Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het kruisdragen achter Jezus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het kruisdragen achter Jezus

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als zij Hem wegleidden, namen zij een Simon van Cyrene, komende van de akker, en leiden hem het kruis op, dat hij het achter Jezus droeg. Lucas 23 :26

De ervaring die Simon van Cyrene kreeg op de morgen van de kruisiging van Christus viel aanvankelijk voor hem niet mede. De andere Evangelisten zeggen dan ook zij „dwongen" hem. Alles wat in Simon was verzette zich tegen zulk een verplichting. Hij was immers van verre gekomen om Paasfeest te Jeruzalem te houden, terwijl hij door het kruishout achter Deze veroordeelde te dragen onrein werd en geen feest zou kunnen vieren ia de tempel, terwijl hij voor zijn leven zou zijn gebrandmerkt, al zijn eer zou zijn vergaan en hij daarbij, inplaats van naar Jeruzalem toe, al verder van Jeruzalem verwijderd werd. Dit kon voor deze vrome Israëliet, die God naar de wet wilde dienen, toch de weg des Heeren tot Zijn eer en verheerlijking niet zijn? Alles wat in hem is staat er dan ook tegen op om zich hiertoe te moeten geven. Doch al zijn tegenstand baat hem niet en de vijanden des Heeren zetten door, al moet het met geweld. Zelf daartoe ook gans verblind brengen zij echter als nietige middelen de geliefde des Heeren achter Jezus en leggen hem het achterste deel van het kruis van Jezus op, opdat hij het achter Jezus droeg. Hoe wordt ons' hierdoor tegelijk ook getekend de vervulling van de profetie, waarin Christus Zelf uitriep: „Ik heb de pers alleen getreden, en er was niemand van de volken met mij", Jes. 63 : 3a.

Tot welk een smartelijk lijden moest Christus zich plaat»bekledend overgeven^ waarbij Hij van allen verlaten werd. Het volk Israël met zijn Overpriesters en Schriftgeleerden had Hem verworpen en geroepen: Kruis Hem, terwijl Judas Hem al verraden had en al Zijn discipelen Hem verlaten hadden, ja zelfs Petrus Hem verloochend had. Zijn heilig aangezicht was bespuwd en geslagen en Zijn heilige rug was met smartelijke geselslagen als doorploegd geworden en hoewel Pilatus tot zovele malen Hem onschuldig moest verklaren, was Hij door hen nochtans overgegeven om gekruisigd te worden. En nu, terwijl Hij onder de onbeschrijfelijke smarten, die Hij te lijden had, werd weggevoerd naar Golgotha, waarbij de krijgsknechten, vrezende dat Hij die plaats niet bereiken zal, Simon van Cyrene, komende van het veld, verplichtten achter Jezus Zijn kruis te dragen, geeft Simon zich hiertoe niet eerder over dan nadat hij hiertoe gedwongen geworden is. Niet de minste oorzaak is er dan ook in enig mens te vinden, waartoe Christus Zichzelf tot zulk een lijden en sterven aan het hout der vervloeking vrijwillig overgaf. Hoe straalt in die gang van Christus naar Golgotha Zijn eeuwige liefde uit tot volbrenging van het welbehagen des Vaders, tot verheerlijking der Goddelijke deugden in de zalige herstelling van al Zijn volk, ja Zijn liefde tot al Zijn gunstgenoten, waarin Hij Zich doodliefde en daarin vervulde het woord: „De ijver van Uw huis heeft Mij verteerd". Zijn naam is dan ook Jezus, d.i. Zaligmaker. Hij is een volkomen Zaligmaker, waartoe als grond de mens niets kan, doch ook niets wil toebrengen, ja zich een vijand betoont om uit genade door Christus, Die daartoe zulk een weg moest gaan, zalig te worden. Simon van Cyrene wil door de werken der wet God dienen en naar Jeruzalem om in de Oud Testamentische dienstbaarheid der wet het Pascha te houden. Nu hij dan ook zo ineens door deze ruwe mannen aangegrepen en verplicht wordt het kruis van Deze veroordeelde op zich te nemen en achter Hem te dragen, wordt alle hoop en verwachting, die hij van Jeruzalem had, weggevaagd. Ja inplaats van naar Jeruzalem gaat het al verder van Jeruzalem af, terwijl hij nu, volgens de wet, ook onrein in zichzelf geworden is, doordat hij gemeenschap met dit kruis gekregen heeft. Ook alle eigen eer is nu vergaan, daar hij door het dragen van dit kruis voor zijn leven gebrandmerkt geworden is. Wat zoekt de mens toch in een verbroken werkverbond het leven en de vrede te ontvangen, terwijl door onze bondsbreuk in ons verbondshoofd Adam door ons zelf alles onder de vloek en het oordeel des doods gekomen is en alzo door de werken der wet geen vlees meer zal gerechtvaardigd worden. Ja zo verdorven zijn wij geworden, dat wij niet anders kunnen dan met gedachten, woorden en werken die schuld neg dagelijks vermeerderen. Hoe gelukkig degene dan ook die door onwederstandelijke bearbeiding des Heiligen Geestes van alle verwachtingen van het Jeruzalem der dienstbaarheid wordt afgesneden en door genade achter Jezus wordt gebracht om Zijn kruis te leren opnemen om Hem te mogen volgen. Noodzakelijk is het ons om met Simon van Cyrene te leren door ontdekkende genade Gods, dat in het wettisch Jeruzalem nooit meer te verkrijgen is wat tot het leven en de gelukzaligheid van node is. Dat het aan onze zijde met alles gans verloren is, wijl met al onze offeranden het voorhangsel gesloten blijft, doch dat het ons onmisbaar is ten leven achter Jezus gebracht te worden en door ontsluitende genade te leren verstaan wie' die Man van smarten is. Noodzakelijk is gemeenschap met Hem te verkrijgen. Zijn kruis achter Hem te leren dragen en Hem alzo te volgen. Ontzinkt Simon van Cyrene bij het opleggen van het kruis van Christus alle moed, en blijft er geen enkele verwachting meer over, nog Paasfeest te Jeruzalem te kunnen houden, welk een troostrijke verwondering moet het dan hem gebaard hebben, achter Jezus aankomende, met een ontsloten geloofsoog te bemerken, dat 't geheel enige Paaslam, waar al de offeranden op zagen, thans voor hem henengaat, om Zich vrijwillig ter slachting over te geven! De, Hogepriester moest onder Israël het Paaslam keuren. Nu echter het geheel enige Paaslam hen gebracht werd, had hij uitgeroepen: „Weg met deze". Verworpen alzo door de mannen der wet, overgeleverd aan het hoogste gerecht Pilatus, was Hij tot de kruisdood verwezen en ging alzo heen om geslacht te worden. Doch verworpen van het volk der Joden, was Hij van de Vader daartoe verkoren en Zijn volk gegeven en gaf Hij Zichzelf vrijwillig daartoe over.

Ja om met één offerande te volmaken al degenen die door Hem tot God gaan. Wat wordt Hij dezulken, die van dat heilgeheim iets leren verstaan, toch dierbaar. Maar wat gebruikt de Heere ook wonderlijke wegen om de Zijnen in Zijn genade te doen delen, door hen in de gemeenschap met Christus het leven uit de dood alzo te doen ontvangen. Ruwe, onverschillige wereldlingen worden daartoe soms, als nietige middelen, dienstbaar gesteld gelijk als hier bij Simon van Cyrene. Anderzijds komt hier ook openbaar de onwederstandelijke kracht des Heeren, die voor een elk, hetzij vroom of goddeloos, noodzakelijk is om als gans verlorenen in Adam, in de genade Gods, die in Christus, Die gezegende en plaatsbekledende en schuldovernemende Borg is, te doen leven. Van nature zijn wij vijanden van het kruis van Christus en weigeren wij om met verlies van eigen werk en leven zalig te worden. Toch is het voor een elk, om welgetroost zalig te kunnen leven en sterven, noodzakelijk, achter Jezus gebracht te worden en gemeenschap met Hem te verkrijgen. En bij dat volgen van Jezus behoort het kruis. De Heere Jezus zeide tot de rijke jongeling: „Ga heen, verkoop alles wat gij hebt neem het kruis op en volg Mij", Marc. 10 : 21, en: „Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven en neme zijn kruis op en volge Mij", Matth. 16 : 24. 

