Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BAREND EN JOHANNA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BAREND EN JOHANNA

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Johanna: Ezau nam het geschenk ten slotte aan, en ik vermoed, dat hij er in zijn hart wel blij mee was, al had hij zich groot gehouden, want als aardse goederen onze enige schatten zijn, hebben we er niet zo gauw genoeg van. Maar hij was wel zeer vriendelijk dat hij Jacob wilde vergezellen om hem te beveiligen op de weg. Waarom zou Jacob daar eigenlijk geen prijs op hebben gesteld?

Barend: Jacob zocht met wijsheid te verhinderen, dat Ezau in het land Kanaan zou komen. Jacob wees naar waarheid op zijn kleine kinderen en zijn zogende schapen en koeien, die een zeer langzaam en bedaard voortreizen nodig hadden, hoewel hij ook een andere waarheid, te weten dat-hij liever niet met Ezau naar Kanaan ging, verborgen hield. Want al was de oude broedei-twist bijgelegd, er bleef tussen Ezau en Jacob een grote klove, ten aanzien van hun innerlijke geestesgesteldheid en Jacob wist wel dat de oude vijand; schap op het onverwachts weer zo krachtig openbaar kon komen. Hij wilde zich niet vermengen met Ezau, en hem niet als beschermer aanvaarden, wijl de Heere zijn beschermer was.

Johanna: Jacob beloofde Ezau, dat hij hem te gelegenertijd in Seir zou bezoeken, maar zou dat later ook gebeurd zijn?

Barend: Het zou wel kunnen, hoewel het in de Schrift niet vermeld staat. Eerst bij dé begrafenis van hun vader Izak waren beiden weer in goede verstandhouding onderling te samen. Het was trouwens het beste maar, dat zij niet te druk met elkaar in aanraking kwamen. Gods volk moet niet teveel op vriendschapsbezoeken van wereldlingen gesteld zijn. Johanna: Alzo ging Ezau naar Seir en Jacob naar Sukkoth, maar lag die plaats Sukkoth in Kanaän of er buiten?

Barend: Op die plaats waar later de stad Sukkoth gebouwd werd bouwde Jacob hutten voor zijn vee. Sukkoth betekent hutten. Sukkoth lag in het erfdeel van Gad, aan de overzijde der Jordaan. Daar wilde Jacob enige tijd rusten van de vermoeiende reis en de doorgestane angsten en moeilijkheden. Van hieruit bezocht hij wellicht zijn vader menigmaal. Na een zekere tijd trok hij verder naar Sichem waar hij behouden aankwam, en een stuk land kocht en een altaar oprichtte.

Johanna: Was het wel in orde dat Jacob bij Sichem ging wonen, had hij niet beloofd te Bethel: Wanneer God met mij geweest zal zijn, en mij behoed zal hebben op deze weg, die ik reize, en mij gegeven zal hebben brood om te eten en klederen om aan te trekken, en ik ten huize mijns vaders in vrede zal wedergekeerd zijn, zo zal de Heere mij tot een God zijn en deze steen, die ik tot een opgericht teken gezet heb, zal een huis Gods wezen en van alles wat Gij mij geven zult, zal ik U voorzeker de tienden geven.

Barend: Jacob had als eerste vervulling van die aan God beloofde zaak wel te Sichem een altaar opgericht en noemde het: de God Israëls is God, maar we lezen in Hoofdstuk 35 : 1: Daarna zeide God tot Jacob: Maak u op, trek op naar Bethel en woon aldaar, maak daar een altaar die God die u verscheen toen gij vluchttet voor het aangezicht van uwe broeder Ezau. Ik denk ook, dat Jacob nimmer te Sichem had moeten wonen, hetgeen we gronden op de vreselijke zaak, die daar gebeurd is.

