Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus, het rijsje uit Isaï’s tronk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus, het rijsje uit Isaï’s tronk

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want er zal een rijsje voortkomen uit de afgehouwen tronk van Isaï; en een scheut uit zijn wortelen zal vrucht voortbrengen. Jas. 11 : 1

III.

Maar in Hem is ook alles wat de verloren zondaar ter zaligheid onmisbaar is. In Hem is gerechtigheid en heiligheid; in Hem is een eeuwige verlossing. Hoe groot uw zonden ook zijn; hoe diep gij ook gevallen zijt, bij Hem is betaling voor de schuld en reiniging van de verdorvenheden. O, verdrukten en door onweder voortgedrevenen, slaat uw ogen op en aanschouwt de Spruit uit de afgehouwen tronk van Isaï. Zijt gij in diepe ellende; geworpen op het vla: kke des velds; vertreden in uw bloed; gans schuldig en walgelijk? Is voor u, waarhenen gij u ook wendet en wat gij ook beproefdet, geen uitkomst? Hebt gij over u zelf menigmaal het oordeel des doods moeten vellen? O, ziet, hier is een eeuwige verlossing. De Spruite Davids boog neder in uw ellende. Voor u is plaats in deze beestenstal. In de diep vernederde Immanuël is een eeuwige verlossing. 'Door Hem alleen worden zondaren met God verzoend. Wij vernemen daarvan nog nader, als wij letten

III.

Op Zijn vruchtdragende bediening. Van die vruchtdragende bediening spreekt Jesaja in deze woorden: „En een scheut uit zijne wortelen zal vrucht voortbrengen". Welke vrucht heeft Christus voortgebracht? Hij heeft Gods volmaaktheden volkomen verheerlijkt in de zaligheid der uitverkorenen. Hij heeft de gramschap • Gods gestild; het recht volkomen voldaan, zodat met behoud van al Gods deugden Adams zonen en dochteren worden met God verzoend.' Het geschonden recht Gods eist de dood. God kan niet anders dan krachtens Zijne rechtvaardigheid het vonnis des doods over dezondaar vellen. Maar dat vonnis onderwierp Zich de Scheut uit de wortelen van de afgehouwen tronk van Isaï. In Zijn komst in de wereld; in Zijn geboorte uit Maria, thans weder door ons herdacht, heeft Hij Zich gesteld onder de vloek der wet. En Hij heeft de wet van hare vloek ontwapend en de vrede verworven en de verzoening aangebracht. Van de vrucht, die de Scheut uit de wortelen van Isaï voortbrengt is door de engelen gezongen in Bethlehems velden. Een menigte des hemelsen heirlegers werd door de herders gezien, prijzende God en zeggende: „Ere zij God in de hoogste hemelen; en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen". In die hemelse lofzang wordt de vrucht van Isaï's Scheut vermeld. God is aan Zijn eer gekomen. De schending van Gods deugden is hersteld. Op de aarde is vrede gebracht, niet een uiterlijke vrede, alsof er nooit meer onder de volken oorlog zijn zou. O neen, die zulk een vrucht van Christus verwachten, verstaan van Zijn geestehjk Koninkrijk niet het allerminst. Het mocht hun wel in de oren klinken, dat diezelfde Spruite zegt: Ik ben niet gekomen om vrede te bren-, gen maar het zwaard. Zijn eigen Koninkrijk zal strijd voeren tot het eind der dagen toe. Doch de vrede, waarvan de engelen zongen, is een geestelijke en hemelse vrede. Het is de vrede, die alle verstand te boven gaat. Deze is de vrede met God. Hij wordt verkregen in de harten door het geldof. Christus stelt Zijn volk in de vrede met God. Hij trekt de Zijnen uit de staat des oordeels en brengt hen over in de staat der verzoening. Gods volk leert een staatsverwisseling kennen. Als doemwaardigen worden zij mee God verzoend. Al hadden vwj alle tongen der mensenkinderen, wij zouden die vrede niet in woorden kunnen uitdrukken. In aller eeuwen eeuwigheid zal Gods volk van het wonder zingen, dat het de eeuwige dood heeft verdiend en het leven verkregen. Het moge voor de van verre staande en bekommerde zielen eens zulk een Kerstfeest worden, dat zij in Christus door het geloof vrede met God vinden mochten. Voor zo menigeen staat de schuld nog open; voor zo velen van Gods kinderen is de vrede dikwijls verre, al is het ook, dat de vruchten des vredes hvm niet vreemd zijn. Och, of zij komen mochten tot Hem, Die in de kribbe nederlag als de Vredevorst, om door de vereniging des geloofs met Hem, die vrede te verkrijgen, waarvan de Aposfel schrijft: „Wij dan gerechtvaardigd zijnde door het geloof, hebben vrede met God". Want Hij is onze vrede.

En nu wordt als derde vrucht in de engelenzang genoemd: „In de mensen een welbehagen". Hoe kan het dat God in de mensen een welbehagen heeft? Is niet elk mens een walg in Gods "ogen? Leert ook Gods volk zich zo niet kennen bij aanvang reeds en door ontdekkende genade steeds meei in de voortgang, dat in hen, dat is in hun vlees geen goed woont? Wij zijn allen gans verdorven zondaren van nature. Maar hoe kimnen dan de engelen zingen; „In de mensen een welbehagen"? Oiiidat dit v^olbSfliss^ea iij Hem ir. Die in de diepste vernedering als Davids Spruite in de kribbe ligt. Daarom alleen. Des Vaders welbehagen is van eeuwigheid om door de diepte van de val heen. Zichzelf in barmhartigheid te verheerhjken in de uitverkoorenen. „Ja, Vader, alzo is geweest het welbehagen voor U". Dat welbehagen nu zal door de hand van Christus gelukkiglijk voortgaan. De uitverkorenen moeten voor de Vader gesteld in zulk een staat, dat Hij Zich in hen verlustigen kon. Van de schepping staat geschreven: En God zag al wat Hij gemaakt had en ziet, het was zeer goed. Maar zo ook zijn de uitverkorenen de vermaking Gods ia Christus. Deze vloekwaardige, gans mismaakte zondaren zijn in Hem gerekend, die Schuldenaar werd om hun schulden en die tot zonde gemaakt is om hun ongerechtigheden. Hij is geboren zonder schuld en zonder zonde; Hij werd waarachtig en rechtvaardig mens. Maar Hij werd omhangen met al de zonden der Zijnen, die eeuwig wegnemend. De Scheut uit Isaï's wortelen draagt deze vrucht, dat Gods verkoren kerk in Hem volmaakt voor het aangezicht des Vaders wordt gesteld, zonder schuld en zonder zonde. Zij beantwoordt aan de eis van Gods .rechtvaardigheid en heiligheid. Zij is voorwerp van des Vaders welbehagen. Dat welbehagen is in hen. Haar naam is Hefzibah, Mijn lust is aan haar.

O, onbevattelijke vrucht van deze Spruite Davids. En gelukzahg volk, dat deze vrucht door het geloof uit Christus mag ontvangen. Niet alleen gerechtvaardigd Van de schuld, ' maar ook verlost van de zonde, mag het uitroepen: Abba Vader. Och, dat de kracht van deze Spruite in ons meer verheerlijkt werd in^de vrijmakina van onze banden en in het sterven aan de zonde, opdat in het stervend leven Christus vrucht drage in het volk, voor wie Hij Zich ten diepste vernederde en dat met Hem eeuwig zal verheerlijkt worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1949

De Saambinder | 4 Pagina's

Christus, het rijsje uit Isaï’s tronk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1949

De Saambinder | 4 Pagina's