Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak tussen een vader en zijn twee zonen over Samuël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak tussen een vader en zijn twee zonen over Samuël

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bert: Ik vind het een verering van het schepsel als Hanna met de uitkomst in Eli eindigt, zij zegt, vers 18: „Laat mij genade vinden in uwe ogen! Alzo ging die vrouw haars weegs en baar aangezicht was haar zodanig niet meer." Kan, en mag zij nu Eli om genade bidden, daar zij geen schuld had en Eli zulke ingrijpende dingen gedaan had. .

Vader: Het is niet dat Hanna hier vlees tot haar arm stelt, doch zo, dat zij de verdere deelneming verzoekt van Eli. Het betekent dat Hanna verlangt dat hetgeen voorgevallen is geen verwijdering zal geven, en dat Hanna de fout van Eli van harte wil vergeven. Zij beveelt haar zaken in de verdere gebeden van Eli aan. U moet nooit vergeten, Bert, als iemand werkelijk om genade gaat roepen, dan verlangt hij ook om de middelen der genade, en die zijn voor Hanna nog de instellingen des Heeren, hoever de Godsvrucht ook geweken is. Het blijven voor Hanna de inzettingen Gods, en dat is duidelijk gebleken, als straks de Heere die dorsvloer doorzuivert en de zonen van Eli wegneemt en Samuel stelt als de opvolger van Eli.

Huib: Ik denk dat de vraag van Hanna voortspruit uit de innerlijke onderwerping.

Vader: Dat is in deze geschiedenis van groot belang, daar Hanna gemerkt heeft, dat niet Eli aan het woord was, doch dat de Heilige Geest het bekrachtigd heeft. God wil Eli nog gebruiken. Denk maar dat er velen van die Hanna's uitzien in de instellingen des.Heeren of de Heere het wil bevestigen of Hij hen wil gebruiken, en wat kan het sterk verbinden als de Heere hen doet zijn één van hart, en één van ziel. U moet nooit vergeten dat, waar God de eerste tafel der Wet (liefde tot God) herstelt. Hij ook de tweede tafel der Wet (liefde tot de naaste) zal geven, en dat mag Hanna beoefenen.

Bert: U kunt wel heel die zaak in 'het licht stellen. Vader, om noch Hanna, noch Eli schuldig te verklaren, doch mijn gedachte is, dat bij Hanna danig zuster „Eigenliefde" op de voorgrond komt. Slaat u Hanna niet een beetje te hoog aan?

Vader: Neen, Bert. Ik zeg niet dat in het hart van Hanna geen eigenliefde woont, hoor, dat zal zij tot haar smart wel hebben aangevoeld doch hier is het niet haar drijfveer. Hanna weet dat ook in de beste verrichtingen haar de zonden aankleven, en daarom 'heeft zij ook in deze zaak de zegen des Heeren nodig en kan zij zonder genade niet leven. Ook in de geschiedenis van Ruth treffen wij dezelfde uitdrukking aan, n.l. dat zij zegt: „laat mij genade vinden in Uwe ogen, " Ruth 2 : 13, dat wil niet zeggen dat zij het alleen bij Boaz zoekt, doch. dat zij erkent dat de Heere middellijk wil werken.

Huib: Het blijkt dat Hanna beseft dat zij haar tijdelijke roeping ook moet vervullen. „Alzo ging zij haars weegs" en bleef niet bij Eli. Het zal toch voor Eli wel wat hebben nagelaten, toen hij het gesprek met Hanna geëindigd had.

Vader: Dat zal het zéker wel. Als Hanna wegtrekt, dan neemt zij niet alles mee. Eli zal wel mensen gezien hebben die tot de Tempel kwamen en waar hij nooit meer aan gedacht heeft, die mensen namen weer alles mee terug, toen zij vertrokken, doch Hanna laat wat achter. Hoe anders is ook haar terugkeer, „haar aangezicht was haar zodanig niet meer." Hier werd het reeds voor haar vervuld, dat treuringen en zuchtingen zullen wegvlieden en blijdschap op hunne hoofden vermenigvuldigd wordt.

Huib: Hier wordt het duidelijk bevestigd. Vader, dat droefheid komt na vele smarten. Psalm 97 : 7. Nu begrijp ik wat u onlangs zei, dat Gods volk niet alleen droefheid kent, en dat het een verkeerde gedachte is dat het bevindelijk leven alleen bestaan zou uit droefheid en treuren. Die dat zeggen hebben nog nooit ondervonden dat er in de droefheid van Gods kerk blijdschap is. Zij lasteren hetgeen zij niet weten.

Vader: Dat is waar, jongen, die geen droefheid kent kan nooit de blijdschap waarderen. Die nooit de moeilijkheden van de duisternis doormaakt 'heeft, kan nooit op rechte wijze het licht waarderen. Er zijn mensen die , zijn altijd verblijd en lachen om de treurigheid van Hanna, en dat is menigmaal een onnatuurlijke blijdschap, een blijdschap die veel droefheid verbergt, en zal eindigen in een eeuwige droefheid zonder verbreking. En anderzijds zijn er mensen die niets anders kennen dan droefheid, en die de blijdschap van Gods volk niet begrijpen, die niet kunnen verstaan dat David Psalmen zong in de nacht, en Paulus en Silas in de kerker te Filippi. Het is bij Hanna, en bij al Gods volk een blijdschap, die de wereld niet kent en die verre de blijdschap der wereld overtreft.

Bert: Nu ga ik meer van Hanna houden als zij terug reist dan toen zij optrok. Met zulk een Christen kan men voor de dag komen, het is haar aan te zien dat er wat gebeurd is.

Vader: En? Wat nog meer Bert? Het is innerlijk bij haar zo veranderd. Weet u nog wat ze tegen - Eli zei? „Ik ben een vrouw, bedroefd van Geest". Innerlijk is er veel meer blijdschap nog dan dat men uiterlijk aan haar kan merken.

Huib: Er staat ook dat „zij at", dus zij legt haar droefheid af en mag God verheerlijken in lichaam en in ziel. om hier de voorsmaken te hebben van de eeuwige zaligheid.

Bert: Ook dat vind ik wel een beetje te vroeg gebruikt; niets, maar dan ook niets is er vervuld, en toch is het bij Hanna net of zij de zaak al bezit.

Vader: Gods werk is nooit te vroeg, en in al Gods werk ligt een volheid. De kleinste in de genade, en de meest bevestigde kunnen alleen rusten in het werk Gods, missen zij dat, dan is het leeg, hebben zij dat, dan is het vol. De wereld is nooit vervuld; niemand kan van de dingen der wereld verzadigd worden. In het lachen is nog smart, zegt Salomo.

Bert: Wil dat zeggen dat ze alleen natuurlijk at, of is het ook van 'betekenis voor 'het geestelijk leven?

Vader: Zoals het hier bedoeld wordt wil het zeggen dat haar droefheid over was en zij voor haar lichaam gegeten heeft. Het kan echter niet ontkend worden dat zij ook geestelijk gegeten heeft, en vervuld is met het Manna dat verborgen is, en ook daarop zal zij de Heere danken voor al Zijn weldaden. Zij doet dat in het 19e vers, wat wij in het vervolg te overdenken hebben.

Yerseke

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 1952

De Saambinder | 4 Pagina's

Samenspraak tussen een vader en zijn twee zonen over Samuël

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 1952

De Saambinder | 4 Pagina's