Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Iets over de kinderdoop

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Iets over de kinderdoop

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In verband met de vorige artikelen over de doop werd mij verzocht ook iets te willen schrijven over het gevoelen betreffende de zaligheid der jong stervende kinderen, welke al of niet gedoopt zijn. Zulks naar aanleiding van art. 17 van het Ie hfdst. van de V art. tegen de Remonstranten. Dit artikel luidt als volgt: „Nademaal wij van de wil Gods uit Zijn Woord moeten oordelen, hetwelk getuigt dat de kinderen der gelovigen heilig zijn, niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond, in hetwelk zij met hun ouders begrepen zijn, zo moeten de Godzalige ouders niet twijfelen aan de verkiezing en zaligheid hunner kinderen, welke God in hun kindsheid uit dit leven wegneemt. Gen. 17 : 7, Hand. 2 : 39, 1 Cor. 7 : 14."

Het gaat er dus om wat onze Dordtse vaderen op grond van Gods Woord hiermede willen zeggen. Dat ook kinderen zowel als volwassenen zalig worden, daarvan geeft Gods Woord ons een duidelijk bewijs in hetgeen de Heere Zelf getuigt over het kind van Jerobeam, zie 1 Koningen 14 : 13. En David mocht geloven dat zijn gestorven kind het had verkregen, 2 Samuel 12 : 23b. Dat de Heere Zijn genade in de prille jeugd, soms reeds vóór de geboorte zelfs verheerlijkt, daarvan zijn Johannes de Doper, Luc. 1 : 15, Jeremia, Jer. 1 : 5, een duidelijk bewijs. Ook getuigde Obadja tot Elia: „Ik uw knecht, nu vrees de Heere van mijn jonkheid af", 1 Koningen 18 : 12b. Toch is ook de kinderen niet minder dan de volwassenen van node wedergeboren te worden om zalig te worden. Die wedergeboorte werkt de Heere in kinderen echter onmiddellijk. Zij toch kunnen het Woord Gods horen noch lezen of verstaan. Hoewel de Heere degenen die tot hun verstand gekomen zijn altijd wederbaart door Zijn Woord en Geest, zo geschiedt deze in de kinderen op een voor ons verborgen wijze, onmiddellijk, zonder dat het Woord als middel dient. Deze wonderlijke werking Gods geeft echter geen recht om nu daaruit te besluiten dat alle uitverkorenen in de regel wedergeboren ter wereld komen of het zaad der wedergeboorte in hun prille jeugd reeds wordt ingelegd. Zeer terecht zegt Calvijn, dat zij die "dromen dat in de harten der uitverkorenen van de geboorte aan een zaad der wedergeboorte is gelegd, door de Schriftuur niet geholpen worden en door de ervaringen zelfs bestraft. Inst. III, 24 § 10. De enkele voorbeelden, zoeven uit de Schrift genoemd, geven ons oók geen grond om daaruit te besluiten dat alle jong stervende kinderkens in heerlijkheid ingaan. Hieruit, kan dus de grondgedachte onzer vaderen niet opkomen om te stellen dat de Godzalige ouders niet te twijfelen hebben aan de zaligheid van hun jong stervende kinderkens. Ook hielden onze vaderen vast daaraan dat elk mens van nature, krachtens de bondsbreuk in Adam, - dood is door de misdaden en de zonden en alzo verdoemelijk voor God. Eveneens leerden zij dat de verkiezing en verwerping ook over de kinderen gaat, zoals wij straks nader zien zullen.

Wat was dan toch eigenlijk de zaak! Wel de Remonstranten smaadden onze vaderen dat zij met hun verkiezingsleer de jonge kinderen maar verdoemden. Toen hebben onze vaderen die smaad verre van zich geworpen en beleden dat godzalige ouders niet behoeven te twijfelen aan de verkiezing en zaligheid hunner jong stervende kinderen. Niet zó alsof genade erfgoed is en de kinderen van godzalige ouders van nature iets ter zaligheid vóór hebben boven andere kinderen! Ook wilden zij daarmede niet te kennen geven dat zij in hun ouders zalig zouden zijn, want dat kan alleen in Christus, maar zij gaven hiermede uitdrukking allereerst daaraan, dat God zijn genade verheerlijkt in Zijn kerk, waaronder zowel kinderen zijn als volwassenen, welke leven binnen de grenzen van 't verbond der genade. De zaligheid wordt geschonken immers binnen de kring des verbonds. Opgemerkt moet dan ook worden dat zij beginnen te spreken van de kinderen der gelovigen ten opzichte van datgene wat zij zijn, niet van nature, doch in verband met de verbondsbetrekking, zeggende: „niet van nature, maar'uit kracht van het genadeverbond, in hetwelk zij met hun ouders begrepen zijn." Het verbond der genade heeft wel een openbaringsvorm, waaronder velen leven die nimmer de zaligheid deelachtig zullen worden, doch dit doet niets af daarvan dat God Zijn verkiezende liefde verheerlijkt binnen de kring des verbonds en er alzo is een onlosmakelijk verband tussen de verkiezing en het wezen van het verbond. Want hoewel deze zaken van elkander onderscheiden zijn, zo zijn ze echter niet van elkander af te scheiden. Op deze beide zaken hadden onze vaderen het oog. Het is dan ook opmerkelijk dat ze niet alleen spreken van de , , zaligheid" van jong stervende kinderkens, doch ook van hun , , verkiezing" tot zaligheid. De verkiezing verdoezelen onze vaderen ook ten opzichte van de kinderen niet. Tegelijk sluit dit in dat waar er een verkiezing is, ook een verwerping is. Anders ware de verkiezing niet nodig. Daarbij, Gods besluit van verkiezing en verwerping is zowel als al de besluiten Gods een eenvoudig, onveranderlijk besluit en geen tweevoudig besluit, waar een afzonderlijk besluit de kinderen en een ander de volwassenen zou gelden. Onze Dordtse vaderen spraken met dit artikel dan ook niet uit dat „alle" jong stervende kinderkens der gelovigen zalig worden. Hoewel velen het daarheen willen wenden is dit toch de. beoging van dit artikel niet. Zeer duidelijk komt dit uit in de uitspraken van de afgevaardigden van Utrecht, Overijssel enz. In de acte van de Handeliiigen der Nationale Synode van Dordt staat het duidelijk te lezen dat het oordeel van de gedeputeerden van Overijssel was: „De verkiezing en verwerping heeft ook plaats in de jonge kinderen" (uitgave Donner, blz. 674). Zij beriepen zich hierbij op Rom. 9 : 11.

De Utrechtse gedeputeerden oordeelden: „Indien daar geen verkiezing is van de jonge kinderen, zo is voor dezelve ook geen belofte der zaligheid noch zaligheid. Want de zaligheid en de belofte ervan is nergens anders uit dan uit de verkiezing tot zaligheid. Nu aan de jonge kinderen behoort de belofte: „Ik ben uw God en uws zaads God. Ulieden en uw kinderen is de belofte gedaan. Uw kinderen zijn heilig. En hun behoort ook de zaligheid. Laat ze tot Mij komen, want het Rijk der Hemelen behoort hun toe." Indien de verkiezing behoort tot de jonge kinderen, zo behoort ook tot de jonge kinderen de verwerping; zulks bewijst de verwerping van Ezau, zijnde een jong kind, ja nog niet geboren. Welk voorbeeld de Apostel voorbrengt, om daarmede de algemene leer van de verwerping Gods te bewijzen, nemende zijn gevolg van een bijzonder voorbeeld tot bewijs van de waarheid derzelve in 't algemeen, gelijk hij ook de leer der verkiezing Gods bevestigt met het voorbeeld van Jacob, mede zijnde nog een jong kind en alsnog niet geboren (zie uitgaaf Donner, blz. 655). Onze Dordtse vaderen beoogden dus niet te leren dat alle jong stervende kinderkens hoofd voor hoofd zalig worden, zij drongen niet in de verborgen raad Gods, wijl da verborgen dingen voor de Heere onze God zijn en de geopenbaarde voor ons en onze kinderen, doch zij wilden zich enerzijds weren tegen de laster der Remonstranten en anderzijds de godzalige ouders, die met zoveel vrezen over hun kinderen bezet kunnen zijn, troost bieden met het geheim des verbonds. Een volgende keer hopen wij D.V. hier nog wat verder op in te gaan. Gelukkig degenen, die persoonlijk een onderwerp van die zaligheid mogen zijn, waarvan onze vaderen in dit artikel spreken. 

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juli 1952

De Saambinder | 4 Pagina's

Iets over de kinderdoop

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juli 1952

De Saambinder | 4 Pagina's