Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevestiging en intrede van candidaat H. Rijksen te Vlaardingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevestiging en intrede van candidaat H. Rijksen te Vlaardingen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het was voor de gemeente van Vlaardingen een betekenisvolle en blijde dag, toen onder het zingen van Psalm 132 : 6 en 9 Ds. L. Rijksen van Middelburg de kansel beklom om zijn zoon, candidaat H. Rijksen, die uit zo vele beroepen het beroep van de gemeente te Vlaardingen had aangenomen, aldaar in de volle bediening van Woord en sacramenten te bevestigen.

Hij wees de gemeente op de grote beweldadiging des Heeren, zo duidelijk aan deze gemeente bewezen. Bange tijden waren doormaakt, doch de Heere betoonde de getrouwe Onveranderlijke in Zijn Goddelijke ontfermingen te willen zijn. Terecht mocht dan ook wel uitgeroepen worden: „De Heere heeft grote dingen bij ons gedaan, dies zijn wij verblijd". Hoe noodzakelijk is het echter steeds in afhankelijkheid van de Heere te leven, gedurig op Hem te zien, om door Hem geleid, bediend en vervuld te worden, en dat Hij Zichzelf door Woord en Geest in ons verheerlijke.

Ds. L. Rijksen begeerde in deze ogenblikken de gemeente en in het bijzonder zijn zoon te wijzen op die profijtelijke en onmisbare beweldadigingen en versterking des Heeren, waar Paulus van spreekt in 2 Tim. 2:1: „Gij dan, mijn zoon, wordt gesterkt in de genade, die in Christus Jezus is".

Spreker wilde naar aanleiding van dit tekstwoord wijzen op deze inhoudelijke opwekking tot een geheel enige versterking, en er op letten: Ie. tot wie die werd gericht; 2e. op welk heil ze wijst; 3e. welke wens daarin wordt vernomen.

Door de bevestiger werd punt voor punt uitgewerkt en daarbij bijzonder gewezen op Christus Jezus, de Gezalfde des Vaders tot Zijn ambtelijke bediening. Hij, die geheel enige Ambtsdrager, is het immers. Die als gezalfde Zaligmaker de zaligheid voor al de Zijnen niet alleen heeft verworven, doch ook toepast en door de ambtelijke bediening in Zijn kerk die heilgeheimen wil ontsluiten tot zaligheid van gans verlorenen, en in de zalige bate daarvan doet delen. Hij is het. Die zijn volk en 'knechten bedient en sterkt vanuit Zijn troon door Zijn Geest, opdat een drieënig God in alles de eer, lof, aanbidding en dankzegging ontvange.

Nadat nog gezongen was Psalm 118 : 7 werd het bevestigingsformulier gelezen en klonk op de gestelde vragen plechtig: „Ja ik van ganser harte" onder grote stilte, ondanks dat de kerk tot in alle hoeken was gevuld. Op hartelijke en ontroerende wijze werd de nu tot zijn dienstwerk ingeleide Vlaardingse predikant door zijn vader toegesproken, die daarbij uitging van het woord: „Wonderlijk zijn Uw werken; ook weet het mijn ziel zeer wel",

Aan de handoplegging namen behalve de bevestiger, uit de vele predikanten, die aanwezigen waren, deel Ds. A. de Blois, Ds. H. Ligtenberg, Ds. M. Blok en Ds. J. W. Kersten, terwijl de gemeente haar nieuwe leraar staande toezong Psalm 134 : 3. Na het zingen van Psalm 89 : 1 en 8 en het uitspreken van de zegen verliet men onder diepe indruk het kerkgebouw.

