Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Synode (van 1618-1619) sprak

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Synode (van 1618-1619) sprak

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Nationale Synode der Gereformeerde (Hervormde) kerken in Nederland hebben zich beziggehouden met „Het probleem der jeugd". Zo zouden wij ons thans uitdrukken.

Wanneer we evenwel de „Acta Synodi Nationalis Dordrechti" eens doorbladeren en wat daarin betrekking heeft op de opvoeding der jeugd eens aandachtig doorlezen en in ons opnemen, blijkt het ons wel duidelijk, dat de Vaderen van Dordt er in het geheel geen probleem van maakten. Wel hebben ze naarstig uit Gods Woord nagegaan, hoe Overheid, Kerk en Gezin zich hebben te kwijten van hun plicht ten opzichte van de jeugd en hoe de school, in dienst van Overheid, Kerk en Gezin haar taak heeft op te vatten. Men leefde toen nog in een tijd, waarin men van elkander wilde leren. De Nederlandse, gereformeerde Kerken hadden advies gevraagd aan de buitenlandse afgevaardigden en aan de afgevaardigden van andere dan Gereformeerde gemeenten in ons land. En die adviezen, op schrift gesteld, werden verwerkt in één besluit, dat op de 17e zitting der Nationale Synode werd voorgelezen en vastgesteld. Het is buitengewoon leerzaam dit besluit van de 30e November 1618, voormiddags, eens samen door te lezen en dan de verschillende adviezen, vooral van buitenlandse kerken, eens nauwkeurig onder de loupe te nemen. Lezen we nu eerst eens samen het besluit, waartoe men ter Synode kwam:

Opdat de Christelijke jeugd van haar tedere jeugd aan naarstiglijk in de fundamenten der ware Religie onderwezen en met' ware Godzaligheid vervuld moge worden, zo moet deze op drieërlei wijze gecathechiseerd worden: in de huizen door de Ouders, in de scholen door de schoolmeesters, in de kerken door de predikanten, ouderlingen, lezers en ziekenbezoekers.

En opdat deze allen hun ambt naarstig mogen waarnemen, zullen de Christelijke Magistraten verzocht worden een zo heilig en noodzakelijk werk met hun autoriteit te bevorderen; zullen ook degenen, aan wie het bezoeken van de kerken en de scholen is opgedragen, vermaand worden, dat zij inzonderheid „over dit stuck sorghe willen draghen".

Het ambt der Ouders is thuis hun kinderen en ook het ganse huisgezin, hun toebetrouwd, in de beginselen der Christelijke Religie op het vlijtigste, naar ieders begrip, te onderwijzen, ernstig en met vlijt tot de vreze Gods en oprechte Godzaligheid te vermanen, tot de oefening van heilige huisgebeden te gewennen, mede te nemen onder het gehoor van Gods Woord, de gehoorde predikaties, inzonderheid de catechetische, vlijtig met hen te herhalen, enige hoofdstukken uit de Heilige Schrift voor te lezen of voor te laten lezen, de uitnemendste plaatsen der Schrift van buiten te laten leren en in te laten prenten en deze op een gemeenzame en voor de jeugd bevattelijke manier te verklaren en hen alzo tot de catechesatie in de scholen vóór te bereiden; en wanneer ze zo ver gekomen zijn, dat ze op school gecatechiseerd worden, dit onderwijs dan te bevestigen, op te wekken en naar vermogen te bevorderen.

Tot deze schuldige plicht moeten alle ouders, tot wie deze vermaning wordt gericht, openlijk in de predikatie, zowel als in de gewone bezoeken vóór het Heilig Avondmaal en bij andere gelegenheden door de predikanten, ouderlingen en ziekenbezoekers naarstig en ernstig vermaand worden. Indien er Ouders zijn, die belijdenis doen van de Gereformeerde Religie, in dit heilig werk nalatig bevonden worden, zullen zij door „deftige" vermaningen der predikanten, en zo de zaak het vereist, door de kerkeraad met censuur tot hun schuldige plicht gebracht worden.

Scholen, waarin de jonge jeugd in de Godzaligheid en de Christelijke leer behoorlijk onderwezen worden, zal men niet alleen in de steden, maar ook in alle dorpen oprichten, indien er voor deze geen opgericht waren. De Christelijke Magistraten zullen verzocht worden, dat zij de schoolmeesters met een billijke beloning overal voorzien, opdat mannen tot deze bediening bekwaam, mogen gebruikt worden en zij des te vlijtiger zouden zijn in hun bediening. Maar inzonderheid, dat de kinderen der armen kosteloos mogen worden onderwezen en van de weldaad der scholen niet uitgesloten zouden worden.

