Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevestiging en intrede van Ds. A. Verhagen te Gouda

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevestiging en intrede van Ds. A. Verhagen te Gouda

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Donderdag 21 Juli was het voor de gemeente te Gouda een blijde dag, waarop Ds. A. Verhagen, gekomen van Kampen, zich aan zijn nieuwe gemeente mocht verbinden, nadat hij door Ds. H. Rijksen van Vlaardingen in het ambt was bevestigd. Groot was de belangstelling voor deze plechtige ure, vooral van de zijde van de gemeente van Kampen; een bewijs, welk een ruime plaats Ds. Verhagen in de harten van zijn gemeenteleden innam.

In de middagdienst beklom de consulent der gemeente. Ds. H. Rijksen, de kansel, terwijl de gemeente aanhief Psalm 119 : 4 en 9. Na het lezen van 2 Cor. 5 : 11-21, votum, zegen en gebed en de gemeentezang van Psalm 111 : 1, 3 en 4 vangt ds. Rijksen aan met: „Het is thans een gewichtvolle ure voor u. Ds. Verhagen, om als herder en leraar van de gemeente te Gouda te worden bevestigd. Ook voor u, kerkeraad en gemeente, is het een ure van grote blijdschap, waar de Heere zo onverdiend Zijn weldadigheden grotelijks heeft betoond. Hij heeft getoond, dat Hij het geroep Zijner ellendigen wil verhoren. De Heere vergunne u met die weldaden op de rechte plaats te mogen komen. Immers, het voorrecht is nooit genoeg te waarderen, om de zuivere prediking van Zondag tot Zondag door eigen leraar te mogen horen vei^kondigen. Bij dat gewicht van de prediking wensen wij u in deze ure van bevestiging te bepalen naar aanleiding van Coll. 1 : 28: „Dewelke wij verkondigen, vermanende een iegelijk mens, en lerende een iegelijk mens in alle wijsheid, opdat wij zouden een iegelijk mens volmaakt stellen in Christus Jezus". Het thema luidde: „De ware Evangelieprediking".
Ie. De inhoud van die prediking.
2e. De wijze van die prediking.
3e. Het oogmerk van die prediking.

Als Paulus deze brief schrijft, is hij in de gevangenis te Rome. Epafras komt hem bezoeken om raad in te winnen over de dwalingen in zijn gemeente. Leraars van Joodse afkomst brengen dwaalleer. Tegenover hun wijsgerig stelsel stelt Paulus de echte, de Goddelijke verborgenheid. De verborgenheid van alle eeuwen was, hoe een verloren Adamskind zalig zou worden met behoud van Gods recht. Die verborgenheid was geopenbaard in Efratha's velden, ja op Golgotha, waar aan het vloekhout des kruises de triomfkreet weerklonk: „Het is volbracht!" In Christus komt God aan Zijn eer en de kerk aan de zaligheid. Die oplossing is Christus, de Hoop der heerlijkheid. Hij alleen is de Inhoud der ware Evangelieprediking. „Dewelke wij verkondigen", zegt Paulus. Paulus, Epafras en Timotheüs en alle ware verkondigers. Gemeente, hoe groot is het voorrecht, dat gij zulk een getrouw leraar moogt ontvangen. Alle getrouwe dienaren zullen trachten de reuk van Christus te verbreiden, maar ook het souvereine werk van God drieënig. Want de Vader gaf Zijn Zoon, de Zoon gaf Zichzelf, en de Heilige Geest verheerlijkt Christus in het hart.

Vragen wij Paulus in de tweede plaats: „Hoe predikt gij Christus? " dan antwoordt hij: „Wij vei'kondigen Hem". Deze verkondiging heeft een vermanend karakter. Die vermaning richt zich tot Sion: „Strijdt om in te gaan". Tot de eigengerechtigen, die hun hoop zoeken ia gemoed en gevoel. Alle uitwendige vroomheid heeft geen waarde voor God. Christus is de enige Vrijstad. Deze prediking is ook lerend van karakter, gericht tot een iegelijk mens in alle wijsheid. De prediking richt zich tot allen. Driemaal herhaalt Paulus het: „Een iegelijk mens". God roept ons toe: „Laat u met God verzoenen". „Alleen, ken uw ongerechtigheid dat gij tegen de Heere, uw God, gezondigd hebt". In alle wijsheid wordt deze prediking gebracht. Niet in alle geleerdheid. De ware prediking is eenvoudig. Een leraar moet wijsheid hebben, op de preekstoel, op de catechisatie, maar ook bij het ziekbed, om het juiste woord te kiezen, zonder de waarheid te plooien. Hij is aller dienaar, maar niemands knecht. Geen evangelie naar de mens mag hij prediken. Laat de naaktheid van het kruis blijven. De evangeliedienaar heeft nodig zelf een leerjongen te blijven, om in de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te worden ingeleid en steeds te mogen ervaren: „Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn".

