Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GENADEVERBOND en Doop

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GENADEVERBOND en Doop

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

We zagen, dat het genadeverbond naar Zijn wezen alleen omvat de uitverkorenen, die Christus in de wedergeboorte dadelijk worden ingelijfd, maar dat de uitwendige openbaringsvorm zich uitstrekt tot vele verworpenen. Evenzo is het gesteld met het wezen en de zichtbare openbaring der kerk. Tot het wezen der kerk behoren alleen de ware gelovigen, de zichtbare openbaring strekt zich verder uit. Dat wil dus zeggen, dat velen, dje onherboren bHjven, wel de uiterHjke tekenen en zegelen ontvangen, ^maar nimmer de waarheid van het Sacrament, nimmer Christus, zodat ook bij de doop der kinderen niet aan alle gedoopten de belofte des Verbonds geschonken wordt, waar niet de kinderen des vleses, maar de kinderen der belofte voor het zaad gerekend worden, Rom. 9 : 8, en alle beloften Gods in Christus ja en amen zijn, 2 Cor. 1 : 20. De vaste grond toch voor de kinderdoop is deze, dat zij, die God uitverkoren heeft in het Verbond Gods en Zijne Gemeente begrepen zijn. Hun ook wordt de verlossing der zonden en de Heilige Geest, Die het geloof werkt toegezegd 1); en hun alleen. Want die toezegging is hetzelfde als de belofte doen of schenken, en God belooft niet de vergeving der zonden en de HeiHge Geest aan verworpenen, waar Hij als Hij de zahgheid belooft, die belofte ook vervult. Zoals verder in het H. Avondmaal de belofte aUeen toegezegd wordt aan de ware gelovigen, die het rechte gebruik van het Avondmaal mogen

maken (Zondag 28. vr. 75), en de hypocrieten en zij, die zich niet met waren harte tot God bekeren er van uitgesloten zijn, zo nu kan ook bij de doop en dus ook bij de kinderdoop niet aan elke dopeling een hem persoonlijk geschonken belofte van zahgheid betekend en verzegeld worden.

