Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak tussen een vader en zijn twee zonen over Samuël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak tussen een vader en zijn twee zonen over Samuël

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vader: Nu zullen wij maar van het offeren afstappen, daar wij in ons leven toch gedurig terug vallen in het offeren. Lees jij het laatste gedeelte van het derde vers eens Bert.

Bert: En aldaar waren priesters des Heeren, Hofni en Pinehas, de twee zonen van Eli.

Huib: Dat klinkt zo slecht niet, ik geloof dat het met de afkomst van die twee zonen wel in orde was. Die zonen behoefden zich niet te schamen om hun verleden te bespreken.

Vader: Niemand kon betwisten dat zij tot Israël behoorden, en in een rechte weg priester waren, alsmede dat zij daardoor recht hadden op priesterkleding, spijs en woning, doch Huib, moet u niet verder gaan met de afkomst te bespreken van die zonen?

Huib: Ik geloof dat men iemand naar zijn leven en afkomst heeft te taxeren, en wat er verder geschied is kunnen wij toch niet bewijzen. Het loopt toch over het leven?

Vader: Zo, loopt het alleen over het leven? Ik meen dat de afkomst verder gaat dan de geboorte. Is het niet?

Huib: Ik begrijp wel wat u bedoelt, doch ik onderdruk weleens de neiging om bij elk onderwerp te spreken over de val, en de gevolgen. Men moet toch de narigheid niet opzoeken, het kan toch wel wat minder en toch goed?

Vader: Het verwondert mij niet zulke taal te horen, daar juist een gevolg van de val is: de werkelijkheid te ontvluchten. Dat heeft ook Adam gedaan,die van God wegvluchtte en de val ongedaan probeerde te maken met verschoningen. Ik ben blij dat het bij jou nog een onderdrukken is, zoals bij velen, hoewel je op gevaarlijk terrein bent, waarin je trapsgewijze kunt vervoerd worden. Het is niet de narigheid opzoeken, doch het is de werkelijkheid erkennen, als wij van uit de val beginnen. Alle onderscheid, dat later gekomen is, heeft de Heere Zelf gemaakt. Ook wat betreft de stam van Levi.

Bert: Er staat toch dat het priesters des Heeren waren, dat wil dus heel wat zeggen, zij stonden toch niet in eigen werk en konden zich dus beroepen op hun aanstelling.

Vader: Het is een voorrecht op de rechte wijze tot een ambt te komen, doch het brengt ook een grote verantwoording met zich, en het moest wel elke dag dringen om te vragen „Dat Uw Naam om onzentwil niet gelasterd, maar geëerd en geprezen worde." Het ambt is geen waarborg dat wij persoonlijk des Heeren zijn. Denk aan Judas, die het lot der bediening van het Apostelschap verkregen had.

Huib: Het zal toch wel ontzag gewekt hebben bij Israël, als zij wisten dat het priesterzonen waren? ;

Vader: Zeker zal dat meegesproken hebben en het verleden heeft voor een ambtsdrager grote betekenis. Er zijn ambtsdragers die altijd met lof spreken over het , onderwijs, vroeger van hun ouders ontvangen, en de eerste beginselen, die zij hun leven lang niet vergeten.

Bert: Is dat nog zo. Vader? Men moet toch geroepen  zijn als Aäron en toch leven wij niet meer onder de ceremoniële wetten.

Vader: Je moet niet vergeten dat de ceremoniële wetten heenwezen naar Christus, dus dat er nog betekenis in ligt voor het Nieuwe Testament. Het priesterlijk  werk wordt nu nog vervuld door de diakenen. Het Profetisch werk ziet op de leraar. Het koningschap op de ouderling, en zo zijn er nog drie ambten.

Huib: Moeten die ambtsdragers weten van de Heere te zijn aangesteld? God is toch niet verplicht die zaken bekend te maken? Ik geloof dat het nogal ver gaat om te zeggen, dat men van God geroepen is. 

Vader: Hoe moet men dan antwoorden op de vraag of  men in het hart gevoelt van God Zelf geroepen te zijn? Het kan toch niet genoeg zijn als ambtsdrager gebruikt te zijn. Vreselijk te denken als stellinghout, gebruikt te worden en persoonlijk het werk der bekering te missen. 

