Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Barend en Johanna

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Barend en Johanna

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Johanna: Het was voor de broeders uit de heidenen ook veel waard, dat in de brief stond: Het heeft de Heilige Geest en ons goedgedacht. Daardoor wisten zij dat niet uitsluitend door mensen het besluit genomen was, maar dat het gedaan was onder de hoge leiding des Heiligen Geestes. De Heilige Geest werd erkend als de eigenlijke Leider, was dat zo betrouwbaar, hoe kon zich dan nog verder iemand blijven verzetten?

Barend: Het was dus onder de leiding des Heiligen Geestes dat hun geen meerdere last werd opgelegd dan genoemde noodzakelijke dingen, en zo zij zich daaraan hielden, deden zij wel, en zou het hun ook welgaan, want het was geen werelds gebod, maar van Koning Jezus Zelf, het was overtuigend voor de consciëntie, dat de evangeliedienst van Christus in haar schoonheid geplaatst werd tegenover de heidense gewoonten.

Johanna: Maar ook was de brief een schoon voorbeeld voor de gemeenten Gods in latere tijden om redelijk te zijn tegenover wettisch gelegerde christenen, gelijk de Joodse broeders waren. Dat is u toch wel eens met mij?

Barend: Jawel, maar ook hierin ligt een les voor alle ware godvrezenden, dat de zelftucht en godsvreze buitengewoon vruchtdragend zijn.

Johanna: Het slot van de brief was nogal koel en kortaf met zijn: „Vaart wel". Was dat toen zo een gewoonte, of was het inderdaad liefdeloos?

Barend: Het werd toen algemeen gebruikt als een slotwoord bij een brief, maar in deze brief had het woord een geestelijke inhoud en een evangelische klank, met de betekenis van: Wees sterk in de Heere. De deputatie maakte zich onmiddellijk reisvaardig, en na gebed en dankzegging gingen de broeders op reis in de richting van Antiochië in Syrië. 

Johanna: Maar was de stemming op de terugtocht niet blijmoediger dan op de heenreis naar Jeruzalem? Mij dunkt, toen dreigde een scheuring, toen was er een onopgeloste zaak, maar nu waren zij er van af?

Barend: Ja, zij hebben dan ook bij aankomst onmiddellijk de gehele gemeente saamgeroepen, omdat men reeds naar de terugkomst had uitgezien. En zij gaven hun de brief over, en zij die gelezen hebbende, verblijdden zich over de vertroosting. Het alles viel goed, er bleef geen wantrouwen achter, het Evangelie kon haar overwinnende loop voortzetten.

Johanna: Het vei"wondert mij, dat er dan verder staat, dat Judas en Silas vermaanden en versterkten met vele woorden. Waarom lezen wij dat niet van Paulus en Barnabas?

Barend: Dat was de wijsheid die van boven is, dat Paulus en Barnabas zich nu een weinig van achter houden. De Jeruzalemse afgevaardigden hadden op die tijd de meeste invloed, want op de Jeruzalemse apostelen hadden zich immers juist de wettische leraars beroepen? En het was wel nodig dat de broeders versterkt werden, want het was immers maar al te zeer te vrezen, dat de strijd te eniger tijd opnieuw zou gaan ontbranden. Daarom spraken Judas en Silas zelfs vele woorden.

Johanna: . Na. enige tijd aldaar te zijn gebleven, gingen zij weder met goedvinden der broeders te Antiochië terug naar Jeruzalem tot de apostelen. Maar waarom dacht het Silas goed om in Antiochië te blijven?

Barend: Niet alleen Silas, moet zijn rede hebben gehad om te willen blijven, maar ook Judas of Barsabas moet zijn rede hebben gehad om naar Jeruzalem terug te willen gaan. Beiden jaagden in elk geval naar de plaats, waar zij naar hun oordeel het meest tot steun voor de gemeenten zouden zijn. In elk geval onthielden zich ook Paulus en Barnabas te Antiochië, lerende en verkondigende met nog vele anderen het Woord des Heeren. 