Bij beide Sacramenten wordt de belofte des Evangelies betekend en verzegeld. En bij beide Sacramenten is het dan ook niet anders dan dat die belofte alleen de uitverkorenen en ware gelovigen toekomt en geschonken wordt. Het verschil in dit opzicht is alleen dat bij de Doop ook de toekomende genade der wedergeboorte ingesloten is, en bij het Avondmaal de wedergeboorte aanwezig moet zijn. Maar beide Sacramenten sluiten uit enige belofte van zaligheid voor verworpenen. Duidelijk genoeg zegt Zondag 25, vr. 66, dat God ons, dat zijn de ware gelovigen, door het gebruiken der Sacramenten de belofte des Evangelies te beter verstaan geve en verzegelt, namelijk, dat Hij ons, dat zijn weer de gelovigen, vanwege het enige slachtoffer van Cliristus aan het kruis volbracht, vergeving der zonden en het eeuwige leven uit genade schenkt. De Sacramenten betekenen en verzegelen de belofte dus alleen ten opzichte van de uitverkorenen, als alleen voor hen bestemd en hun toekomend. En zo kan de toezegging in vr. 74, maar ook alleen op hen zien. Zeer terecht schrijft dan ook Van der Groe in zijn Catechismus verklaring H. pag. 348: 1. Aangaande de kracht en werking, die de uitwendige waterdoop, op de zielen der gedoopte kinderen heeft. Niemand denke, als of die uiterlijke doop, enige verandering of verbetering maakte, in het harte der kinderen; of hun enigerhande genade aanbrengt, die zij tevoren niet hadden. Neen, geenszins, geliefden! De doop laat de kinderen, zoals zij zijn; en heeft niet anders dan een betekenende en verzegelende kracht. Hij betekent en verzegelt de uitverkoren 1) kinderen, de beloften en dierbare weldaden van Gods verbond, als daar zijn: de wedergeboorte, geloof, bekering, afwassing der zonden, enz. Welke weldaden des verbonds, de kleine kinderen, wanneer zij gedoopt worden, of reeds dadehjk, op een verborgene wijze, in beginsel bezitten; of nog in het toekomen, uit kracht van Gods eeuwige verkiezing, en verbondsbeloften, ontvangen. Nadat hij vervolgens verder op pag. 349 heeft aangewezen, dat er kinderen zijn, die van af hunne geboorte begenadigd en geheiligd zijn, vervolgt hij: Doch, met de meeste uitverkoren kinderen is het geheel anders gelegen; gehjk blijkt, wanneer zij opwassen. De meesten zijn, als zij gedoopt worden, nog van alle genade geheel ontbloot; en liggen van wegens de zonde, onder Gods toom, vloek en verdoemenis; en bezitten niet anders, dan dat zij, aan Gods zijde, van Hem gekend worden voor Zijne kinderen, die Hij van eeuwigheid tot de zaligheid uitverkoren, en aan Christus Zijnen Zoon, ter verlossing gegeven heeft; en die Hij daarom, in der tijd, ook zekerlijk zal komen roepen, heiligen, wederbaren, en door het geloof met Christus verenigen. Aan deze kinderen nu, dient het Sacrament des döops maar alleen, om hun die toekomende heilgoederen en . weldaden des genadeverbonds, te betekenen en te verzegelen, die zij in der tijd, zekerhjk van God ontvangen zullen. Ziet; alzoo, en op geen andere wijze, moeten vraj de doop van de jonge kinderen der gelovigen begrijpen. 2. Wat nu aanbelangt, de kleine kihderen der gelovigen, die gedoopt worden; doch die van God niet ten eeuwdgen leven uitverkoren, maar verworpen zijn, en die daarom altijd in hunne zonden blijven leven, en Gods verbond ten' einde toe versmaden en verachten, niet willende in de Heere Jezus geloven, noch zich van hunne zonden bekeren; aan de zodanigen is het Sacrament des Doops, wel uiterlijk bediend; maar, omdat zij hutten Gods verhond waren, i) heeft de doop zijn betekenende en verzegelende kracht, aan ben niet uitgeoefend en is dus voor hen geen Sacrament of verbondsteken en zegel geweest. Hierom ligt er een ieder ten hoogste aan gelegen, wanneer hij nu tot jaren van onderscheid gekomen is, zichzelven door de genade Gods ernstig te onderzoeken, of hij waarhjk in Gods verbond is; en of zijn doop hem is, een teken en zegel des verbonds; want hieraan hangt des mensen zahgheid en eeuwige behoudenis; een ieder kan dit door Gods genade weten, uit zijn ongeveinsd geloof, en ware bekering.

Men ziet, dat ook Van der Groe zegt, dat de beloften en weldaden des verbonds alleen de uitverkorenen betekend en verzegeld worden door de Doop, en dat de verworpenen buiten Gods verbond zijn. Trouwens, de mens ligt van nature onder de eis en de vloek van het werkverbond, en hij wordt daarvan niet verlost door de uiterlijke bediening van de Doop, noch door een onderstelde wedergeboorte, noch door een onderstelde belofte, maar door de wederbarende, hartvemieuwende werking van de HeiHge Geest, al bhjft de voUe verant- M'oordehjkheid voor zijn staat van nature op hem hg-

gen, zo hij sterft zoals hij geboren is, en al blijft hij ten volle verplicht de middelen der genade te gebruiken. Mocht hij al zijn vermeende rechten op de zahgheid eens recht verhezen, en hij er eens recht buiten vallen, opdat het woord van de profeet te zijnen opzichte mocht worden vervuld: Immers zal een wees bij U ontfermd worden. Hos. 14 : 4.

1) Cursiveringen van mij.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 1949

De Saambinder | 4 Pagina's

GENADEVERBOND en Doop

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 1949

De Saambinder | 4 Pagina's