Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Twee of drie verbonden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twee of drie verbonden

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Spraken we de vorige keer ervan dat er een tweeërlei betrekking tot het verbond is, dat er dus een openbaring des verbonds, waaronder velen leven die vreemdelingen van het leven der genade zijn, echter moet hierbij vastgehouden worden dat het wezen des verbonds zich niet verder uitstrekt dan de uitverkoren kerk, wijl het verbond gesloten is met de uitverkorenen in Christus als hun representerend Hoofd en van Wie zij het lichaam zijn. Zo veelbetekenend zegt Paulus dan ook tot de Hebreeën, die onderwerpelijk in het verbond waren ingelijfd: „Maar gij zijt gekomen tot de berg Sion en de stad des levenden Gods, tot het hemelse Jeruzalem en de vele duizenden der engelen; tot de algemene vergadering en de gemeente der eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God de Rechter over allen en de geesten der volmaakt rechtvaardigen en tot de Middelaar des Nieuwen Testaments Jezus, en het bloed der besprenging, dat betere dingen spreekt dan Abel." Hebr. 12 : 22—24. Hoe noodzakelijk is het dan door wederbarende bearbeiding des Geestes het verbond te worden ingelijfd en deze zo rijke beweldadiging te ontvangen. Dezulken toch zullen nooit verloren gaan, want het genadeverbond is onverbrekelijk. Duidelijk zegt de Heere: „Want bergen zullen wijken en heuvelen wankelen, maar mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond Mijns vredes zal niet wankelen, zegt de Heere uw Ontfermer." Jes. 54 : 10 en zie ook Hebr. 6 : 17, 18; Joh. 10 : 28 en 29. Toch lezen wij menigmaal van verbondsbreuk, zie o.a. in Gen. 17 : 14: „Hij heeft Mijn verbond gebroken" en Hosea 6 : 7: „Maar zij hebben het verbond overtreden als Adam" enz. Hoe dit nu verstaan moet worden? Wel deze teksten spreken van de handelingen van het volk, dat in een uitwendige betrekking tot het verbond stond en alzo levende was onder de openbaring des verbonds en gelijk we reeds in ons vorig artikel zeiden, als zodanig kinderen des verbonds waren, echter niet in wezenlijke, doch wel in uitwendige zin. Deze uitwendige betrekking is niet klein te achten en stelt dezulken onder een dure verantwoordelijkheid. Of leggen de weldaden, die God dezulken schenkt, die onder het licht van het Evangelie leven en die Hij door Zijn Woord roept, ja dringt tot de zaligheid, niet de emstvolle verplichting op, ondanks alle onvermogen van mensenzijde. Zijn eeuwig heil in God door Christus te zoeken? Het wil wat zeggen te leven onder de openbaring des verbonds! De Apostel Paulus gaat zó ver, dat hij ons getuigt dat dezulken zelfs enige gemeenschap aan Christus hebben, terwijl ze nochtans de wezenlijke innerlijke gemeenschap missen. Lees maar wat hij zegt in 1 Cor. 10 : 1—5, daar getuigt hij: „Ik wil niet, broeders, dat gij onwetende zijt dat onze vaders allen onder de wolk waren en allen door de zee doorgegaan zijn en allen in Mozes gedoopt zijn in de wolk en in de zee; en allen dezelfde geestelijke spijs gegeten hebben en allen dezelfde geestelijke drank gedronken hebben; want zij dronken uit de geestelijke steenrots die volgde; en de steenrots was Christus." En toch, zegt hij verder, hoewel ze allen enige gemeenschap dus aan Christus verkregen hadden, zo heeft God in het merendeel van hen geen welbehagen gehad. Hoever het dus gaan kan, blijkt hier duidelijk uit, terwijl dit alles nog ongenoegzaam is ter zaligheid, wanneer deze gemeenschap slechts uiterlijk of uitwendig is. Velen toch staan in een uitwendige betrekking tot het verbond, daar ze leven onder de bediening of openbaring des verbonds, doch nog nooit in het wezen van het verbond zijn ingelijfd. Hiervan spreekt Christus Zelf in de gelijkenis van de wijnstok en de ranken. Hij getuigt daarin dat er ranken in de wijnstok zijn, die weggenomen en in het vuur geworpen en verbrand zullen worden. Nimmer waren ze op de rechte wijze in de wijnstok Christus ingeënt. Zij hadden wel een uitwendige, doch niet een inwendige geestelijke gemeenschap aan Christus en droegen daarom ook geen ware vrucht en werden tenslotte weggeworpen. Zo zullen dus omkomen allen die slechts in een uitwendige betrekking tot het verbond der genade blijven staan. Doch nooit zal één dergenen die wezenlijk in het verbond is ingelijfd kunnen verloren gaan, daar het verbond zelf niet kan verbroken worden. Anderzijds stelt echter de uitwendige betrekking des verbonds en al de daaruit verkregen weldaden elk mens verantwoordelijk voor God. Blijft de mens onder deze bediening onbekeerd, zijn hart verhardend en alzo door ongeloof deze betrekking tot het verbond verbrekend, zo zal hij God nooit de schuld kunnen geven, noch Christus, Die in het Evangelie aangeboden wordt (zie 5 art. hfdst. III, IV, art. 9). Niet omdat God van eeuwigheid verkoren en verworpen heeft, doch om eigen schuld gaat de mens verloren en zal veroordeeld worden niet alleen door de wet, maar ook door het Evangelie, waaronder hij heeft geleefd. De Heere Jezus zeide, dat de kinderen des koninkrijks (dus zij die onder de uitwendige openbaring leefden), buiten geworpen zullen worden. Matth. 8 : 12. Denk maar hoe Christus de steden in welke Zijn krachten meest geschied waren begon te verwijten, zeggende: „Wee u Chorazim; wee u Bethsaida.' enz., zie Matth. 11 : 21 en in vers 22: „Doch Ik zeg u: het zal Tyrus en Sidon ver dragelijker zijn in de dag des oordeels, dan ulieden." En lees eens in vers 23 en 24 wat de Heere van Kapernaüm getuigt.

