag is in de oude Catholieke kerk altijd onderhouden geweest.. 6. Die dag moet alzoo bestemd zijn voor den godsdienst, dat men daarop rusten moet van alle slaafsche werken (uitgezonderd zoodanige, die de liefde of de tegenwoordige noodzakelijkheid vereischen), m'tsgaders van alle ontspanningsoefeningen, die den godsdienst verhinderen.

De Synode heeft deze artikelen goedgekeurd en is het er in het algemeen zeker mede eens geweest.

Zij brachten echter de gewen^chte oolossing niet. Wel handelden verschillende particuliere synoden in den geest van deze artikelen, maar er ontstond niettemin een itrijd over den sabbat, In Zeeland bleek men op de Synode van Goes, in 1620 niet geheel bevredijJd over de Dordtsche artikelen en oo de Classis Walcheren in 1926 was men niet in overeenstemming met elkander over de.opvatfng van den sabbat. Dan treden allereerst W, Teellinck, J. Burs en Voetius, naast Udemano op met geschriften over den sabbat. WUlem Teellinck dee^ in 1622 verschijnen zijn ..Rusttijd", waarin hij vooral opkomt voor de heilig'ng van den rustdag en aanwijst hoe die behoort te geschieden. Geheel in den geest van Udemans bepleit hii een : : ^mstige onderhouding van den rustdag. Zijn geschrift was geapprobee^d door , de Theologische Faculteit te Leiden, G? deputeerden van de Classis Walcheren, alsmede door Gomarus. Een tweede geschrift van Teellinck verscheen in 1627, getiteldr Noodwendig Vertoog, waar'n hij nog weer eens ingaat OT) den sabbat. Hierin b'edt h" een nadele aanvulling en verklaring van zijn sabbatsopvatting, die hij in zijn , .Rusttijd" neergelegd had. Ook dit geschrift verkreeg approbatie van de Theologische Faculteit van Le den alsmede van die van Franeker terwijl ook Gomarus wederom een gunstig getuigenis gaf.

Tegen Teelinck trad nu op J. Burs, predikant te Tholen, zoon van G. Burs, die vóór ziin versche den gelijktijdig met Teellinck te Middelburg stond.