En elk die door de goddelijke beweldadiging des Heiligen Geestes uit de dood in het leven wordt overgezet, krijgt dan ook op zijn weg een kruis mede. Wel zijn die kruisen zeer onderscheiden. De een heeft een openbaar kruis, de andere een verborgen kruis, terwijl die weer een schandelijk kruis te torsen heeft. Hoe zwaar kan het kruis drukken. Toch legt de Heere nooit te veel op. Welk een kracht geeft het echter de ziel als verstaan wordt dat het slechts het hout van het kruis van Christus is dat zij te dragen hebben en daarbij als waardij niets kunnen toebrengen, ja dat Hij het aller^ zwaarste droeg, wijl door Christus de ganse toom Gods over onze zonden voor zulk één werd weggedragen en daaraan doordragen, zodat zij nooit daaronder zullen bezwijken.- Want toch wat wordt een troostvol heilgeheim van eeuwige zaligheid de ziel ontsloten, die door ontdekkende genade Gods met de moordenaar God leert rechtvaardigen en zichzelf leert vonnissen. Als moet worden uitgeroepen het waardig te zijn zelf aan het vloekhout des kruises gehangen te worden en eeuwig  daaraan te moeten verzinken en dan, zo op Golgotha wordt aangekomen, tot verwondering het kruis wordt afgenomen, wijl Christus daaraan gehangen werd en Hij 7, e als toeroept: „Ik voor u, daar gij anders de eeuwige straffen had moeten lijden. O, wat wordt het dan een eeuwig wonder van zaligheid. Nooit zal dat heilgeheim onder woorden kunnen worden gebracht, doch alleen in zalige aanbidding kunnen worden bewonderd. In Christus toch alleen komt God aan Zijn eer en de kerk aan de zaligheid. Maar nu komt het er voor een elk onzer op aan of wij reeds door genade daarvan deelgenoot geworden zijn. Zonder kruis geen kroon. Neen, het kruisdragen is de grond der zaligheid niet, hoewel het nochtans aan de weg der zaligheid verbonden is. Die vreemdeling daarvan blijft zal onder Gods toorn voor eeuwig verzinken, wijl buiten Christus geen leven is, maar een eeuwig zielsverderf.

Doch de gemeenschap met Christus, hoe verborgen of die aanvankelijk nog zijn kan, zal eeuwig doen leven.

Hij is het, Die de dood voor al Zijn volk verslond tot overwinning en het leven in de Goddelijke gunst op grond van recht en gerechtigheid verwierf en eeuwig zal doen delen. Hij zal het dat in zichzelf gans ellendig volk, dat de weg zelf niet meer weet, doen medevallen. Door welke duistere wegen Hij ze leiden wil, zij zullen het ervaren wat de dichter zong: „Hoe donker ooit Gods weg moog wezen, Hij ziet in gunst op die Hem vrezen".

Hoe dierbaar gepast en noodzakelijk wordt hij dan ook dat volk, dat leert door erf- en dadelijke zonden onder Gods rechtvaardige toom voor eeuwig te moeten verzinken. Hoe is hij zulken de Schoonste van de mensenkinderen, op Wiens lippen genade is uitgestort. Ja, al wat aan Hem is wordt voor zulken gans begeerlijk en zij roepen het met de bruid uit: „Zulk een is mijn Liefste, ja zulk een is mijn Zielevriend". Dat volk wordt geschonken de rsut in Zijn bloedwonden te ontvangen en de kracht van Zijn dierbaar bloed te ervaren in de toerekening des Vaders aan hun ziel tot hun eeuwige zaligheid. Zij worden vergund door het geloof achter Hem te mogen aankomen in de weg die is naar het welbehagen des Vaders, waarin Hij hen toeroept: „Volgt mij". Ja met Paulus leert Hij hun met lijdzaamheid lopen de loopbaan die is voorgesteld en vergunt hun op Hem te mogen zien als de overste Leidsman en Voleinder des geloofs Jezus, Dewelke voor de vreugde, Die Hem was voorgesteld, het kruis heeft verdragen en de schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand des troons van God. En daar leeft Hij nu om altijd voor Zijn volk te bidden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 maart 1953

De Saambinder | 4 Pagina's

Het kruisdragen achter Jezus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 maart 1953

De Saambinder | 4 Pagina's