DE INTREDE

Reeds een half uur voor de aanvang van de dienst waarin Ds. H. Rijksen zich aan zijn eerste gemeente zal verbinden, vulde een zeer grote schare het mooie en zeer ruime kerkgebouw dat welwillend ten gebruike was afgestaan, tot in de uiterste hoeken. Na het zingen van Ps, 123 : 1, votum en zegen, lezen van 1 Cor, 1 : 17—31 en gebed koos Ds. Rijksen tot tekst voor deze ure Hand. 10 : 42 en 43: „En heeft ons geboden den volke te prediken en te betuigen dat Hij is Degene, Die van God verordend is tot een Rechter van levenden en doden. Deze geven getuigenis al de profeten, dat een iegelijk die in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal door Zijn Naam". Naar aanleiding van deze tekst wees spreker op „De ware Evangelieverkondiging door Gods geroepen knechten" en lette nader op: i ten eerste, dat zij geschiedt in Goddelijke opdracht; ten tweede, dat zij toont de weg ten leven; ^ ten derde, dat zij wijst op de Middelaar in de handhaving van het recht.

Spr. wees er op dat de geschiedenis van Cornelius, ons de nieuwe dageraad in de heilshistorie toont, namelijk, dat de zaligheid ook voor de heidenen is. De zaligheid ^ zou aan Israël gegeven worden langs een omweg van ; eeuwen, door de heidenwereld heen. Eerst verkrijgen de heidenen barmhartigheid wegens Israëls ongehoorzaamheid en verharding.

In deze diepte der wijsheid Gods wordt Petrus ingeleid door het visioen van het vat met reine en onreine dieren. Als dan ook de drie soldaten van Cornelius Petrus komen halen, gaat deze gewillig mee. Hij begrijpt ten volle de wil Gods en betreedt daarom vrijmoedig het huis van M de heiden Cornelius en predikt hier de rijkdom des Evangelies.

Dit Evangelie brengt hij maar niet uit zichzelf, maar in Goddelijke opdracht. Petrus zegt immers in de tekst: „en heeft ons geboden den volke te prediken en te betuigen.

Petrus was evenals al de profeten en apostelen een geroepene. En al mag men nu het profeten- en apostelambt nimmer op één lijn stellen met het herders- en leraarsambt, toch kunnen ook Gods ware knechten van  een Goddelijke roeping spreken. In het bewustzijn van die roeping ligt alleen hun pleitgrond en sterkte. In dit verband bracht Ds. Rijksen iets naar voren aangaande zijn roeping tot het ambt: Wee mij, indien ik het Evangelie niet verkondig. Gods knechten zijn bouwlieden, die hebben te arbeiden op het gelegde fundament Christus Jezus. Zij zijn vrienden des Bruidegoms, die de bruid naar Christus mogen leiden. Hun prediking toont dan ook de weg ten leven, waarvan de tweede gedachte spreekt. Hiervan wordt in de tekst gesproken als er staat: „Dezen geven getuigenis al de profeten, dat een iegelijk, die in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal in Zijn Naam

Waar de van God afgevallen mens besloten lag in de drievoudige dood, daar heeft God, Wiens recht volkomen genoegdoening eist, Zelf die genoegdoening geschonken in Christus, Zijn geliefde Zoon. Christus heeft de schuld voor Gods uitverkorenen volkomen betaald, zodat in Hem God door God Zelf is bevredigd. In Christus alleen kan de mens daarom voor God bestaan. Daarom is echter het geloof noodzakelijk, dat in de wederbarende genade Gods in 't hart van de in zichzelf gans verloren zondaar dan wordt ingeplant, want alleen het 4 geloof verenigt met Christus en doet in Hem de vergeving der zonden verkrijgen. Maar dat geloof is dan ook een gave Gods. Nog eerder kan de mens de sterren van de hemel plukken, dan uit zichzelf geloven. Degenen, die zo gemakkelijk kunnen „geloven", hebben nimmer geleerd, dat de genade het recht insluit bij de: vergeving, waar God de zonden alleen kan vergeven met handhaving van Zijn recht.

Daarom wordt het voor Gods ontdekte volk een verloren zaak. Steeds onmogelijker wordt het voor hen om met God verzoend te geraken. Zij blijven echter vluchten tot de gebroken bakken, tot ze als een gans verlorene buigen onder Gods recht. Maar dan laat de Heere niet omkomen maar wordt de Borg des verbonds aan de ziel ontsloten.

Noodzakelijk wordt het dan echter meer en meer om met bewustheid in Christus overgezet te mogen worden  en Hem als een toegerekende Borg door het geloof te ^ mogen omhelzen. Dezelfde Jezus, in Wie de mogelijkheid van zalig worden ontsloten is voor verloren Adamskinderen, heeft God gesteld tot een Rechter van levenden en doden. Hiervan wordt gesproken in de derde ^ gedachte. Spr. vroeg zich af, waar het gelovig verbeiden van de wederkomst van Christus nog gevonden wordt. De dag van Christus' wederkomst zal komen op het onverwachtst. Christus heeft van de Vader het recht en de macht ontvangen om de wereld te oordelen. Christus' hemelvaart roept om de wederkomst als de laatste trap van Zijn verhoging.

Dan zullen kaf en koren voor altijd worden gescheiden en Engelen en duivelen zullen dan zien, dat Sion door recht verlost is en nu eeuwig mogen delen in Gods dierbare gemeenschap. In het oordeel als gericht vol verschrikking komt Gods kerk niet, want wie in de Zoon gelooft, wordt niet veroordeeld. Spr. wenst in zijn prediking de gemeente steeds voor te houden bedreiging en belofte, dood en leven, vloek en zegen. Wet en Evangelie, steeds de zondaar te waarschuwen voor de toorn Gods, maar ook te wijzen op de boodschap van het Evangelie, die er is voor gans verlorenen.

Na het zingen van Psalm 138 : 4, heeft de nieuwe predikant zijn vader op bewogen wijze toegesproken. Niet alleen als docent aan de Theologische School had zijn vader hem onderwezen, maar feitelijk al de jaren door. Nimmer zou hij de zorg en de liefde, waarmee hij omringd geweest was, vergeten.

Vervolgens dankte hij Ds. J. W. Kersten, wiens lessen als docent hij met vreugde had gevolgd. Hij hoopte dat de band die tussen hen beiden gelegd was, tot in lengte van jaren bestendigd mocht blijven. Ook docent van Bochove dankte hij voor het werk, dat deze aan de school verricht.

Vervolgens richtte Ds. Rijksen zich tot de aanwezige predikanten, de afgevaardigden van de Ned. Herv., de Gereformeerde en de Chr. Geref. kerken, het gemeentebestuur, de studenten, zowel van de eigen Theologische School als die van de Universiteit te Utrecht, zijn moeder en verdere familie, catechisanten, kerkeraad en gemeente. Vervolgens werd Ds. Rijksen toegesproken door Ds. A. de Blois namens de Classis en Part. Synode West, Ds. Ligtenberg als consulent van Vlaardingen. Diaken Faasse las als scriba een brief voor van de zieke em. predikant Ds. Hagestein, en student Elshout sprak namens de studenten.

Ouderling M. den Admirant heeft tenslotte namens kerkeraad en gemeente gewaagd van de blijdschap in de kerkeraad en gemeente. Na vier jaar, waarvan het laatste jaar door de scheuring wel een droevig jaar was, is de gemeente thans zo hogelijk bevoorrecht en verblijd. Nadat nog gezongen was het Ie vers van Ps. 150, werd deze plechtige dienst geëindigd met het uitspreken van de zegen door Ds. Rijksen als eigen herder en leraar van Vlaardingen.

Bij de bevestiging en intrede waren aanwezig de predikanten: A. de Blois, H. Ligtenberg, M. Blok, J. W. Kersten, J. B. Bel, T. Cabaret, Chr. van Dam, K. de Gier, W. Hage, A. F. Honkoop en de emeritus predikant B. van Neerbos.

Tevens waren al de studenten vertegenwoordigd. Ds. Driesen van de Chr. Gereformeerde kerk en verschillende Hervormde en Gereformeerde predikanten. Zaterdagavond heeft de gemeente Vlaardingen haar predikant een prachtig orgel aangeboden, terwijl mevrouw Rijksen een zeer mooi
tafellaken met een kleedje mocht ontvangen van de Meisjesvereniging.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 1954

De Saambinder | 4 Pagina's

Bevestiging en intrede van candidaat H. Rijksen te Vlaardingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 1954

De Saambinder | 4 Pagina's