Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Wereldgelijkvormigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Wereldgelijkvormigheid

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Wordt deze wereld niet gelijkvormig", zegt Gods Woord bij monde van de apostel Paulus in Rom. 12 : 2. Hoe moest dit woord des Heeren in de harten van jonge mensen, zowel als van de ouderen, diepe indrukken maken, opdat wij niet bevonden zouden worden tegen God te strijden.

Het schijnt in onze tijd evenwel, alsof Gods Woord bij. velen geen betekenis meer heeft, zodra dit niet overeenkomt met de begeerten van ons verdorven vlees. Neen, Gods Woord eist van ons niet, dat wij met onze kleding en verdere openbaring in het leven een bespotting van de ware godsdienst aanleiding zullen geven.

Duidelijk leert echter de apostel in 1 Timotheüs 2, dat de vrouw, doch tegelijk daarin begrepen de jonge dochteren, eerbaar zal zijn, met schaamte en matigheid zichzelf versieren, enz. Hiervan zijn de jongelingen ook niet uitgesloten, al staat dit er zo letterlijk niet bij. De bestendigheid heeft een elk naar Gods Woord na te streven, gelijk wij ook elders lezen: Uw bescheidenheid (en dit geldt ook van onze kleding enz.) zij alle mensen bekend. Helaas lijkt het in onze tijd er veel op of alle pogingen in het werk gesteld worden om de grenzen tussen de wereld en de kerk uit te wissen. Dringt in de wereld de emancipatie, de gelijkstelling van de vrouw met de man, al verder door, zo zelfs, dat in de kleding, haartooi enz. openbaar wordt, dat de vrouw de man gelijk wil zijn, hoe komen symptonen daarvan zelfs al openbaar onder degenen, die onder de waarheid opgevoed zijn.

Het deed mij echter goed te lezen, dat er echter in het publieke leven nog mensen zijn, die dit verafschuwen. Van bevriende zijde werd mij een courantenknipsel toegezonden, dat ik hier nu wil laten volgen. Er boven stond: „Belgische rechter tegen vrouw in lange broek". Dan lees ik verder o.a.: „Een vrouw, die door de verdediging als getuige was opgeroepen in een geding, dat een geschil tussen buren tot onderwerp had, was in lange broek in de getuigenbank vei schenen. De rechter weigerde haar echter als getuige te horen. Hij meende, dat deze „mannendracht" een uiting van geringschatting jegens de rechtbank was. De advocaat der verdediging pleitte een kwartier lang om de rechter duidelijk te maken, dat de lange broek reeds een hele ontwikkeling in de damesmode heeft doorgemaakt. Hij wees er voorts op, dat de getuige rechtstreeks uit de fabriek, waar zij werkt, naar de rechtbank was gekomen. De advocaat had echter geen succes. De rechter bleef onwrikbaar".

Die kloeke standvastigheid van deze rechter vinden wij prijzenswaardig. Het ware te wensen, dat vele anderen zijn- voorbeeld ook op ander terrein des levens navolgden; ; Ma^.als nu die rechter de rechtbank te hoog achtte om een vrouw alzo daar te laten verschijnen, hoeveel te meer moet dit dan de kerk en catechisatie gelden.

Trouwens, wat meer is, de Heere zegt in Deut. 22 : 5: „Het kleed eens mans zal niet zijn aan een vrouw, en een man zal geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie zulks doet, is de Heere, uw God, een gruwel". Een beroep hiertegen, dat dit schaduwachtige wetten waren en voor de kerk van het Nieuwe Testament niet gelden, heeft hier geen kracht, daar in al deze wetten zedelijke normen liggen, die wel degelijk gelden voor alle tijden.

Gelukkig doen deze verschijnselen, hierboven genoemd, zich nog slechts sporadisch voor in onze gemeenten. Laat ons echter de ogen er niet voor sluiten. Het scheelt zo veel hoe over deze dingen gesproken wordt. Of uit een wettisch beginsel van de hoogte af hiervan gehandeld wordt, of uit de vreze Gods in tederheid en ootmoed op de schrikkelijkheid van deze dingen, die immers steeds verdere omvang aannemen, met ernst telkens en telkens weer gewezen wordt. Als ik nog denk aan onze ouden, waaronder zovele geoefende christenen waren, hoe zij door eigen tere levenswandel in godzaligheid een voorbeeld waren en door woord en daad zoveel beslag afwierpen op de jongeren, dat vele jonge mensen uit eerbied en ontzag zeer veel Heten, wat hun vlees echter begeerde, dan moeten wij wel zeggen: wat zijn wij toch ver weg! 

Met een wettische dwang zullen wij evenwel nooit bereiken, wat als vrucht van het leven in de vreze Gods ook te dezen opzichte verkregen mag worden. Dit ontslaat ons echter niet van de verplichting om toch te trachten de wereld uit de kerk en uit ons huis zoveel als in ons vermogen is te houden. Door ontdekkende genade leert de Heere Zijn volk, dat ons hart van nature een wereld van ongerechtigheid op zichzelf reeds is, zodat wij heus de wereld van buiten niets toe behoeven te geven. Laat daarbij onze jonge mensen toch eens overdenken, wat beter zou zijn, de verering en bewondering van de wereld te hebben, of de gunste Gods te mogen ervaren, zelfs dan al zou deze in de uiterlijke zin verkregen worden. De dichter wist wat dit betekende en riep in smeking uit (Psalm 119 : 19):

Wend, wend mijn oog van d' ijdelheden af;
Verlevendig mijn hart door Uwe wegen!
Dat mij 't betreên dier paden vreugd verschaff'.
Bevestig toch aan Uwe knecht de zegen.
Waartoe Uw Woord hem blijde hope gaf;
Hij is oprecht tot Uwe vrees genegen.

Met zorg voor de jeugd mag ons hart wel vervuld zijn, daar het beslag der waarheid op de consciëntiën der jongeren helaas zo weinig meer gevonden wordt. Dat onze jonge mensen toch eens meer de beminnelijkheid en voortreffelijkheid van de dienst des Heeren voor het eerst of meer bij voortgang mochten inzien en zochten zich daarin te verlustigen; de wereld met al haar begeerlijkheden zou steeds minder waarde voor hen hebben.

Dat het gebed dergenen, die bidden geleerd hebben, dan ook in deze nood meer en meer vermenigvuldigd worde.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1954

De Saambinder | 4 Pagina's

De Wereldgelijkvormigheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 maart 1954

De Saambinder | 4 Pagina's