Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Geschiedenis der Paedagoglek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Geschiedenis der Paedagoglek

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

I. Rudolph Agricola. Over hem het eerst. Hij toch is de man van de nieuwe humanistische methode, die door zijn , , Brief over het opstellen van een studieplan" grote invloed heeft uitgeoefend op de studiewijze, in die tijd en de daarop volgende. Een methode, die dan ook zeer verschilde van die der M.E. Niemand minder dan Melanchton interesseerde zich zeer voor A., alhoewel hij onze beroemde landgenoot persoonlijk niet gekend heeft. Immers in 1509 kwam Mei. in Heidelberg (A. was aldaar overleden in 1485) en hoorde toen zoveel over A. spreken, dat dit blijkbaar veel indruk op hem maakte. Tenminste in 1539 stelde hij, ter gelegenheid van een magisterspromotie te Wittenberg voor Johan Saxo ? en rede op getiteld: Over Rodolphus Agricola; een rede, die om haar belangrijkheid, nu nog tot de bronnen behoort. Als eigenlijke naam is Roelof Huysman (of Huusman), in 't Latijn Rodolphus Agricola. Hij toenaamde zich met de naam Frisius.

Zijn hele leven toch voelde hij zich innig verknocht aan Frisia. Zelfs toen hij zich in zijn laatste levensjaren in Heidelberg bevond en daar alles had wat zijn hart op wetenschappelijk gebied begeerde, beving hem menigmaal het heimwee. A. werd geboren in 1444 te Baflo en was dus een Ommelander Fries. Zijn vader, Hendrik Huysman, was de pastoor van Baflo, die op de dag van R.'s geboorte abt van een klooster werd. Evenals Erasmus was hij derhalve een , , natuurlijke zoon". Zijn moeder is later getrouwd met een kleermaker. Dit moet gezegd: zijn vader zorgde uitstekend voor hem en de band met de twee halfbroers en met de halfzuster was zeer innig. Te H'berg had hij zelfs een der halfbroers, een zorgenkind der familie bij zich.

Merkwaardig, hoe reeds in zijn jeugd de aanleg en^ liefde voor muziek, tekenen en schilderen zich openbaarde. De aesthetische trek bleef hem bij en gaf aan zijn oraties, aan zijn omgangsvormen een voran en kleur, die zelfs de verfijnde Italianen in verrukking bracht. Zij konden niet begrijpen dat uit de mond van een , , barbaar" van het Noorderstrand zulk een heerlijk klankvol Latijn vloeide. Zijn eerste onderricht ontving hij op de St. Maartensschool te Groningen, waar hij waarschijnlijk onder invloed en leiding van de Fraters is geweest.

In de zomer van 1456 werd hij, nog jong, ingeschreven als , , artist" aan de universiteit van Erfurt. Deze universiteit ijverde het vroegst voor het Humanisme en schijnt een beslissende invloed op hem te hebben uitgeoefend. Maar onze A. had een echte vagantenaard; zo ondeugend was hij echter niet.

Na enkele jaren trekt hij naar Keulen, verblijft er zeer kort en dan gaat het naar Leuven, waap-lj^j de magisterstitel behaalt met de hoogste onderscheiding: primus der universiteit. Al spoedig was hij hier in de hum. kring opgenomen, waar hij zich oefende in de zuivere Ita> liaanse dictie. Cicero en Quintilianus waren zijïi' meest bestudeerde en geliefde schrijvers. Hij schijnt een bijzondere aanleg voor het aaiileren en spreken van vreemde talen gehad te hebben. Althans, hij sprak het Frans even keurig als een geboren Fransman. Voorts was er te Leuven volop gelegenheid voor muziekbeoefening; waarin, hij 't dan ook, met zijn aanleg, ver bracht.

Maar nu begon Italië hem te trekken. Hij gaif echter niet naar Rome of Florence, maar naar Pavia, wier universiteit destijds veel , , Germaanse" studenten trok. Van de rechtsgeleerdheid moest hij echter niets hebben (muggenzifterij!). Neen, met volle borst ging hij zich weer toeleggen op de , .vrije kunsten" en zocht nog meer een sierlijke zeggingswijze te verkrijgen. Nu, dat ging blijkbaar nog al. Driemaal toch heeft hij tijdens zijn verblijf te Pavia, de nieuwe rector met een huldigingsrede mogen begroeten.

Ter voortzetting van zijn studiën trekt hij naar Ferrara en gaat er Grieks studeren. Hier heeft hij de openingsrede voor het ac. jaar 1467/77 mogen houden. Toen de Italianen hem hoorden, wa ren ze er weg van; ze noemden zich een stamelen kind bij hem vergeleken, toen hij zijn zangerig Latijn deed horen.

In 1479 gaat het .huistoe. Want hij had een plan. Twee van zijn levensbeschrijvers hebben 't aldus gezegd: hij wilde zijn verworven kennis naar zijn vaderland overbrengen, deze kwistig en vrijgevig uitdelen, opdat niet Italië, maar het Noorden de palm der humanistische scholing zou wegdragen. Met veel vrienden komt hij weer in aanraking: met Wessel, met Hegius, om er maar niet meer te noemen. Maar '— nu krijgt hij een baantje, dat helemaal niet past bij zijn aard: hij wordt secretaris of pensionaris van Lrroningen Als zodanig moet hij nogal eens op reis. En altijd weer zocht hij dan een hum. kring op.

(wordt vervolgd)

N.B. P. J. L.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1947

De Saambinder | 4 Pagina's

Uit de Geschiedenis der Paedagoglek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1947

De Saambinder | 4 Pagina's