Johanna: De gemeente te Antiochië had dus een nogal zware beproeving moeten doormaken. Maar nu was weer de rust wedergekeerd en daarmee openbaarde zich de terugkerende kracht des Geestes. Wel had zij veel geleden door die wettische drijvers, maar was zij niet als goud uit de smeltkroes te voorschijn gekomen?

Barend: Ja zeker, maar het Farizeïsme is een gevaarlijk onkruid op de akker van Gods kerk. Het zou zich steeds opnieuw weer openbaren. Nu echter mocht de gemeente weer eens even opleven. God had haar jeugd vernieuwd als eens arends. De beekjes der rivier mochten verblijden de stad Gods. Maar Jeruzalem zou steeds meer op de achtergrond treden. Het Joodse volk zou zich blijven verharden tegen het evangelie van Jezus Christus. In Jeruzalem moesten de apostelen al hun krachten inspannen, om niet in wettische banden de gemeente te laten verkommeren. Altijd was daar weer de strijd met het Judaïsme.

Johanna: Maar Antiochië leefde daarentegen op, het zaad des Woords vond daar een goede bodem, en de dochtergemeente zou eerlang de moedergemeente te Jeruzalem ver overvleugelen. De jonge, begaafde predikers Barnabas, Paulus, Silas, Johannes Marcus, zij allen bevonden zich te Antiochië. Daar verzamelden zich degenen, die het zendingsbevel van Christus steeds voor ogen hebben gehad. Zij wilden Zijn getuigen zijn tot aan het einde der aarde. Maar dan moest ook Antiochië staan in de levende beoefening der prakticale godzaligheid, om de grote zendingsarbeid te leiden en op te dragen aan hen, die van de Heilige Geest daartoe zouden worden aangewezen.

Barend: En Paulus en Barnabas onthielden zich te Antiochië, lerende en verkondigende met nog vele anderen het Woord des Heeren. Wat blijkt ons daaruit? Dat de gemeente nog jong was en in haar groei. Wel had het geloof de harten gereinigd, maar de kennis van de Waarheid was blijkbaar nog niet groot.. En verkerende in een heidense wereld was het wel zeer nodig, goed onderlegd te zijn, vooral de ambtsdragers. De gemeente had onderwijs nodig, en vooral Paulus had zeer rijke gaven en was ongetwijfeld wel één der meest begaafde leraren.

Johanna: Wat had Paulus ook altijd een grote zorg voor de schapen, en als hij dadelijk na het apostelenconvent weer op zendingsreis gegaan was, had hij uitwendig de kerk wellicht in grootte doen toenemen, maar dan zou het toch op den duur op schade uitgelopen zijn, gelooft u dat ook niet?

Barend: Ja, Calvijn zegt er van: Derhalve heeft Paulus door voor een tijd Antiochië bij te staan, voor de andere kerken gezorgd. De heidenen moest Paulus funderen in het Woord, en de Joden moest hij losmaken van de ceremoniële wet en opvoeden tot evangelische vrijheid. Gewis een zeer zware, belangrijke taak rustte; ook te Antiochië op hem. 

Johanna: En zo staan we dus weer aan het einde der eerste zendingsreis en tevens hebben wij van gedachte gewisseld over die belangrijke vergadering te Jeruzalem, bekend onder de naam van apostelen-convent.

Zoudt u bereid zijn, Paulus te volgen op zijn tweede zendingsreis? Ik voor mij, wil mij er gaarne weer voor geven.

Barend: Laat ons hopen, dat de kennis der Heilige Schrift en de kennis der waarheid er door mochten toegenomen zijn en dat de Heere er nog iets mee voor mocht hebben tot Zijn eer en stichting van onze naaste.

Barneveld

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 december 1955

De Saambinder | 4 Pagina's

Barend en Johanna

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 december 1955

De Saambinder | 4 Pagina's