Gedachten uit het verleden

In het Huisboek van Teelinck staan zulke kostelijk mooie zaken. Het is alleen zo jammer dat we er zo weinig van weten, de goeden natuurlijk niet te na gesproken. Er zijn gelukkig altijd nog mensen welke zulken schrijvers objectief naspeuren, maar onze jonge mensen, ai zeg, wat weten ze nog van oude en deugdelijke schrijvers en de inhoud van hun geschriften. Zie dat is jammer. In dat door mij genoemde werk van Teelinck, waarover ik in een vorig artikel reeds enkele opmerkingen gaf, staat nog veel meer schoons. Zo dringt Teelinck bijzonder aan om deugdelijke kennis der schriften te verzamelen. Vooral de ouders behoren hun kinderen wel de nodige wetenschap van Gods Woord bij te brengen. Natuurlijk raakt dat hier de historiële kennis, want de geheiligde wetenschap is een zake des Heeren. Hoe droevig is het daarmede gesteld als men de verschillende uitlatingen hoort. Het moge ons toch wel bijzonder ter harte gaan en onze jonge mensen mochten we toch wel aansporen tot naarstig onderzoek van Gods Woord. De Bijbel is het kostelijkste geschenk dat de wereld heeft en het schoonste sieraad van uw huis. Laat onze jonge mensen toch ter zijde leggen al de hedendaagse literatuur, welke er aan de markt verschijnt en geen nut kan doen, anders dan te doen kennen hoe arm we zijn aan geestelijke kennis. Men zegt zo menigmaal dat deze boeken niet boeien bij het lezen. Dat komt natuurlijk daaruit voort dat we de zaken niet verstaan en dat ze ons niet ambiëren. Terwijl ik dit schrijf denk ik aan een schrijver uit Engeland, n.l. Jac. Hervey. Deze man heeft niet alleen kostelijke boeken geschreven wat het zakelijk deel betreft (Comrie citeert hem nogal eens, vooral in zijn brief over de rechtvaardigmaking), maar die zijn ook geschreven in zulk een prachtige stijl, dat het een lust is om ze te lezen. Ik denk in dit verband b.v. aan zijn prachtige werk „Thoron en Aspasio", waarin hij handelt over de toegerekende gerechtigheid van Christus. Vervolgens zijn beschouwingen over de sterrenhemel, de bloemhoven en de kerkhoven e.a. Ik maak daarom even melding van het standpunt van Teelinck omdat ik dat zo geheel kan onderschrijven en onze jonge mensen gaarne deugdelijke lectuur zou zien lezen en onderzoeken. Niet minder behoren we onze formulieren van enigheid goed te kennen en dan niet in de laatste plaats de catechismus. Komt jongens en meisjes, laat het Woord des Heeren u ter onderzoek lief zijn en daarnaast onze belijdenisschriften en onze oudvaders. Natuurlijk heeft iedereen nog weer een bepaalde voorkeur voor zekere schrijvers. Dat blijft nu eenmaal. Dat heb ik ook, maar daarom noem ik er geen, opdat men mij niet verdenke eenzijdig te willen zijn. Teelinck heeft zeer wel verstaan het, nut van onderzoek en gelijk dat in zijn tijd zozeer van node was, zo is dat in onze dagen nog niets verminderd. Trigland heeft in zijn Kerkelijke Geschiedenissen geschreven: Dat er niet zulk een voorsprong bij de Remonstranten zou geweest zijn, indien er meer kennis van de voorwerpelijke waarheid zou hebben bestaan bij het volk. Ik weet dat het grote werk over die geschiedenissen niet in ieders bezit zal zijn en ook niet binnen ieders bereik, maar lees dan maar het kostelijke werkje van Fruitier: Sions Worstelingen. Dit zou ik 'n zeer goede verkorte uitgave willen noemen van Triglands werk. Ik acht 't inderdaad van het allergrootste belang deze werken te lezen. Men voere mij niet aan, dat er dan een hoofd vol met wijsheid komt waaraan we toch niets hebben. Ter zaligheid is dat natuurlijk absoluut ongenoegzaam. Dat onderschrijf ik van ganser harte. Maar als het de Heere behaagt bij dezulken Zijn genade te verheerlijken, kunnen deze mensen, welke met een goede schriftkennis begiftigd zijn, zeer nuttige christenen zijn, zo voor zichzelf, alsook voor anderen en de kerk in het algemeen. Ik werd dezer dagen bepaald bij Apollos, en dat hij machtig was in de schriften en een groot redenaar, maar deze geleerde man, welke de Heere aan Paulus toevoegde, was niet te groot om de weg des Heeren bescheidenlijker uitgelegd te krijgen door eenvoudige mensen als Aquila en Priscilla. Dat deden die mensen heel verstandig. Zij namen hem tot zich en hij was er volkomen aan onderworpen dit onderwijs te ontvangen en deed er zijn nut mee.

Ik heb langer bij deze opmerking van Teelinck stil gestaan dan ik van plan was, maar ja, hoe gaat dat. Ik dacht het nuttig te kunnen zijn hier enkele opmerkingen aan vast te knopen. Wellicht kan het voor dezen of genen tot zegen zijn. Ik heb dat meer gehad omtrent de artikelen van Teelinck, waaromtrent ik zeer gewaardeerde brieven van lezers ontvang. De Heere doet er mee wat goed is in Zijn ogen, want Hij bereikt er Zijn doel mee. Ook hier geldt: Zaait aan alle wateren.

RECTIFICATIE

In De Saambinder No. 19 staat als schrijver van het boek getiteld: „Evangelische Heiligmaking" vermeld Charnok. Dit moet zijn Marshal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen