Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Enige opmerkingen betreffende de Messiasverwachting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Enige opmerkingen betreffende de Messiasverwachting

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Mattheüs 2 : 2 lezen wij, dat de wijzen uit het Oosten wanneer ze te Jeruzalem aankomen, de vraag stellen: „Waar is de geboren Koning der Joden? Want wij hebben gezien Zijn ster in het Oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden".

Het is opmerkelijk, dat niemand te Jeruzalem die vraag der wijzen een dwaasheid vindt. Koning Herodes ontstelde immers zeer toen deze vraag gedaan werd. Hij zei dus niet: Het is een onmogelijke en dwaze gedachte, dat onder dit slavenvolk, dat geheel onder mijn macht ligt neergeslagen, een koning zou opstaan. Integendeel, in grote onrust roept hij aanstonds al de overpriesters en schriftgeleerden bijeen en vraagt hun in alle ernst, waar de Christus zou geboren worden. Dit is dus een bewijs, dat Herodes de Messiasverwachting van Israël kende en deze verwachting maar niet beschouwde als een ijdele droom van het volk, maar dat hij integendeel ernstig rekening hield met de mogelijke vervulling van deze verwachting.

Herodes werd zeer ontroerd op. de vraag der wijzen. Ook de bewoners van Jeruzalem en de overpriesters en schriftgeleerden leggen de vraag van de Oosterse wijzen niet als dwaasheid ter zijde. Zij gaan niet redeneren en bij zichzelf zeggen: ..Het is toch geheel onmogelijk, dat in deze diep donkere dagen, waarin van het huis van David schier niets meer te zien is, en waarin het volk verpletterd schijnt door de macht der Romeinen om nooit meer op te staan, dat nu de Christus komen zal". Neen, juist daartegenover wordt door de vraag van de wijzen geheel Jeruzalem ontroerd, zoals we in vers 2 kunnen lezen, en de schriftgeleerden antwoorden dadelijk in hun wetenschappelijke kennis van de Schriften, dat de Christus geboren zou worden te Bethlehem, in Judea gelegen, waarbij zij zich beroepen op de bekende profetie in Micha 5:1.

Uit dit alles blijkt, dat onder het volk de verwachting leefde, dat de Messias zou geboren worden, al verwachtten helaas de meesten Hem niet als de Christus der Schriften, Die zou komen in de volheid des tijds tot verlossing van Zijn volk, dat verzonken lag in zonde en schuld, ja in Wie gans verlorenen in Gods volzalige gunst en gemeenschap hersteld zouden worden, in de verheerlijking van de Goddelijke deugden. Neen, de grote meerderheid van het volk verwachtte Hem slechts als Verlosser, Die hen van het Romeinse juk zou verlossen. Ja, niet alleen. bij Israël, maar in het ganse Oosten leefde de verwachting van de komst van een Verlosser.

Tacitus, een heidens geschiedschrijver uit die tijd, bericht dan ook, dat overal in het Oosten de mening verspreid was, dat nog eens uit Juda een machtig vorst zou voortkomen. Immers, Grieks was in deze dagen de wereldtaal. En reeds in ± 200 voor Christus was het Oude Testament, dat in het Hebreeuws geschreven is, in het Grieks vertaald. Deze Griekse overzetting van het Oude Testament, de Septuaginta geheten werd algemeen gebruikt. De Joden waren namelijk in deze dagen in de verstrooiing over geheel de toenmaals bekende wereld verspreid. Maar deze Joden in de verstrooiing gebruikten allen deze Septuaginta, deze Griekse Bijbel, omdat ze geen Hebreeuws meer kenden, dus de Bijbel in zijn oorspronkelijke taal niet meer lezen konden. Maar zodoende verkreeg het Oude Testament bekendheid in de gehele wereld van die dagen, want ook de volken, waaronder de Joden verstrooid waren, konden nu de Bijbel lezen, omdat de Griekse taal algemeen gekend en gesproken werd.

Vandaar dat de Messiasverwachting van Israël door het gehele Oosten heen bekend was. Dit blijkt ook uit Herodes, waar hij zeer ontroerd was en hij aanstonds de vraag van de wijzen begreep en deze op de Christus toepaste. Ja, dit blijkt ook uit de wijzen uit het Oosten. Het waren magiërs, in onze dagen zouden wij zeggen sterrekundigen. Zij kenden waarschijnlijk door de Septuaginta, die immers algemeen bekend was, de Messiasverwachting van Israël. En zij richtten nu menigmaal hun wetenschappelijke onderzoekingen van het hemelgewelf op de komst van deze Koning, ja zij zagen uit naar een bijzonder teken aan de hemel, dat Zijn komst zou aankondigen. In deze tijd geloofde men immers onder deze magiërs, dat de komst van bijzondere koningen en machthebbers door de sterren werd aangekondigd. Hieruit blijkt, dat ze Christus maar niet beschouwden als een gewoon koning, die zou opstaan om zijn volk uit hun slavernij te verlossen, maar dat ze in Hem meer zagen dan een aards machthebber. Als ze dan ook straks dat teken van Zijn komst. Zijn ster mogen zien, aanvaarden zij zonder aarzelen de lange, moeilijke reis naar Jeruzalem. Ja zij. zoeken Hem, niet allereerst om hun wetenschap alleen maar te bevredigen en te kijken of hun beschouwing wel uitkomt. Ze vragen zelfs niet: „Is hier soms een Koning geboren? " maar hun vraag laat geen twijfel over. Het staat voor hen vast, dat de Koning der Joden geboren is! „Waar is de geboren Koning der Joden? " Ja, zij komen om Hem te aanbidden (Matth. 2 : 2), ja Hem te eren met goud, wierook en mirre. Wonderlijk, Hij was de ware Koning der Joden, niet zoals de Joden Hem verwachtten, tot oprichting van het aardse huis van David, want Zijn Koninkrijk was niet van deze wereld, maar als die geheel enige Koning, Die satans kop zou vermorzelen en in Wie God aan Zijn eer zou komen en gans verlorenen de zaligheid verkrijgen. „Vrede op aarde, in mensen een welbehagen". Ja die Koning, door Wie Gods gramschap gestild, Gods eer verheerlijkt en Gods welbehagen volvoerd werd. Een volgende keer hopen wij er nog bij stil te staan, hoe het mogelijk was, dat, waar er toch een Messiasverwachting gevonden werd onder het volk, de Joden nochtans niet tot Hem kwamen, ja zij de wijzen niet vergezelden naar Bethlehems stal en kribbe.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1953

De Saambinder | 4 Pagina's

Enige opmerkingen betreffende de Messiasverwachting

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 december 1953

De Saambinder | 4 Pagina's