Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedachten over het achtste leerjaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedachten over het achtste leerjaar

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Vervolg.)

We zijn nu gekomen aan het derde punt, n.l. het achtste leerjaar ten opzichte van de onderwijzers, dat onze belangstelling vraagt. In de vorige artikelen hebben we gezien, dat het onderwijs in het achtste leerjaar geen voortzetting van dat in de voorafgaande leerjaren mag zijn. Het onderwijs van dè leerlingen, die een school voor voortgezet gewoon lager onderwijs zullen bezoeken, zal rekening moeten houden met de drang naar handelen, met de innerlijke stuwing om wat te produceren, iets wat eigen is aan hun leeftijd. We wezen er reeds op, dat daarom een grote» plaats is ingeruimd voor het vak handenarbeid voor de jongens en voor wat de meisjes betreft moet speciaal de huishoudkunde een groot gedeelte van de leertijd in beslag nemen. We zagen ook, dat andere vakken geenszins verwaarloosd mogen worden, maar de behandeling daarvan moet nauw verband houden met de inner' lijke groei van het kind op de 13—14 jarige leeftijd.

De wetgever heeft bij de laatste wijziging der lager-onderwijswet ook ruimte gelaten om nog andere vakken dan de bovengenoemde aan de leerlingen der v.g.l.o.-scholen te onderwijzen. Deze vakken zijn voor de jongens en de meisjes: wiskunde, handelskennis, landbouwkunde .en tuinbouwkunde en , , voor de meisjes bovendien een .of beide vakken": handenarbeid en vrouwelijke handwerken. De /zfer-genoemde vakken zijn niet ver' plichtend. Wel moeten op een v.g.l.o.-school onderwezen worden: handenarbeid voor de jongens en huishoudkunde voor de meisjes. En nu komt de moeilijkheid!

In de vorige artikelen merkten we op, dat èn voor handenarbeid èn voor huishoudkunde de nodige lokaliteiten en leermiddelen beschikbaar dienen te zijn en op de in deze tijden buitengewone moeilijkheid om aan zodanige lokaliteiten te komen. Maar er is meer!

Gesteld, dat de vereiste leerruimte en leermiddelen ter beschikking kunnen worden gesteld, dan doet zich de vraag voor: Zijn de onderwijzers en onderwijzeressen, die onderwijs in. een v.g.l.o.school zullen geven, in staat de vakken handenarbeid en huishoudkunde te onderwijzen?

Voor wat handenarbeid betreft sommigen wel. leerkrachten hebben op de kweekschool onderwijs in dit vak ontvangen en behaalden de aantekening op hun onderwijzersakte, dat ze bij afgelegd examen blijken hebben gegeven bekwaam te zijn tot het geven van onderwijs in handenarbeid of na hun kweekschoolleertijd behaalden ze de akte handenarbeid. Lang niet allen hebben de bevoegdheid om in dit vak onderwijs te geven.

En als we letten op het onderwijs in de huishoudkunde, dan zullen er maar enkele onderwijzeressen zijn, die het kunnen; het overgrote deel is onbevoegd.

Nu weten we wel, dat in art. 3 der L.O.-wet onder 2 bis staat: , , Van de verplichting tot het geven van onderwijs in de vakken r en v (dit zijn handenarbeid en huishoudkunde, K.) kan Onze Minister, de hoofdinspecteur gehoord, onthel[ing verlenen."

Dit is in de wet opgenomen om de oprichting van v.g.l.o.-scholen niet te laten afstuiten op de onbevoegdheid der aan zo'n school te benoemen leerkrachten voor wat betreft handenarbeid en huishoudkunde.

Een v.g.l.o.-school zonder onderwijs in deze twee vakken is Itiet een ideaal v.g.l.o.-school. Ideaal is een v.g.l.o.-school waar voldaan wordt aan de verplichtingen omtrent het leerplan, zoals de lager-onderwijswet die eist. Om dit te kunnen bereiken, zullen dus de leerkrachten in het bezit dienen te komen van de nodige bevoegdheden.

Toen dan ook de leerplichtwet en de lager-onderwijswet beide werden gewijzigd, werd ter dege , gevoeld, dat de ideaal-toestand niet terstond na de wijziging kon intreden. Er moest tijd zijn om die Onderwijzers en onderwijzeressen, die in de toekomst verbonden zouden worden aan op te richten v.g.l.o.-scholen, in de gelegenheid te stellen de vereiste akten te halen. Dit is één der oorzaken, waarom de verplichting om het achtste leerjaar te bezoeken werd opge' schort tot 1 Januari 1950. Op deze datum zullen de voor de vakken handenarbeid en huishoudkunde bevoegde leerkrachten ter beschikking dienen te zijn. Zal dit zo zijn?

K, (Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1949

De Saambinder | 4 Pagina's

Gedachten over het achtste leerjaar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 1949

De Saambinder | 4 Pagina's