Burs gaf in 1627 .een thans uiterst zeldzaam geworden werkje uit, getiteld; Thrences ofte' Weeclaghe, Aenwijsende de Oorsaken des jammerlijcken stants van het Lant; ende de ontheyliginge des Sabbath-daechs", Dit 12 , , Capittels" tellende geschrift was geapprobeerd door de Class's Tholen en door Gomarus in een Burs toegezonden brief. Daarin zegt Gomarus dat hij de , .Weeclaghe" gelezen heeft tot het elfde Capittel, en Burs een daarin, zijns inziens Schriftuurlijke verklaring van het vierde gebod geeft, In dit in den vorm van een samenspraak tusschen Simeon en Theodidactus geschreven.werkje huldigt Burs in overeenstemming met Gomarus de opvatting, dat de instelling van den sabbat door God n et gescaied is vóór den val in het paradijs, doch eerst bij de ihzarnelmg van het manna in de woestijn en bij de wetgeving op den Sinaï Tevoren, zoo meent Burs, was er wel een sabbat, maar geen sabbats , óebod. Zoomin aan Adam in den < ; t3'at der rechtheid, als vóór den zondvloed, zoominaan Noach als aan Abraham of een ander vóór de wetgeving is het sabbatsgebod ffegeven, waar er anders melding .van zou ziin geschied. Ge.en Schriftbewiis is er, zoo zegt hij, dat in dien tijd de godsdienst plaatsgreep op den zevenden of een zevende dag en nog minder, 'dat er toen al het vierde gebod was. De zegening en heilig'ng van den zevenden dag in Gen. 2 : 3 was dan ook, volgens hem. geen Goddelijke instelling van den sabbatsdag tot bijzonderen dienst van God. Neen. het was een mededeeling in het scheppingsverhaal, dat aan Mozes eerst na de wetgevincJ op den S'nai door God geopenbaard zou zijn. En die na het geven van het vierde gebod in de wetgeving door Gód aan Mozes medegedeelde zegening van den zevenden dag, waarvan de heiliffing de nadere verklar'ng was, in Gen. 2 : 3, diende nu om de onderhouding van den in de woestijn door God eerst ingestelden zevenden daé als rustdag des te beter bij het volk van Israël in te scherpen. Zoo erkent dus Burs geen instelling van den sabbat van Godswege vóór de wetgeving op den Sinaï. In het vierde gebod zelf ondersche'dt hij een moreel en een ceremonieel element. Het moreele element in het gebod, waardoor dus 't vierd gebobd ook heden ten dage nog zijn verbindende kracht heeft ziet hij voorgesteld in Deutr, 5 ; 12; Onderhoudt den sabbatdag, dat gii dien he"li< Jt; fïelijk als de Heere uw God u gebo»den heeft. En al wat verder dan dit hetzij in den tekst van het vierde gebod in Exodus 20, of Deutr, 5 staat, behoort, volgens hem, tot het ceremonieele, alleen Israël {Jeldende element. Dit ceremon'eele elepient, dat bij hem den zin had van schaduwachtig, typisch en sacramen teel. bestond in den precies omschreven tijd felke week een da!gV"den precies aangewezen dag (den zevenden dag der week), en de str'kte rust. Het vierde éebod schrijft dus. met het wegvallen van de Ond-Testamentische schaduwen, in het Nieuwe Testament alleen voor, dat er een mstdag moet zijn en een rust ten behoeve van den godsdienst on dien dag. De nadere aanwijzing van 'n wekelijkschen rustdag en daar bij. die van den eersten dag der week is door den Heere overgelaten aan de in de christelijke vrijheid (Jestelde kerk van den nieuwen dag. De christelijke rustdag is dus een louter kerkelüke instelling, een gedenkdag van Christus' opstanding. Hij rust niet oo het ^ebod van één dag rust oer week, daar dit bij Burs een ceremonieel element in het vierde gebod is, noch op een instell'ng van Christus of van de Apostelen. Terwille van de goede orde* in kerk en samenlev'ntf moet de traditioneel door^de kerk aanvaarde en door de staatswet^evin^ mede vastfJesto'de Zondaö als rustdag worden gehandhaafd tenzii heel de christer»he'd om gewichtifJe redenen daarvan zou willen afwüken. De duur van den rustda^J ïs bij Burs gel^k aan die va.n 'n gewonen werkdag- d"s van den morgen to+ den avond. Bij de kerkdiensten éeeft hii de voorkeur aan het gebruik van formuliergebeden terwiil hij ook pen voorstander van de feestdagen "was. Verder acht h'' ? Jeoorloofd het werken nn den rustda_g van werklieden of. ambacht.=^^l'''den vóór, t'^sschen of na de uren van df^n piibTeken eered'enst, evenals ook ploegen, zaaien en oogsten onder bepaalde om'5tandigheden van noodzaak. E'ndelük is ook lichameliik en eerzaam vermaak en onspanning na den kerkdienst, als wandelen land's den weg of gezellin genoegen in huis. doch alles in christelijke betamelijkheid, bij hem {Jeoorloofd als trek van de chri.'^telijke vrijhe'd. Trad Burs met deze SpT^v, -> +cKoschouwing OP te^en de strengere opvattinö van rl'^n rustdag on zijn beurt werd hii weer aangevallen door Voetius in een geschrift, get'teld: Lachrymae Crocod.li abstersal, de krokodiUetranen afgewischt.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1947

De Saambinder | 4 Pagina's

De Tien Geboden  Afzonderlijk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1947

De Saambinder | 4 Pagina's