Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE PERS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE PERS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ONS ONDERWIJS

Het streven in onze kringen om bij de kinderen een zo groot mogelijke bijbelkennis aan te brengen kan niet genoeg worden gewaardeerd. Als de ouders van onze leerlingen de dagelijkse bijbellessen konden bijwonen, zouden zij ontdekken, welk een belangrijk werk hierbij wordt verricht. Bij alle gebrek en onvolmaaktheid worden de kinderen telkens weer onderwezen uit de onuitputtelijke bron van Gods Woord. Het is niet mijn bedoeling dit in den brede uit te werken; deze rubriek leent zich hier niet voor., In andere artikelen is dit reeds door collega's gedaan.

De manier, waarop het bevorderen van bijbelkennis wordt nagestreefd kan heel verschillend zijn. En nu geloof ik, dat hierbij niet altijd de juiste manier gevolgd wordt. Wat bijvoorbeeld te denken van het volgende (niet uit eigen kring). In een „ingezonden" in , , Elseviers Weekblad" stond dit te lezen: , , Dezer dagen vond ik in mijn brievenbus een plaat, met als onderschrift... (niet ter zake O) alsmede een boekje, getiteld: het Evangelie van Marcus. In dit boekje was ingesloten een blaadje, waarop de volgende tekst voorkwam: , , Aan de lezers. Gaarne willen wij, dat deze boekjes niet alleen ontvangen, maar ook gelezen worden, want als u dit Evangelie leest, zal het u tot grote zegen kunnen zijn. Om het lezen echter te bevorderen hebben wij in een aantal van deze boekjes, dus niet in alle, de volgende regels tussen de tekst laten drukken: „Tegen inzending van dit boekje aan ons kantoor, krijgt men tot beloning een zilveren potlood of een zilveren theelepeltje." Het aandachtig lezen van dit boekje kan u dus in ieder opzicht ten goede komen."

De inzender besluit zijn stukje met de opmerking: „Het lijkt mij toch niet de bedoeling, dat Gods Woord wordt beschouwd als een soort puzzle — hoofdprijs een potlood of een lepeltje!"

Inderdaad vind ook ik dit niet de juiste wijze. Misschien is het enkel een gevoelskwestie. Maar het lijkt me te laag bij de grond voor het Woord Gods, dat we slechts met heilige eerbied en schroom behandelen mogen.

Enige tijd geleden werd er in sommige bladen geschreven over bijbelse raadsels. Zonder uitzondering bleek men daarvan tegenstander. Gelijk ieder weet, zijn deze raadsels in onze kringen erg in trek. Nu is de bedoeling (bevordering van het onderzoeken van de Bijbel) natuurlijk goed, maar of de manier dit ook is? Ik geloof, dat we hier te veel van het goede krijgen. Ér kan m.i. ook gerust een gewoon raadsel bij, waarbij andere vakken dan de Bijbelse Geschiedenis betrokken worden. En dan af en toe een bijbelse opgave om de kennis van de Bijbelse Geschiedenis te peilen. Te peilen, niet om kennis aan te brengen. Het aanbrengen van die kennis geschiedt op andere manier. Eerbiedig en rustig. De raadsel-manier is mij te koud-zakelijk. Bijbelonderzoek dient niet te geschieden op de volgende wijze: haastig een paar hoofdstukken . doorroffelen om , , de gevraagde naam" te vinden of een of ander bijbelboek doorvliegen om de juiste plaats van een tekst te weten te komen. De Bijbel wordt zo verlaagd tot een raadselboek. Laten we wèl het persoonlijk onderzoeken van Gods Woord stimuleren, maar anders. Een Bijbels opstel bijv. lijkt me meer geschikt. Het bevordert het, rustig en geconcentreerd doorlezen en onderzoeken.

Natuurlijk is bovenstaand mijn persoonlijke mening. Misschien dat anderen een gemotiveerde andere gedachte hierover hebben? Laten ze die dan eens doorgeven. (Gaarne geef ik als mijn mening te k-ennen, het hierin met de heer O. volkomen eens te zijn. 'k Geloof, dat bij het najagen - van een Bijbelse persoons- of plaatsnaam de eerbied voor Gods W^oord menigmaal teloor gaat. Maar •— wellicht hebben andere collega's een andere zienswijze. Welnu, dat ze dan de gemaakte opmerking ter harte nemen en dit kenbaar maken. v. B.). Voorlopig kan ik er echter niet anders over denken, dan zoals ik er hierboven over schreef.

En nu we het toch over raadsels hebben: Voor menig pasbeginnend onderwijzer (es) is orde hou­ den ook een probleem. In het , , Correspondentieblad" hekelt A. K. het generaliseren door de onderwijzer bij het uitdelen van straffen. Men bedenke: , , In de regel aanvaardt een leerling zijn verdiende straf wel. Maar niet eens andermans straf!"

Dus niet direct de volgende straffen: , , We gaan niet naar buiten in het speelkwartier" (volgens A, K. is zo'n ogenblikje-er-uit juist een afreagering voor eventuele spanningen!) of: ; , , Jullie letten niet op, we doen het na schooltijd." En 't resultaat?

„Wel worden nu de schuldigen getiroffen, maar niet erg. Want vooreerst worden ze niet van hun kameraden gescheiden( een zware straf!) en ten tweede hebben ze thuis bij navraag een prachtige camouflage. Bovendien is de nadruk zó op het geheel gevallen, dat de enkeling volkomen op de achtergrond geraakt is. Als ze straks thuis zeggen: , , De hele klas moest blijven" en menigeen er aan toevoegt: „Maar ik had niets gedaan, " dan is de schuldige vaak niet eens een opzettelijke leugenaar. De deugniet, die zich zijn meedoen goed bewust is, zal, om eerlijk te blijven, waarschijnlijk mompelen: „Ze deeën het allemaal!" Veel kinderen voelen dit optreden als onrechtvaardig en de sympathie wordt er door verzwakt. Door deze maatregel is geen verbetering te wachten! Straf slaat het meest in wanneer ze individueel, zeldzaam en evenredig aan het kwaad is." Als goede raad moge het volgende gelden, volgens A. K.:

, , De onderwijzer moet niet beginnen met altijd te denken aan opzet en klassikale plagerij. Wantrouwen is een slechte raadgever. Hij moet met enige zelfverloochening eens scherp letten op hen, bij wie de dingen wel goed verlopen. Hij moet ook eens wat geven en niet altijd nemen. Tactiek is nooit eenzijdig, ze is zo alzijdig mogelijk."

R. O.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1949

De Saambinder | 4 Pagina's

UIT DE PERS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 september 1949

De Saambinder | 4 Pagina's