Tot deze bediening der scholen zal niet gebruikt worden, dan die een lidmaat is der Gereformeerde Kerk, versierd met het getuigenis van een oprecht geloof en een vroom leven, welgeoefend in de Christelijke leer en die met ondertekening van zijn hand de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Catechismus „toestaat" en heilig belooft, dat hij naar die wijze van catechiseren der jeugd, hem toebetrouwd, in de fundamenten der Christelijke Religie naarstig zal onderwijzen. Het ambt van deze schoolmeesters zal zijn, al hun discipelen, naar gelegenheid van hun jaren en hun begrip, twee dagen tenminste per week, niet alleen in het van buiten leren, maar ook in het verstaan van de beginselen der catechismus te oefenen.

Voor dit doel zal drieërlei formulier van de catechismus, passende bij drieërlei gelegenheid der jeugd, gebruikt worden. Het eerste zal omvatten voor de kinderen de Artikelen des Geloofs, de Tien Geboden, het Gebed des Heeren, de instelling van de sacramenten en van de kerkelijke tucht, met enkele korte gebeden en wat eenvoudige vragen, passende bij de drie delen der catechismus. Daarbij dienen gevoegd te worden enkele der voornaamste spreuken der Heilige Schrift, die opwekken tot Godzaligheid.

Het tweede zal omvatten een kort begrip van de catechismus van De Paltz, die in onze kerken in gebruik is. Dit zal gebruikt worden door kinderen, die het eerste hebben geleerd en verstaan. Deze beide formulieren zullen óf naar het voorbeeld van de kerken van De Paltz, óf naar dat van de kerk van Middelburg, óf naar een ontwerp, door deze Synode voorgeschreven, opgesteld worden.

Het derde zal de catechismus zijn van De Paltz, die onze kerken hebben aangenomen. Daarin zullen onderwezen worden degenen, die in jaren en kennis zijn toegenomen. De Waals-Nederlandse kerk, die al reeds lang de catechismus van Geneve heeft gebruikt, zal die in de scholen en kerken mogen behouden. Maar andere formulieren om te catechiseren zullen de schoolmeesters in de scholen niet mogen gebruiken.

Men zal de Magistraat moeten verzoeken, dat hij alle paapse catechismen en alle andere boeken, die dwalingen en ongerechtigheden inhouden, uit alle scholen door zijn autoriteit wil uitwerpen. Ook zullen de schoolmeesters zorg dragen, dat de leerlingen niet alleen deze formulieren van buiten leren, maar dat ze ook de leer, daarin, verstaan. Daartoe moeten zij naar ieders -begrip alles duidelijk verklaren en naarstig meerdere malen onderzoeken of het wel verstaan is. De schoolmeesters, hoofd voor hoofd, zullen de schoolkinderen, die hun bevolen zijn, brengen onder het gehoor der heilige predikaties, voornamelijk de catechetische en naarstig rekenschap van het gehoorde doen afleggen.

Opdat men wetenschap hebbe van de naarstigheid der schoolmeesters en de vorderingen der jeugd, zal het het ambt der predikanten wezen, in gezelschap van een ouderling en (indien nodig) enigen uit de Magistraat, al de scholen, zowel bijzondere als openbare („publijcke") dikwijls te bezoeken, de vlijt van de meesters op te scherpen, in de wijze van catechiseren voor te gaan, met hun voorbeeld de jeugd onderrichten en te ondervragen en met heilige vermaningen, beloningen en kleine eerbewijzen, door de Overheid uit te reiken, tot vlijt en Godzaligheid op te wekken. De meesters, indien zij nalatig of ongezeglijk bevonden worden, zullen door de predikanten en (zo het nodig is) door de kerkeraad met ernst gewezen worden op de verplichtingen van hun ambt. Indien zij aan deze vermaningen geen gehoor geven, zal de Magistraat (Overheid) verzocht worden, dat door haar macht (autoriteit) dezulken tot hun schuldige plicht gebracht worden, of dat andere, bekwamere meesters in hun plaats worden aangesteld.

Tenslotte zal de Overheid verzocht worden, geen scholen toe te willen laten, die de heilige oefeningen óf niet toe laten óf verzuimen. (wordt vervolgd)

Genemuiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 1955

De Saambinder | 4 Pagina's

De Synode (van 1618-1619) sprak

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 1955

De Saambinder | 4 Pagina's