Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toelichting op de Nederlandse Geloofsbelijdenis  Art. XVI

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toelichting op de Nederlandse Geloofsbelijdenis Art. XVI

Van de eeuwige verkiezing Gods

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bezien wij tot besluit van dit artikel de beschouwingen over de eeuwige verkiezing Gods bij het Barthianisme. Wel wordt daar geschermd met het woord uitverkiezing en praedestinatie. Doch hoe geheel anders is de inhoud van deze woorden. In feite wordt de leer der uitverkiezing, .zoals de belijdenis ons die geeft, geheel verworpen. Bart erkent ook Calvijn in deze niet te volgen en prof. van Niftrik zegt openhartig dat hun leer in conflict is met de oude gereformeerde leer der uitverkiezing. Wel moet er gesproken worden van een verkiezende God, maar men mag niet spreken van twee categorieën van gepraedestineerde mensen. Er zouden dan geen uitverkorenen en verworpenen zijn, zoals er blanke en zwarte mannen en vrouwen zijn. Er zou dan geen absoluut besluit van God zijn, dat er sommigen in Christus verkoren zijn en anderen in hun val en verderf gelaten waren. Daar is een verkiezende God Die verkoren heeft in Christus, maar er is geen geheim achter Christus. Alleen Jezus Christus is het begin van alle wegen en werken Gods en Jezus Christus is uitverkoren om te zijn tot de Uitverkorene, maar ook gepraedestineerd tot de Verworpene, zoals Hij in Gethsemané en Golgotha was. Daarom is er niemand meer verworpen, omdat Christus voor alle mensen de Verworpene is geweest. Verder is Christus Zelf niet alleen de Verkorene, maar Zelf ook als verkiezend God werkzaam in het Evangelie. De hoofdsom van het Evangelie is de praedestinatie. Wie in Hem gelooft is verkoren, wie Hem ongehoorzaam is gaat verloren, hoewel hij verkoren was in Christus, om eigen verharding en schuld. Tegen elk mens, hoe goddeloos hij ook mag zijn, moet men zeggen: Man, u bent een uitverkorene in Christus, om eeuwig bij God te wonen. Geen mens is er meer verworpen, want Christus alleen is de Verworpene geweest voor alle mensen.

Volgens van Niftrik is de fout geweest van de Gereformeerde vaderen, dat Christus in de uitverkiezing wel was middel, maar geen grond. Neen, dat kan niet, zegt de Barthiaan. God is niet de gevangene van Zijn eigen besluit; in Christus is alles vrij, voor wie Hem maar wil aannemen en het vlees geworden Woord is alleen de grond der verkiezing.

Hoe is het dan toch eigenlijk als er staat met name geschreven: Jacob heb ik lief gehad en Ezau heb ik gehaat? Als er toch staat in Gen. 9 : 16: dat de Heere Farao verwekt heeft om aan hem Zijn kracht te betonen, een kracht waarbij Farao om zou komen, maar waardoor Israël behouden zou worden. Wel, dit is volgens het Barthianisme niet moeilijk te verklaren. Zowel Ezau als Farao zijn types en voorbeelden en spiegels van het gericht, waarin Christus de Verworpene moest zijn. Jacob en Israël typen en voorbeelden en spiegels van Christus, die de Verkorene was. We moeten het niet zo letterlijk nemen als een besluit Gods, dat Jacob de verkorene was en Ezau de verworpene. Dit is slechts typisch bedoeld, zoals David en Salomo typen waren van het koningschap en de heerlijkheid van Christus, Die komen zou. Ook Ezau en Farao waren verkoren in Christus.

Ziedaar enkele beschouwingen van het goddeloze spinsel van Barth c.s. Maar Christus is nooit de Verworpene geweest, wel de Verlatene toen Hij uitriep aan het kruis: „Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten." Wel staat er in Efeze 1 : 4, 5: dat de Heere Zijn kerk verkoren heeft in Hem voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem en de liefde. Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen; door Jezus Christus in zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil. Wel in Christus verkoren en wat de uitwerking der verkiezing betreft door Christus' bloed, maar verder toch als grond door U, door U alleen om het eeuwig welbehagen. Het zal zijn een grote schare, die niemand tellen kan, uit alle natiën en geslachten en volken en talen, staande voor de troon en voor het Lam, bekleed zijnde met lange witte klederen, Openb. 7 : 9. Echter ook een kleine schare in vergelijking met de goddelozen. Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. De poort is eng, en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er die dezelve vinden. Matth. 7 : 14. Dit is geen gebrek van macht en goedheid in God, maar voortvloeiende uit Zijn vrijmachtig welbehagen. En er zei de één tot Hem: Heere, zijn er ook weinigen die zalig worden. En Hij zeide tot hen: Strijdt om in te gaan door de enge poort, want velen (zeg ik u) zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen. Luc. 13 : 23, 24.

De geopenbaarde dingen zijn voor ons en onze kinderen om die bekend te maken, maar de verborgene voor de Heere. Toch is dit leerstuk der praedestinatie „het hart der kerk". Wanneer de vaste lijn van dit artikel 16 wordt terzijde gezet is de kerk tot verval gedoemd. God mocht opstaan over de verscheurde en verdeelde christenheid in Nederland en Neerlands kerk terugbrengen tot het wezen en dit fundament der zaligheid. Ten slotte willen we nog overnemen wat wijlen onze ds J. D. Barth schreef in de Saambinder, jrg. 1931: Vanwaar het diep verval der Nederlandse kerk? Is het niet, omdat de vaste lijnen van de leer der waarheid zijn losgelaten en de scherpe hoeken zijn afgekort? De leer van mensenrechten heeft de overhand verkregen. Gods souvereiniteit wordt verloochend. De verheerlijking van Zijn deugden als niet geacht. Een godsdienst betracht, waarin het ware wezen ontbreekt. De kerk in ons vaderland is van haar oorsprong verbasterd en van haar glans beroofd, omdat men des Heeren Woord verworpen heeft, wat wijsheid zou er dan zijn? Men moet populair preken, dogma's en grondslagen der Waarheid zoveel mogelijk mijden; vooral niet laten uitkomen hoe het gehele geslacht Adams door de zonde der eerste mensen in verderfenis en ondergang is en van de verkiezing en verwerping inzonderheid niet spreken. Het is nu zo ver dat men meent dat de gewone middelen der zaligheid, door God gesteld, als de prediking des Evangelies en de bediening der sacramenten niet meer genoegzaam zijn, dat God daardoor Zijn kerk nog zou bouwen. Verenigingen, bonden, jeugd-godsdienstoefeningen enz. moeten meehelpen om het zinkende schip van kerk, staat en maatschappij trachten te redden. Aan het enige afdoende middel wordt niet gedacht: terugkeer tot de vaste lijnen van Gods eeuwige waarheid gelijk onze vaderen. 

Lisse

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1951

De Saambinder | 4 Pagina's

Toelichting op de Nederlandse Geloofsbelijdenis  Art. XVI

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 1951

De Saambinder | 4 Pagina's