Johanna: U bedoelt zeker de zaak van Dina, Jacobs dochter? Hoe lang zou Jacob reeds bij Sichem gewoond hebben toen dat met Dina voorviel? En wat hield het in, dat Dina uitging om de dochteren des lands te bezien? Stak daar nu eigenlijk wel zo veel kwaad in?

Barend: Ja, Dina de enige dochter, een meisje van ongeveer zestien jaren, want Jacob woonde reeds ongeveer acht jaren aldaar, werd door ijdele nieuwsgierigheid gedreven, misschien bij gelegenheid van een heidensfeest, om te zien naar de meisjes van Sichem, hoe zij gekleed waren en of zij schoon waren. Zonder dat Jacob er van wist natuurlijk, anders zou het niet gebeurd zijn.

Johanna: Maar kon dat haar nu zo erg ten kwade worden geduid? Omdat zij een enig meisje was en niemand van haar leeftijd had om mee om te gaan, wilde zij wellicht ook enig vermaak om niet al te zeer door de eenzaamheid gedrukt te worden?

Barend: Ja maar ik vind, dat u het wat al te mooi voorstelt en wat al te zachtmoedig beoordeelt. Zij ging niet alleen om te zien maar ook om gezien te worden. Zij ging niet alleen om de dochteren te zien, maar ook om de zonen te zien. Zij wilde bekend worden met de zeden en gewoonten der Kanaänieten, en dus was het hoogmoed en ijdelheid van de jeugdige Dina.

Johanna: Dina verloor haar eer en Jacob viel in grote smart, en zijn zonen waren van huis. Wat zouden die zeggen als ze thuis kwamen? Wat een ellende in een uur van onbedachtzaamheid gekomen! Wat hebben de bijbelheiligen toch ook hun huiskruis gehad, nietwaar

Barend: Het was een ellendige toestand, ook al wilde Sichem met haar huwen. Jacobs zonen kwamen open baar in de bedriegelijke handel met Hemor en Sichem Zij maakten misbruik van de godsdienst om hun wraakzucht te koelen. Zij dwongen hen zich te besnijden dus het teken en zegel van het genadeverbond te dragen, maar ze bedoelden hen in de smart daardoor om te brengen, als zij zich niet het minst bewust waren van gevaar en niet in staat waren zich te verdedigen. Ik vind het een gruwelijke zonde voor God.

Johanna: Maar als zij nu oprecht waren geweest, dan was er toch wel iets goeds in, dat zij die inwoners van Sichem tot hun godsdienst wilden overhalen? Het was toch wel goed, dat zij geen huwelijk wilden toelaten met onbesneden Kanaänieten? '

Barend: Met welk een getrouwe weergave van de waarheid wilde de Heere ook deze geschiedenis geboekstaafd hebben in de Schrift! Hemor en Sichem werden bevonden goedaardig en beminlijk en Jacobs zonen gingen met list en wreedheid te werk onder een schijn van godsdienst. Maar God ging door en volvoerde Zijn Raad daarin, dat Israël en zijn huis zich niet vermengen mochten met de heidense Kanaanieten.

Johanna: Begrijpt u er iets van, hoe twee nog jeugdige personen Simeon en Levi, misschien op zijn best twintig jaar oud, het aandurfden om een hele stad uit te moorden? Hoe kon de Heere dat toch toelaten, dat' zovelen onschuldig ter dood werden gebracht, die toch met de daad van Sichem niets te maken hadden?

Barend: God is rechtvaardig en Hij was ook hierin rechtvaardig, omdat de mannen van Sichem zich hadden laten besnijden uit winstbejag en om hun vorst te behagen, maar niet omdat zij Israëls God erkenden. Bovendien was door hen, gelijk als bij alle Adamskinderen het leven verbeurd door de zonde, zodat God het te allen; tijde van de mens kan wegnemen, niet alleen van volwassenen, doch ook van kinderen.

Amsterdam-C

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 1953

De Saambinder | 4 Pagina's

BAREND EN JOHANNA

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 1953

De Saambinder | 4 Pagina's