Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedachten uit het verleden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedachten uit het verleden

Willem Teellinck

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Teelinck was dus vrij streng in de eisen, welke hij stellen wilde aan de studenten in de theologie. Scherp stelt hij hetgeen nodig is te kennen, en formuleert hij hetgeen voor de practijk nodig is. Het hoger onderwijs ging hem zeer ter harte.

Denk evenwel nu niet dat hij het lager onderwijs voorbij ging. Het is er verre vandaan. Nog hoger stelde hij de eisen voor dat onderwijs, hetwelk de kinderen op de scholen kregen. In zijn werkje „Noodwendig vertoog" spreekt hij daarover. In Middelburg was hij gewoon om met enigen van zijn kerkeraad en vertegenwoordigers van de plaatselijke overheid de scholen te bezoeken en de kinderen vragen te stellen. Hij stelde dan de kinderen vragen op alle terrein, doch het meest omtrent de Bijbelse geschiedenis. Hij probeerde de kinderen of ze in staat waren een kort gebed te doen voor de een of andere gelegenheid en wanneer hij zulks constateerde, beval hij de kinderen en scholen in de bijzondere zorg der onderwijzers aan, en legde er vooral de nadruk op, dat men de geleerdheid niet zou domineren boven de godzaligheid.

Teelinck verstond dat het kind van zo grote waarde is. We zouden bijzondere aandacht aan het kind geven. Luther sprak reeds: Geef me het kind en ik heb de toekomst. Rome en het moderne socialisme hebben niet tevergeefs de hand gelegd op het kind. Van alle kanten en op allerlei wijzen probeert men het kind te grijpen. Van zo groot belang zijn daarom scholen van eigen richting. Daarbij kunnen we dan onze inrichtingen van onderwijs zelf bezoeken. De leraren en de ouderlingen. Let in dit verband op het feit dat Teelinck de ouderlingen wilde examineren. Inderdaad, het was nog zo slecht niet van deze dominee gezien. Uit de practijk weet ik hoe nodig het is om regelmatig toezicht te houden, zowel op de inrichtingen van onderwijs als op het onderwijzend personeel. Ook daaromtrent heb ik in de practijk geleerd hoe nodig het is daar voortdurend op te letten. Daarom is het van zo groot belang dat we een eigen opleidingsschool voor onderwijzers hebben. Te weinig aandacht wordt daaraan naar mijn overtuiging gegeven, en onze kerkeraden mochten er toch zeker wel meer steun aan geven, ook financieel. We hebben zulk een eigen inrichting van onderwijs en totnogtoe wordt die uit eigen middelen onderhouden, maar er kan, naar mijn vaste overtuiging, meer gegeven worden. Door eendrachtig saam te werken moet dat kunnen. Zelf zit ik in de synodale commissie, voor die school, en ken dus wat van de moeilijkheden welke moeten worden overwonnen. Met niet genoeg aandrang kan ik daar op wijzen, en dat alles in verband. De jongelui, die opgeleid worden tot het werk om onze kinderen te onderwijzen, moeten niet alleen in het algemeen daartoe onderwezen worden, maar ook deugdelijk onderlegd zijn in de gronden der waarheid. Ik bedoel daarmede niet dat ze bijzondere theologen moeten worden, maar in de zuivere gronden der Waarheid goed onderlegd.

Weer wil ik wijzen op het prachtige boekje van Ds Kersten, dat hij als „Korte lessen over het Kort Begrip" uitgaf. Als onze toekomstige jonge onderwijzers dat goed onder de knie hebben, durf ik de verzekering geven dat ze een behoorlijk stuk van de geloofsleer te pakken hebben. Ik ben natuurlijk weer heel erg aan het dwalen, doch in elk geval blijf ik op het terrein van het onderwijs voor onze kinderen, zo ik meen. Het kan dus geen kwaad om er de nadruk eens op te leggen. Het is van te groot belang om zulks maar aan ons te laten voorbijgaan. Teelinck heeft dat goed gezien. Daarom moesten kerkeraadsleden met hem mee, en vertegenwoordigers van de plaatselijke overheid. Dat de overheid het onderwijs los van Gods Woord geeft is toch scherp te veroordelen. Laat ons dan leringen trekken uit de voorbeelden, welke de besten van onze vaderen gegeven hebben, en dat we aanschouwen mochten de uitkomst hunner wandel. Het is van het allergrootste belang dat we er onze volle aandacht aan geven, want het raakt het onderwijs en de opvoeding van onze kinderen.

De leer, die naar de godzaligheid is, daarin behoren ze deugdelijk te worden onderwezen. Het verband tussen kerk en school wordt los geweekt en kan niet anders dan tot groot nadeel voor kinderen en kerk werken. Hoe gelukkig zouden we zijn als we de heilige strijd mochten strijden. Helaas, er is menigmaal zo vaak vreemd vuur bij. Gaarne erken ik de arbeid en moeite alsmede grote financiële offers, welke in sommige gemeenten aan de dag zijn getreden om te komen tot een eigen school. De bewijzen zijn daarvan in het midden van ons. De Heere geve ons verstand met goddelijk licht bestraald, ook ten deze, opdat we van heler harte mochten staan naar het gebod des Heeren, dat we de jongen zouden leren de eerste beginselen Zijns wegs, opdat, wanneer hij oud zal geworden zijn, daarvan niet zou afwijken.

Utrecht

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 oktober 1951

De Saambinder | 4 Pagina's

Gedachten uit het verleden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 oktober 1951

De Saambinder | 4 Pagina's