Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedachten over het achtste leerjaar 1.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedachten over het achtste leerjaar 1.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoals de belangstellende lezer zich zal herinneren, hebben wij met U behandeld naar aanleiding van de binnengekomen brieven het achtste leerjaar ten opzichte van de ouders.

Nu is aan de beurt van bespreking het tweede punt: het-8e leerjaar ten opzichte van de school. We denken hierbij aan het schoolgebouw, de te behandelen leerstof en de leermiddelen. Het schoolgebouw.

Het was de bedoehng van de bezettende macht, dat bij invoering van het achtste leerjaar dit leerjaar met het zevende te samen een aparte school zouden vormen: een school voor voortgezet gewoon lager onderwijs.

Als ideaal stond voor ogen, dat er zouden zijn scholen voor gewoon lager onderwijs bestaande uit de leerjaren 1 t/m 6. en scholen voor v.g.l.o. gevormd door de leerjaren 7-en 8. Het onderwijs van de laatste soort zou dan gegeven moeten worden in aparte schoolgebouwen.

Van stonde aan deed zich een zeer grote moeilijkheid gevoelen en wel deze, waar die schoolgebouwen te vinden. En dit in een tijd, dat alle beschikbare gebouwen door de bezettende macht waren opgeëist om de Duitse soldaten legering te kunnen verschaffen. Op vele plaatsen in ons land waren schoolgebouwen gevorderd; de leerlingen waren verspreid over alle mogelijke ruimten, die maar enigszins geschikt waren om als schoollokaal te kunnen dienen. En zo die ruimten niet in voldoende aantal aanwezig waren, dan moesten de bij het onderwijs betrokken besturen zich met elkander verstaan om door gemeenschappelijk gebruik van een of andere toegewezen ruimte het onderwijs nog zoveel mogelijk voortgang te doen vinden. De besturen en collega's, die hiermede te maken hebben gehad, zullen zich nog wel de moeilijkheden herinneren, waaronder ze moesten werken.

Het sprak vanzelf, dat de gebouwen voor een v.g.l.o.-school er niet waren in de tijd der bezetting. Dan komt de bevrijding. Door oorlogshandelingen waren vele bestaande schoolgebouwen geheel of gedeeltelijk vernietigd. En als het leven zich enigermate herstelt, dan wordt op sommige plaatsen onderwijs gegeven in schuren, waar het dak overvloedig regenwater doorlaat. Een noodtoestand! Het is een dringende eis, dat voor zulke scholen een nieuw schoolgebouw gezet wordt. Van deze eis is ook de Nederlandse regering overtuigd, maar is niet bij machte in weinig tijd zulke scholen aan een doeltreffend gebouw te kunnen helpen, doordat de. schaartste aan bouwmaterialen ook hier zijn funeste invloed doet gelden. Dit jaar zijn slechts voor enige scholen in ons land vergunningen om te bouwen verstrekt. Het zal dus nog jaren duren voor aan deze noodtoestand een einde is gekomen. En als we dan nog .rekenen moeten met de uitbreiding van het leerhngenaantal in de nabije toekomst, waarvoor toch ook schoolruimte moet zijn, dan vragen we ons af, waar we de gebouwen, nodig voor de vestiging van v.g.l.o.-scholen, vandaan moeten halen.

De inrichting van zo'n school moet bovendien verband houden met het soort onderwijs, dat daar gegeven zal worden. Sterk op de voorgrond treedt voor de jongens het vak handenarbeid. Een lokaal, waarin dit onderwijs gegeven zal worden, is onmisbaar. Voor de meisjes geldt in sterke mate het vak eenvoudige huishoudkunde. Wil dit vak tot zijn recht komen, dan zijn lokalen voor koken, wasbehandeling enz. geenszins overbodig. Er is nog een factor, die pleit voor een gescheiden houden van een gewone lagere school van die voor voortgezet gewoon lager onderwijs. Hierop wordt door twee collega's gewezen. De ene collega schrijft:

„Als het 7e en 8e leerjaar aan de school voor g.l.o. verbonden zijn, geeft dit m.i. aanleiding tot ongewenste toestanden. De mentaliteit der „grote" jongens en meisjes is een geheel andere dan die der leerlingen uit de. eerste 6 klassen." Hij komt tot de volgende conclusie: „Wat de school betreft zeg ik: geen 7e en 8e leerjaar in één gebouw met de klassen 1—6." De andere collega merkt op:

„Maar de ervaring leert, dat de leerlingen van de 8ste klas zich op de , , lagere school" niet meer „thuis" voelen. Zij worden er te groot voor en schamen zich soms te zeggen dat ze nog , , school gaan". Dit werkt fnuikend in op hun werklust."

B. K.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1948

De Saambinder | 4 Pagina's

Gedachten over het achtste leerjaar 1.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1948

De Saambinder | 4 Pagina's