Paulus zegt: „Daarom wetende de schrik des Heeren, bewegen wij de mensen tot het geloof, " 2 Cor. 5 : 11. Niet zoals velen van onze dagen elkander een geloof opdringen, dat echter geheel vreemd is van het zaligmakend geloof dat de Heere door Zijn Geest in de harten van Zijn volk werkt. De Apostel dringt in dat zelfde hoofdstuk juist aan op de inleving van de noodzakelijkheid dat God er aan te pas moet komen, zeggende in het 20e vers: „Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade: „Wij bidden u van Christus wege, laat u met God verzoenen."

Hoe waar is het echter dat de natuurlijke mens, ondanks al de weldaden van te leven onder de bediening des verbonds, niet begrijpt de dingen, die des Geestes Gods zijn, want zij zijn hem dwaasheid en hij kan ze niet verstaan, omdat ze geestelijk onderscheiden worden, 1 Cor. 2 : 14. Niemand zal ooit tot Christus komen, noch ooit een ware bondgenoot worden dan alleen de daartoe getrokkene des Vaders, gelijk Christus Zelf getuigt: „Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekke, " Joh. 6 : 44, doch ook: „Gij wilt tot Mij niet komen, opdat gij het leven moogt hebben, " Joh. 5 : 40.

Van die getrokkenen echter geldt het ., Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen, " Joh. 6 : 37. Hoe noodzakelijk is dan die trekking des Vaders tot Christus door Zijn Geest bij aanvang en ook tot meerdere oefening des geloofs, bij voortgang gelijk de bruid uitriep: „Trek mij, wij zullen U nalopen!" Doch toen daarop ook mocht zeggen: „De Koning heeft mij gebracht in Zijn binnenkamersn; wij zullen ons verheugen en in U verblijden; wij zullen Uw uitnemende liefde vermelden, meer dan de wijn; de oprechten hebben U lief." Hooglied 1:4. Staan wij nu een volgende keer D.V. ook eens stil bij de verhouding van doop en belofte tot het verbond.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 augustus 1951

De Saambinder | 4 Pagina's

Twee of drie verbonden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 augustus 1951

De Saambinder | 4 Pagina's