In de derde plaats: Het oogmerk der prediking. De apostel zegt: „Opdat wij zouden een iegelijk mens volmaakt stellen in Christus Jezus". Uit de werken der wet wordt geen vlees behouden. Daarom is de echo van Paulus' prediking: Niets uit ons; alles uit Hem. Zo reizen wij naar Jeruzalem! In Christus alleen is de.kerk volmaakt. In de prediking moet een heenwijzen zijn naar Christus. Gods volk begeert volmaakt voor God te leven, maar de allerheiligsten hebben nog maar een klein beginsel daarvan. Ze moeten uit Christus bediend worden als Profeet, Priester en Koning. Zo mag de ware evangeliedienaar de bruidskerk volmaakt stellen in Hem. Na het zingen van Psalm 132 : 6 en 10 wordt het formulier voorgelezen, waarbij Ds. Verhagen zich met een duidelijk: „Ja ik, van ganser harte!" aan zijn nieuwe gemeente verbindt. In zijn toespraak tot Ds. Verhagen wenst Ds. Rijksen hem des Heeren rijke zegen toe in de ambtelijke bediening, ja, dat het ten tijde des avonds licht moge zijn. Mevrouw Verhagen met haar kinderen en kleinkinderen wordt toegewenst een ruime plaats te mogen ontvangen in het hart dezer gemeente, onder de ervaring van 's Heeren gunst. Van de raad der kerk neemt Ds. Rijksen afscheid als consulent, waaraan zulk een veelvuldige arbeid verbonden was. God heeft Zijn weldadigheid betoond. Hij geve u in liefde en eenheid saam te werken, om Christus te leren kennen tot eigen troost, tot stichting der gemeente en tot eer van God. Tot slot richt spreker zich tot de gemeente. Bidt voor Mijn knechten, zegt de Heere. Een biddend volk is een sterk volk. Neemt het woord van uw leraar als Gods Woord aan. Legt u ter toetsing en niet om te oordelen. De woorden, van de kansel gebracht, zullen eenmaal terugkomen. Dat uw herder en leraar tot rijke zegen moge zijn. Hem zij de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen. Plechtig klonk nu de zegenbede uit Psalm 134 : 3. Na het gebed, het zingen van Psalm 56 : 5 en de hogepriesterlijke zegen uit Numeri 6 : 24, uitgesproken door Ds. Rijksen, verliet de gemeente het kerkgebouw. Onder de aanwezigen merkten wij op: Ds. L. Rijksen, Ds. Chr. van Dam, Ds. M. Blok, Ds. J. W. Kersten, Ds. A. F. Honkoop en de studenten Molenaar, Blok, van Haaren en Wisse, terwijl ook candidaat Elshout aanwezig was.

In het avonduur werd Ds. Verhagen door Ds. H. Rijksen naar de kansel geleid. De gemeente, die nu in nog groter getale was opgekomen dan 's middags, hief aan Psalm 98 : 1 en 2, terwijl Psalm 43 werd voorgelezen. Behalve de reeds genoemde aanwezigen tijdens de bevestigingsdienst, waren nu ook opgekomen Ds. de Gier, Ds. Kieboom en Ds. Cabaret, terwijl Ds. A. F. Honkoop deze dienst niet bijwoonde wegens ambtelijk werk. Als tekst verkoos de nieuwe leraar Psalm 71 : 17—18: „O God, Gij hebt mij geleerd van mijn jeugd aan, en tot nog toe verkondig ik Uw wonderen. Daarom ook, terwijl de ouderdom en de grijsheid daar is, verlaat mij niet, o God, totdat ik dezen geslachte verkondige Uw arm, alle nakomelingen Uw macht". Dit woord bevat: ' „Een gebed om 's Heeren ondersteuning in de ambtelijke bediening.
Ie. Een ootmoedige erkenning.
2e. Een dringende behoefte.
|3e. Een liefhijke bedoeling.
Gezongen werd nu Psalm 68 : 13 en 14.

