Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het berouw van Petrus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het berouw van Petrus

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Petrus, naar buiten gaande, weende bitterlijk. Luc. 22 : 62.

Het lijden van Christus werd zeer verzwaard door velerlei omstandigheden. Eerst het slapen der drie discipelen, terwijl Hij als de Borg worstelde in grote zielsangst onder de toorn Gods. Dan het snood verraad van Judas, de onbezonnen daad van Petrus in het slaan met het zwaard, gevolgd door de algemene vlucht der discipelen. En als in de zaal van Kajafas de wolven aanvallen op het Lam Gods dat de zonden der wereld wegdraagt, verloochent Petrus driemaal zijn Meester. Wel heeft de Heere het alles "geweten en duidelijk en herhaaldelijk van Zijn aanstaand lijden en sterven gesproken, evenwel. Hij was waarachtig mens, metTeine, fijnbesnaarde ziel. Vooral de verloochening, van Petrus moet smart tot Zijn smart hebben toegedaan. Hoe duidelijk had Hij .gewaarschuwd: „Gij zult allen aan Mij geërgerd worden in deze nacht." De Heere heeft letterlijk tegen Petrus gezegd: , , In deze nacht zult gij Mij driemaal verloochenen." Maar Petrus wist het beter, hij stelde zich boven de anderen, hij geloofde het woord van Christus niet. O, droeve zelfoverschatting zelfs in de begenadigde Petrus. Daardoor waagde hij zich op deze gevaarlijke plaats. En toen.kwam de verzoeking en vond hem geestelijk ontwricht Reeds bij de vraag der dienstmaagd had hij geen kracht om Christus te belijden. Daarna zich wagende tussen de dienaren, die zich warmden bij het vuur; verloochende hij zijn Meester ten tweede male, ofschoon hij gezegd had, dat hij bereid was met, Hem in de gevangenis en in de dood te gaan. Maar eigen kracht, waarop hij vertrouwd had, was bezweken. En als ten derde male men hem aansprak, begon hij zich te vervloeken en te .zweren, dat hij „de mens" niet kende. Ontzettend diepe Val. Liegen, veinzen, uit vrees en valse schaamte, deed Petrus, zijnde in de zift des satans. Hoe ver kan het gaan, zelfs na ontvangene genade. Petrus verwerpt de zaligheid. Blust de Geest Gods uit tegen licht en beter weten in. Hij verloochent Hem, om Wie hij alles; verlaten had. Die hij beleden had als de Zoon van God, als de Christus, Wie hij trouw beloofd had en met Wie hij heilig Avondmaal gehouden had. Het was dan ook met Petrus een volkomen afgesneden zaak geweest, indien hij niet in de voorbede van Christus ware begrepen geweest. Dit deed de zonde van Petrus verschillend zijn van het verraad van Judas, dat Petrus door de verzoeking overvallen werd, terwijl Judas handelde met voorbedachte rade. Petrus was in zijn val en verloochening alleen, terwijl Judas was de aanvoerder van Jezus' vijanden. Petrus zondigde uit mensenvrees. Judas deed het alles om een slavenloon. Petrus was wel diep vervallen, maar kon niet afvallen; Judas heeft nooit genade bezeten. Petrus zondigde met de mond zwaar, verloochende Jezus niet met zijn hart, hoewel 'het een vreselijke daad was. O, indien de Heere er niet aan te pas gekomen was, was het een verloren zaak geweest. Maar er staat, vers 61, „En de Heere zich omkerende, zag Petrus aan"; daarin lag Petrus' behoud. Indien de Heere naar Zijn Volk bij vernieuwing komt omzien, dan gaat er kracht van Hem uit. Zo ging het ook bij Petrus. En Petrus werd indachtig het woord des Heeren, hoe Hij hem gezegd had: „Eer de haan zal gekraaid hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen." Indachtigmakende genade werd hem geschonken. Dat is voor Gods volk zo nodig. Ook al leidt het tot schaamte.

