KERKNIEUWS

Tweetal te Hilversum: L. Rijksen te Leiden en M. V. d. Ketterij te Vlaardingen; te Rotterdam: D. L. Aangeenbrug te Dordrecht en Chr. v. d. Woestijne te Ridderkerk. Beroepen te Hilversum: M. v. d. Ketterij te Vlaardingen; te H. I. Ambacht: J. W. Kersten; te Oostkapelle-Meliskerke: D. L. Aangeenbrug te Dordrecht. ; ^ ; ' Bedankt voor Goes: M. v. d. Ketterij te Vlaardingen.

BEGRAFENIS WED. Ds. J. R. VAN OORDT. Het was een ontroerende plechtigheid, die Woensdag 19 Januari plaats vond, toen het stoffelijk overschot van de echtgenote van wijlen Ds. van Oordt, mevrouw'I. van'Oordt-De Wit, na een rouwdienst in de kerk der Ger. Gem. aan de Torenlaan te Zeist, op de Nieuwe Alg. Begraafplaats werd teraardebesteld. Een plechtigheid, waarbij de nabestaanden niet behoefden te treuren als degenen, die geen hope hebben. Immers is de overledene haar man, die hier op aarde Gods Raad mocht verkondigen, naar de hemel gevolgd. In de kerk liet Ds. Blok zingen Ps. 49 : 6: Maar na de dood is 't leven mij bereid; God neemt mij op in Zijne heerlijkheid.

Hij las voor 2 Tim. 4 en ging voor in gebed. Hij zeide de kinderen, dat hun vader in dit bedehuis, wat nu een klaaghuiswas, de bazuin des Evangelies had geblazen, welke geen onzeker gejuid had gegeven. En dat de Heere hun moeder, die altijd in de bekommering was geweest, in de laatste jaren haars levens, doorbrekend licht had geschonken. Het was voorgevallen, zo zeide spr., dat ik langs haar huis kwam en door de drang des Geestes naar binnen ging en haar aantrof als nooit tevoren. Ze had de Geest der vrijmoedigheid ontvangen, de Heere aanschouwend in het geloof. Het was een onvergetelijk uurtje, 's Heeren goedheid kent geen palen. God is recht, dus zal Hij door Onderwijzing hen, die dwalen. Brengen in het rechte spoor. Maar donkerte en licht wisselden elkaar af. Voor 14 dagen getuigde ze van de geopende deur en was het met Ps. 100: Gaat in tot Zijn poorten met lof. Daarom is het klaaghuis geen klaaghuis en wenste Ds. Blok familie en gemeente te bepalen bij 2 Tim. 4 : 6^-8, waarvan hij zeide, dat dat voor de ontslapene een feit was geworden. , , Dc tijd mijner ontbinding is aanstaande, " zei Paulus, zo werden ook de banden van mevrouw Van Oordt losgemaakt. Wanneer de laatste band los is, dan is de strijd uit. Eeuwig los. Die banden komen nimmer terug. Zonden, moeiten, tranen en smarten eeuwig te boven. De goede strijd is gestreden. Heeft niet de mens een strijd op aarde? Maar Gods volk heeft een andere strijd, tussen zonde en genade, duisternis en licht. De overledene was geen vreemdelinge van twijfelingen, schuddingen, als de bewogen golven der zee. Ze kon zich zo ver weg zetten. , , Ik, ellendige zondares, " zo zei zij.

De apostel spreekt niet over , , Behouden" te zijn. dat voortvloeit uit de wortel van eigenliefde, wel over „Gekroond" d.w.z. verheerlijkt te zijn. Een haken naar „het beeld Gods gelijkvormig te worden". O Zoon, maak mij Uw beeld gelijk. Als ons een blik vergund werd in de eeuwigheid, dan zouden we hebben gezien, hoe snel de ontslapene de kroon der rechtvaardigheid, die geschonken genadekroon, neergelegd had voor de voeten van het Lam.

Let op de vrome en ziet naar de oprechte, want het einde van die zal vrerde zijn. Tot de familie sprak Ds. Blok van het grote voorrecht, wat vader en moeder, grootvader en grootmoeder, zijn deelachtig geworden, opdat de Heere mocht worden gezocht, om Hem aan te roepen, terwijl Hij nabij is. Aan het graf sprak Ds. Blok, dat het de mens gezet is, éénmaal te sterven en, dat daarna het oordeel komt. Dat wordt allen duidelijk voor ogen gesteld bij het zien van'de vele graven. God is toch niet de oorzaak van de dood, maar de zonde, in Adam gestorven. Gelijk in Adam gezondigd en door de zonde de dood gekomen is, alzo zal Gods volk in Christus worden levend gemaakt. Het leven is mij Christus, het sterven is mij gewin. Spr. vond het geen zware taak om aan deze geopende groeve te staan, want weer is er één van de strijdende naar de triumferende kerk Overgegaan. Zalig zijn de doden, die in de Heere sterven, van nu aan, ja, zegt de Geest, opdat ze rusten mogen van hun arbeid. Met verheerlijkte lichamen zullen de kinderen Gods, ook uit dit graf, verrijzen.

De familie werd toegebeden, dat de Heere de ledige plaats met Zichzelve mocht vervullen. ^5*^ft Niettegenstaande het gure jaargetijde, wait schier dwong om kort te zijn, kon Ds. Blok het niet nalaten de belangstellenden, die in groten getale waren opgekomen, te verzoeken om het 2e vers van Ps. 68 te zingen. Tenslotte dankte de oudste zoon voor de betoonde belangstelling.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen