Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het verstaan der gelijkenissen I

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het verstaan der gelijkenissen I

Dit zeggende, riep Hij: Wie oren heeft om te horen, die hore. Lucas 8: 8c.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heere Jezus maakte bij Zijn lerende bediening in Zijn omwandeling op aarde veel gebruik van zogenaamde gelijkenissen, welke ten doel hadden om door schijnbaar eenvoudige, maar in werkelijkheid diepzinnige onderwijzingen in zinnebeeldige vorm verhalenderwijs voorgesteld, onbekende zaken aan te tonen, door welbekende zaken te noemen. Om die gehjkenissen te verstaan moet men plan en oogmerk onderzoeken. Oosterse volken spiaken veel in gelijkenissen. Het boeide ue hoorders, en dat was al veel gewonnen. In de regel heeft men immers de grootste moeite om bij het gehoor de aandacht gespannen te houden. Maar daarenboven bevorderde die manier van onderwijzen 't onthouden van de les, en ook dat had veel voor, want de mens in zijn diepe val zal zondige en ijdele duigen met gemak onthouden kunnen, maar geestelijke en Goddelijke waarheden kan men meest nog niet een dag in het geheugen bewaren. Tenslotte wekten de gelijkenissen op tot nadenken, en waar Christus een volmaakte kennis had van het menselijk hart met alle genegenheden daarin maar ook met alle onvatbaarheden, stelde Hij de verhevenste waarheden in de duidelijkste taal voor, en legde daarin als de Leraar der gerechtigheid de hoogste wijsheid aan de dag. Hij wilde ook daardoor aan Zijn discipelen en allen die in later tijden in de lerende bediening zouden worden gesteld, een voorbeeld geven, hoe men moet trachten te spreken in aansluiting aan het bevattingsvermogen der hoorders.

Het is wel vreselijk, want hoe zullen wij ontvlieden, indien we op zo groot een zaligheid geen acht nemen? Maar het is maar zo, dat het hart meest vervuld is met de dingen van de tijd, ja vervuld is met zonde en ijdelheid, waardoor er gans geen plaats is voor iets beters, iets geestelijks. Vandaar de ontstellende onvruchtbaarheid van de prediking. Reeds Jesaja moest in zijn tijd klagen: Wie heeft onze prediking geloofd en aan wie is de arm des Heeren geopenbaard? De onvruchtbare tijden zijn er dus altijd geweest en werd gelukkig af en toe weer eens door vruchtbare tijden afgewisseld. Maar het is wel vreselijk, want hoe zullen wij ontvlieden, indien we op zo groot een zaligheid geen acht nemen? Maar het is maar zo, dat het hart meest vervuld is met de dingen van de tijd, ja vervuld is met zonde en ijdelheid, waardoor er gans geen plaats is voor iets beters, iets geestelijks. Vandaar de ontstellende onvruchtbaarheid van de prediking. Reeds Jesaja moest in zijn tijd klagen: Wie heeft onze prediking geloofd en aan wie is de arm des Heeren geopenbaard? De onvruchtbare tijden zijn er dus altijd geweest en werd gelukkig af en toe weer eens door vruchtbare tijden afgewisseld. Maar ook zelfs de prediking van de Heere Jezus had bij zeer velen geen vrucht, geen uitwerking tot zaligheid. En in het laatst der tijden zal de onbekeerlijkheid zeer toenemen en zullen slechts zeer weinigen worden toegebracht. Dit alles ligt vanzelf in Gods raad besloten, en de uitverkorenen hebben het verkregen en de laatste uitverkorenen zullen het ook verkrijgen en de anderen zijn verhard geworden, en die der laatste tijden zullen onder de macht van de anti-christ wel heel bijzonder in de verharding vallen. Zal de Zoon des mensen als Hij komt op de wolken, zelfs nog geloof vinden op aarde?

En als hij zaaide, viel een deel van het zaad bij de weg; en de vogels kwamen en aten datzelve op. En die bij de weg bezaaid worden, zijn dezen, die horen; daarna komt de duivel, en neemt het woord uit hun hart weg, opdat zij niet zouden geloven en zalig worden. En wat voor soort mensen bedoelde de Heere daar nu mee? En hoe was het in het hart der zodanigen? Er liepen paden langs de korenvelden, genoemd de grond van de begane weg. Die zaaier kon niet vermijden, dat er zaad viel op die vastgelopen

Hierin was Hij niet alleen plaatsbekledend, maar ook ten voorbeeld voor Zijn knechten, welke Hij roept, bekwaam maakt en zendt om te gaan zaaien. Het zaad te zaaien was de verkondiging van het Woord Gods, zijnde een zuiver, kiemkrachtig zaad. De 'akker, waarin het moest gezaaid, was de saamvergaderde menigte, als afbeeldende de zichtbare kerk ten tijde vooral van het Nieuwe Testament, ook wel genaamd de Evangeliekerk, waarin verschillende typen hoorders saamvergaderd zijn. Die hoorders worden in de gelijkenis in vier hoofdgroepen verdeeld. De discipelen kregen op hun verzoek de uitlegging der gelijkenis van de Heere Jezus ons ten góéde.

Zulke zorgeloze hoorders worden een prooi des satans, de moordenaar van mensenzielen. Hij doet wat hij kan, om de mens zorgeloos te houden, en waar de hardheid des harten nimmer werd gebroken en verbrijzeld door zielsvemederende ontdekking van schuld en zonde, en een grenzeloze oppervlakkigheid heerschappij voert, is het voor de vogels gemakkelijk het gestrooide zaad terstond weg te pikken. Dat ligt niet aan de zaaier, en ook niet aan het zaad, maar aan de hardheid en onbekeerlijkheid van de hoorder. Niemand, die ooit het Woord Gods hoorde, zal enige verontschuldiging voor zijn onbekeerlijkheid bij God kunnen inbrengen. Al ligt de mens in zijn doodstaat gans onmachtig, zorgeloos neder, al zal het vrije genade zijn, als men ooit waarlijk mag horen, het is onze onbekeerlijkheid en lichtzinnigheid, waardoor het Woord geen kracht doet. De mens zal de schuld op God niet kunnen werpen, die Zijn Woord zendt, met ernst doet aandringen op de conscientie, waarschuwt door de bedreigingen van de wet, en Hefhjk nodigt door het evangelie. paden, waar het zaad boven op bleef liggen ten prooi voor de vogels. Daarmee werd gedoeld op die mensen, die leven aan de zelfkant der gemeente, die het Woord horen en niet verstaan, vanwege de hardheid des harten. Het zaad des Woord gaat niet in het hart, men geeft er geen acht op, gelijk men zonder behoefte aan zegen onder het Woord is opgegaan. Het gaat het ene oor in, en het andere uit.

De mens ligt zo diep gezonken, dat hij God laat praten en eigenzinnig doorgaat in de zonde, ondanks alle belijdenissen. Men hoort of heel niet, of voor anderen, doch legt het Woord niet op het hart, neemt het niet ter harte, handelt er niet naar, leeft bij aardse dingen en zo reist men in een valse rust naar de ontzaggelijke eeuwigheid.

Barneveld

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 1955

De Saambinder | 4 Pagina's

Het verstaan der gelijkenissen I

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 februari 1955

De Saambinder | 4 Pagina's