Wie had ooit gedacht, aldus Ds. Verhagen, dat we een ure zouden beleven als dit avonduur, waar we geroepen worden ons aan de gemeente van Gouda te verbinden! Onze gedachten worden vermenigvuldigd! Als we terugdenken aan de samenkomsten gehouden aan de Boelekade bij de fam. Hoogendoom! Veel is over ons hoofd gegaan. Maar God heeft grote dingen gedaan! Uit, dat nietige begin is de gemeente groot geworden. God heeft getoond over ons te waken. Eben- Haëzer, tot hiertoe heeft de Heere geholpen. Het heeft de Heere behaagd- ons los te maken van ons onvergetelijk Kampen. In liefde en vrede hebben we 8 jaar in haar midden gewoond. Het werd gevoeld, het kon niet anders. We hoefden 't niet goed te praten. Gezien onze leeftijd kimt ge begrijpen, waarom we deze tekst verkozen. Onze behoefte wordt verklaard. Hoe de herdersstaf opgenomen? Met een gebed dat niet uit woorden bestaat, maar leeft in ons hart.

Als de Goddelijke ondersteuning onthouden werd, het zou rechtvaardig zijn. Moeilijkheden zullen niet uitblijven. Maar de Heere zegt: „Ik zal raad geven; Mijn oog zal op u zijn". Als wij het moesten doen!!! Nu hebben we de ondersteuning in de ambten nodig van die grote Ambtsdrager. Als God iemand uit de zonde trekt en plaatst op de leerbank van Goddelijke genade; is er groter wonder denkbaar? Hij was het. Die zei: „Tot hiertoe!"

Als brandhout zijn we uit het vuur gerukt, om een plaats te mogen krijgen in die Goddelijke liefde. Op de leerschool der genade leert God Zijn volk een walg aan zichzelf te krijgen. In de prille jeugd riep God: „Wie is er blind als Mijn knecht, en doof gelijk Mijn bode, die Ik zende? " (Jes. 42 : 19). Wie kan keren het werk des Heeren? Hier staan we niet in eigen kracht, gemeente van Gouda! Code alleen de eer! Als God een mens tot de bediening roept komt hij in de onmogelijkheid terecht. We hebben als oudste predikant veel doormaakt. Gods Woord mogen verkondigen van eeuwige zondaarsliefde, dat de mens nog verzoend kan worden. Niet als de remonstranten uit kracht van voorgezien geloof. Onze lastbrief is: de wonderen des Heeren te verkondigen. God staat voor Zijn werk in, zowel op kerkelijk terrein als in het zieleleven, doch er is geen moeilijker tekst, dan uit genade zalig te worden. Ten tweede. De dichter van deze „ouderdomspsalm"  gevoelt zijn zwakheid bij het klimmen zijner jaren. Afbraak van buiten en van binnen! Lopers worden kruipers! Praters worden zwijgers! God gebruikt geen bijzondere mensen, maar verheerlijkt zijn bediening. We moeten uit de bediening Gods leven. Zij werden daaglijks begenadigd, met mannahemels brood, verzadigd.

Waarover mogen Gods kinderen en knechten het meest verblijd zijn? Dat ze met een trouwhoudend God te doen hebben. Daarom behoefte aan de ambtelijke bediening, 't Is geen vak. En gemeente van Gouda, we hebben over God nooit te klagen! En Gods volk zal zonder troost niet sterven. Hij heeft het gedaan en zal het doen. Hij zal dragen en redden.

Ten derde. Daar lag een keus in het hart van de dichter. Hij had goede gedachten van God. Het ligt ook in ons hart Gods macht en grootheid te verkondigen. We hebben een lastbrief ontvangen en die stelt ons voor twee wegen: eeuwig wel en eeuwig wee! We hopen daartoe in staat gesteld te worden bij het klimmen der jaren, door de bediening des Geestes. Om veel een leerling te mogen zijn op Jezus' school, om het geheim te ontdekken van vrije genade; de liefde des Vaders, de verdienste des Zoons en de bediening des Heiligen Geestes. Mocht de Heere een biddend volk geven, ook voor mij. De kerk kan niet leven zonder gebed. Op uw noodgeschrei, deed Ik grote wonderen!

We zijn onder de indruk van de betoonde hartelijkheid van kerkeraad en gemeente. We hopen de geestelijke belangen ook van de catechisanten te behartigen. Ouders, werkt daarin mee! Na kerkeraad, bevestiger en ambtsbroeders, alsmede de talrijke afgevaardigden, koster en kosteres te hebben toegesproken en hun hartelijk dank gezegd te hebben voor hun liefde en medeleven, spreekt Ds. Verhagen ook Mr. Bouwman toe. Ook u hebt gevoeld, dat de beslissingen van een hoger Besluit afhankelijk waren. De Heere gedenke u in uw ambt. Ook de Loco-Burgemeester mocht zich de beste wensen voor de burgerlijke gemeente horen toevoegen. Echtgenote, broer en zuster kregen nog een kort woord.

Gemeente van Gouda! De Heere zij ons gedachtig en doe ons in Zijn gunst en liefde leven. Gode tot eer en u tot zaligheid.

Om de kerkeraad van Kampen, waarvan 4 ouderlingen én 3 diakenen aanwezig waren, nog in de gelegenheid te stellen hun trein te halen, verkreeg ouderling J. van Putten als uitzondering het eerst het woord. Uw lastbrief hebt ge voor 100% ontvouwd. Met liefde zijn we steeds saam geweest! Tot roem van Gods genade mogen we dat niet verzwijgen. De Heere ondersteun-e u in uw ouderdom om de wonderen van vrije genade te verkondigen. Het is een wonder, dat U daar nog staat, want we hebben aan uw ziekbed gestaan, dat wij dachten, dat uw sterfbed werd. We hadden niet gedacht, dat onze 68-jarige leraar nog zou vertrekken, maar we mochten het^ overgeven! We hebben niets goed te maken. Gouda is verblijd. Wij zijn met weemoed vervuld. Mocht de gemeente verwaardigd worden u in liefde te dragen. We wensen als vrienden te leven en als vrienden te scheiden.

Met ontroering namen de vrienden daarna afscheid, nog de belofte ontvangend, dat hun oude leraar hen zou blijven gedenken.

Vervolgens werd gezongen Psalm 84 : 3, waarna Ds. L. Rijksen sprak namens de Synode der Gereformeerde Gemeenten. Hoe komt in alles uit: de goede hand Gods, aldus Ds. Rijksen. „Wonderlijk zijn Uw werken. Ook weet het mijn ziel zeer wel". Zovele vacante gemeenten en dan, dat de Heere het aan Gouda vergunt dat u zich aan haar mocht verbinden! Zijn hand mocht worden opgemerkt. De Heere sterke u.

Ds. M. Blok begroet Ds. Verhagen namens de Classis Rotterdam èn de Particuliere Synode West. De Heere gebruike uw bediening naar Zijn raad. De laatste jaren zijn we in deze Classis met aangenaamheid saam geweest. Die samenwerking moge bestendigd blijven. Ds. J. W. Kersten spreekt namens de Classis Kampen en de Particuliere Synode Oost. Ook daar heerste een nauwe samenwerking. Hij herinnert aan de prachtige lastbrief van Eliëzer, namelijk om het hart van Rebekka in te nemen, zodat ze het niet meer houden kon buiten Izaak. Dat velen gevoerd mogen worden tot die hemelse Bruidegom.

De loco-burgemeester spreekt nu nog een welkomstwoord. Hij zegt Ds. Verhagen dank voor de goede woorden en beloofde voorbede voor de plaatselijke overheid. Daar gaat kracht van uit, volgens spreker. Er ligt een schaduw op de gemeente. We moeten christen zijn in ons leven. De schaduw moge verdwijnen. De liefde moge niet ontbreken. Uw arbeid worde rijk gezegend.

Voor de kerkeraad van Gouda spreekt de heer Hoogendoom een kort woord. Hij roept zijn leraar een hartelijk welkom toe. Eben-Haëzer. Dat gelden mag: Waar liefde woont, gebiedt de Heere de zegen. Dat u veel verkeren moogt aan de troon der genade, om de noden der gemeente op te dragen. We gedenken onze consulent. Het spijt de catechisanten, dat gij heengaat, maar ik hoop, dat ze hun nieuwe leraar, hoewel oud, maar met een jong hart, in liefde mogen waarderen. De Heere ondersteune alle leraars en studenten, en Ds. L. Rijksen zijn wij zeer erkentelijk voor alles, wat hij voor Gouda deed. Zingen we nu onze leraar toe Psalm 122 : 3. Ds. Verhagen gaat nu voor in gebed, laat nog zingen Psalm 72 : 11 en sluit deze dienst met de zegenbede.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juli 1955

De Saambinder | 4 Pagina's

Bevestiging en intrede van Ds. A. Verhagen te Gouda

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juli 1955

De Saambinder | 4 Pagina's