Het is met dat volk als met Petrus: Ongeloof en inbeelding doen Christus woorden vergeten en afstuiten op de hoogmoed. Maar als dan de ogen van Jezus diep blikken in de ogen van Petrus, gaan zijn ogen open, voor de afgrond aan zijn voet. Dan kan hij het niet langer in deze omgeving uithouden. Van smart overstelpt zoekt hij de eenzaamheid. Daar kan hij zijn tranen de vrije loop laten. O, dat hanengekraai, hij heeft het nooit kunnen vergeten. Dit dier predikte hem z'n val, deed hem tot zichzelf komen als de verloren zoon. Maar vooral die ogen van de Heere heeft hij nimmermeer vergeten. De trouw van zijn Meester, die hem zijn ontrouw toonde, die liefdebhk van Jezus, die Zelf zozeer werd gehaat en bespot. Die zegenende Christus, staande tegenover Zijn vloekende Petrus. Die zwijgende blik, dat zacht verwijt tegen zulk een, die Hem afgezworen had voor eeuwig. O, oneindige barmhartigheid, betoond aan Petrus, temidden van bloeddoristige vijanden. Christus was Zelf ter dood veroordeeld, en evenwel v; as Hij werkza*n om Petrus te redden van de eeuwige dood. Zijn leven werd geëist. Hij gaf het leven aan Petrus. Dat alles zag Petrus door indachtigmakende genade. Hij mocht met zijn grote zonde en diepe val vluchten in de geest tot Jezus, zijn tranen waren uiting van liefdesmart. Hij kreeg genade om te bukken. Judas kreeg dat niet, en ging naar zijn eigen plaats, dat is het eeuwig verderf. Droefheid over de zonden, het is zo onmisbaar. Bij Petrus was die droefheid groot en diep. Zijn wenen was geen voldoening voor de zonden, o neen, al had hij een zee van tranen geschreid, Christus' offer is alleen van zulk' een Goddelijke waardij, dat Gods gerechtigheid er door voldaan wordt; evenwel; ze hadden wel waarde, als vrucht van de bekering. Oók deze traneii zijn in Gods fles vergaard. Zij getuigden van souvereine genade en opzoekende liefde. Zij zouden niet gemist kunnen zijn. Zij waren het bewijs, dat Christus voor hem bad, dat zijn geloof niet zou ophouden. Zo is dan in de verloochening de Heere op het hoogst verheerlijkt en Petrus op het diepst vernederd. Intussen ligt voor Gods volk in dit droef geval van Petrus een zeer ernstige waarschuwing. Overmoed, zelfoverschatting woont in hunne harten. Ondanks ernstige waarschuwing gaan ze dikwijls door, steunend op eigen krachten. Ook dat volk begeeft zich vaak te veel op gevaarlijke plaatsen, in verkeerd gezelschap.

Weinig wakend en biddend verkerende, komt de verzoeking met kracht aanrollen op hun ziel, met alle struikeling daaraan verbonden. Neen, Gods volk zal niet uit de hoogte op Petrus neerzien, al praten zij de verloochening niet goed. Ze weten, dat ze tot hinken en zinken ieder ogenblik gereed zijn. Gods volk vreest maar al te dikwijls, dat ook zij de Heere nog eenmaal zullen verloochenen. Alleen de voorbede van de Heere bewaart hen daarvoor, anders zullen zij het zeker doen. Als Christus de Zijnen niet met een oog van ontferming aanziet, is alles nog verloren. Toch ligt in de handelwijze des Heeren met Zijn Petrus een sterke vertroosting voor alle oprechten van hart. Al wilde Petrus niet erkennen zijn gemeenschap en deel aan Christus, al verloochent hij zijn Meester, Christus verloochent Petrus nief. De Heere wil van Zijn volk niet af. Die Hij liefheeft, heeft Hij' lief tot den einde toe. Gods volk moge dan al komen in de zeef des satans, geheel terugvallen onder de macht des satans is onmogelijk. Zelfvertrouwen is dwaasheid en zonde, geloofsvertrouwen, in de vergevende liefde van God in Christus is rijke genade. Dit vertrouwen is niet lijdelijk, doch werkzaam in waken en bidden, in strijden tegen de zonde, in wenen over de zonde. Indachtigmakende genade bepaalt bij ontvangen waarschuwingen en doet met voorzichtigheid wandelen, in het midden van een krom en verdraaid geslacht. En na elke afwijking zal de Heere Zijn volk weer in de schuld brengen, tot eens de tijd aanbreekt, dat geen zifting des satans, geen verzoeking meer overvallen zal, wanneer dat volk zonder zwakheid, mensenvrees of iets dergelijks Hem zal genieten in zoete en zalige gemeenschap, door de kracht van Christus' lijden, sterven en voorbede. Zo zal Christus eens de lof en eer ontvangen van al Zijn volk, wanneer Hijhet ganse werk der verlossing aan dat volk volbracht heeft.

W. v. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 april 1949

De Saambinder | 4 Pagina's

Het berouw van Petrus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 april 1949

De Saambinder | 4 Pagina's