Huib: Wat is er van Eli bekend? Ik meen dat Gods Woord er niet zo veel over spreekt. De zonde is ver- : oordeeld en als Gods Woord zegt dat hij gezondigd heeft zullen wij er maar niet lang over praten, al was hij dan ook priester. Wij behoeven de zonde toch nooit goed te keuren. Ik heb eens horen zeggen, dat, omdat hij achterover van zijn stoel is gevallen en gestorven, hij een verworpene bleek te zijn, daar Gods volk altijd naar God toevalt. 

Vader: Van Eli is bekend, dat hij een nakomeling van Aäron was, doch niet van Aärons oudste zoon Eleazar (die de verbondszegen toegezegd was), maar van Ithamar, Aärons jongste zoon. Waarschijnlijk is door de zonde het Hogepriesterschap een tijd geweest in de lijn van Ithamar, terwijl het later door de zonde van Eli en zijn zonen weer gekomen is in de lijn van Eleazar. En wat Eli zelf betreft: Hij was een sterk persoon, er staat in 1 Sam. 4 : 15—18, dat hij 98 jaar geworden  is en toen nog zwaar was. Wat zijn karakter betreft dat was wisselvallig, dan weer achterdochtig, en dan weer te veel vertrouwend. Jullie zouden zeker wel een vader willen hebben die erg toegeeflijk is hè? Nu dat was Eli.

Bert: Ik zou toch liever geen vader hebben die achterdochtig is, ik vind het vreselijk om te merken dat men in een zeker wantrouwen met elkaar moet leven. Zo iemand zou ik noch als vader willen noch als vriend, Zegt Gods Woord dan dat die karaktertrek in hem was?

Vader: Het bewijs daartoe heb ik gegeven bij de behandeling van de moeder van Samuël, Hanna, die hij voor dronken aanzag, terwijl het een vrouw was, bedroefd van geest en begerig naar Gods zegen.

Huib: Ik wacht er nog op of het achterover vallen van Eli een bewijs was dat hij geen genade had. En zijn zonde dan?

Vader: Dat zou wel een goedkope maatstaf zijn, doch niet naar Gods Woord, daar dan diegenen die voorover gevallen zijn zouden, zalig zijn. In Handelingen 1 : 18  staat dat Judas voorover gevallen en gestorven is. Zodat zulks nooit als bewijs kan gegeven worden, daar niemand er aan kan twijfelen of Judas was een verworpene. Meer bewijs hebben wij niet nodig. En wat het leven van Eli betreft, hij was ongetwijfeld ver afgeweken, miste de roede voor zijn kinderen en was blijkbaar meer ingenomen met de positie die zijn zonen hadden dan dat hij werkzaam was met de eer des Heeren.

Bert: U hebt gezegd dat hij teveel vertrouwend was, ik dacht dat het vertrouwen altijd te prijzen was, daar Gods Woord veel spreekt over vertrouwen.

Vader: Een goed vertrouwen wordt geprezen, doch dat geldt alléén het vertirouwen op de Heere, waar in Psalm 84 van gezongen wordt: „Zalig is hij die op Hem bouwt, en Hem van harte gans vertrouwt". Zulk  een vertrouwen is een geloofswerk en verbindt zich aan Hem die te vertrouwen is en dat vertrouwen zal niet beschaamd worden, dat wordt geoefend zelfs in wegen van druk en zal ook rijke vruchten afwerpen. Gelukkig degene die dat mag doen. Zo was echter het leven van Eli in verband met de opvoeding zijner kinderen niet. Wij hopen een volgende maal daarover te spreken en hopen dat wij er zelf onze staat in mogen zien, en het ons op de rechte plaats moge brengen, persoonlijk, huiselijk, en kerkelijk. De zonde zal Gods volk niet uit de hemel houden, doch in het bedrijven van de zonde wel uit Zijn gemeenschap. 

Yerseke

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 1951

De Saambinder | 4 Pagina's

Samenspraak tussen een vader en zijn twee zonen over Samuël

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 1951

De Saambinder | 4 Pagina's