Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedachten uit het Verleden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedachten uit het Verleden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorige artikel maakten we melding van het huiselijke Ieven van Teelinck, ook wat betreft het bestraffen en oefenen van huiselijke tucht. Hij deed dat zonodig met de roede, evenwel hield hij dit middel voor het. allerlaatst. Een ander middel bracht hij in practijk, en dat moet hier nadrukkelijk gezegd worden. Hij zocht namelijk naar de goede eigenschappen van de personen, waarmede hij omging en prees hen daarin. Voorwaar een blijk bij Teelinck van mensenkennis en grote zelfverloochening. Hij bracht daartoe des Heeren wet als richtsnoer bij, want zo sprak hij: „God bevestigt het derde gebod met een dreigement, maar het vijfde met een belofte." Evenwel durft men dan in onze dagen beweren dat onze vaderen niet zoveel licht hadden als wij. Als wij echter een klein beetje zelfverloochening hadden, wat zouden we laag buigen en niet verachten hetgeen de Heere ons heeft nagelaten in die ouden. Ik denk in dit verband aan de Erskine's. Boston, Perkins e.a. Vooral in verband met de laatste wil ik nu reeds het verband vastleggen met Teelinck, wijl er zulk een stempel op hem is gezet door zijn kennis van de theologie van Perkins. Eerijk beken ik het, dat we in het niet wegzinken, bij het lezen van de door mij genoemde schrijvers en godgeleerden. Ik wil hierbij niet verzuimen de geschriften van Gray te vermelden. Leest en herleest ze, de geschriften van deze mannen. Zij hadden verstand met goddelijk licht bestraald. Ze hadden niet alleen theorie, maar ook practijk, en dat hebben we zo nodig. Evenwel moeten we constateren, dat niet altijd de kinderen de voetstappen van de vader, of liever die van de ouders drukken. Dit kan ook van de kinderen van Teelinck gezegd worden. Genade is geen erfgoed, en kan niet aan de kinderen door de ouders worden meegedeeld. Zij is en blijft particulier. Dit ontheft ons evenwel niet van de dure verplichting ons zaad, zowel van ons persoonlijk, als van de gemeente te wijzen op de hoge verantwoordelijkheid, welke op hen rust. Het zaad der kerk ligt voor onze verantwoording, en we kunnen trachten ons met de Kainsgestalte er van af te maken, maar zulks getuigt slechts van liefdeloosheid en bitter weinig kennisse Gods. De zoon Maximiliaan heeft nog het meest de voetstappen van zijn vader gedrukt. Tijdens het verblijf van Teelinck te Middelburg werden hem nog twee zonen en een dochter geboren, n.l. Theodorus, Johannes en Maria. Reeds vermeldde ik dat Maximiliaan het meest getrouw de geest van de vader ademt. Ook Johannes schijnt in dezelfde weg gewandeld te hebben. Joost van den Vondel heeft zeer scherp gehekeld de geschriften van Maximiliaan, zowel als van de vader. Te begrijpen, want Vondel was een liberaal man, die van de schriftuurlijke waarheid niets moest hebben. Een vijand daarvan was, hoezeer men hem prijzen moge.

Men moet natuurlijk steeds voorzichtig zijn in het beoordelen van bepaalde personen, en ook in het citeren van geschriften. Dat is ook nodig in het geval van dit onderwerp. De jongste zoon van Willem Teelinck werd later predikant in Utrecht en werd afgezet uit zijn ambt, omdat hij de strijd aanbond tegen de overheid in zake diens recht in de kerk. Wij worden hier voor een zeer principieel geval geplaatst, dat we toch niet voorbij mogen gaan. Van Oosterzee, de bekende kanselredenaar uit het begin van de vorige eeuw, was wel apologeet, maar geen aanhanger van de gereformeerde belijdenis. We moeten ons dus niet verwonderen als hij het optreden van Teelincks jongste zoon afkeurt. Ook Engelberts, welke wij citeren, schijnt die richting toegedaan te zijn. Ik moge nog opmerken dat de door ons gebruikte Engelberts niet te vereenzelvigen is met N. J. Engelberts, die het mooie werkje heeft geschreven over: Het Recht der Gereformeerde Kerk in Nederland, verdedigd en haar standpunt geschetst. Er is zeer veel onderscheid tussen die twee. We komen daar, zo de Heere wil, nog nader op terug. In elk geval kreeg de jongste zoon van Teelinck een loffelijk getuigenis van zijn kerkeraad.

Utrecht

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 mei 1950

De Saambinder | 4 Pagina's

Gedachten uit het Verleden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 mei 1950

De Saambinder | 4 Pagina's