Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Barend en Johanna

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Barend en Johanna

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Johanna: De aanhef van die geleidebrief was nogal vleiend voor Felix, die door Claudius Lysias immers de machtigste genoemd werd. Dat was zeker maar een beleefdheidsfraze?

Barend: Een brief van de ene voorname Romein aan de andere voorname Romein begon meestal met een hoogdravende verering ter betoning van hoffelijkheid en beleefdheid. Dan verder, noemde hij Paulus, een man, zonder nadere omschrijving van rang of stand.

Johanna: Ik heb wel eens gelezen, dat iemand die geleidebrief zo rechtvaardig en onpartijdig vond, maar ik vind dat Lysias toch maar geringschattend over Paulus schreef, terwijl hij toch wel wist, dat het een geleerde was, onderwezen door Gamaliël, dat hij vloeiend Grieks en Hebreeuws sprak, een man dus van ontwikkeling. Wat denkt u daar nu van?

Barend: m de benaming „deze man" ligt vanzelf heel duidelijk, dat de overste van het gehele geval met Paulus niets begrepen had, evenmin als tevoren Pontius Pilatus iets begrepen had van de Heere Jezus, Die hij betitelde met: „Ziet de mens". Lysias had niet het minste inzicht in het Goddelijk en apostolisch ambt van Paulus. Lauw verklaarde hij hem het leven te hebben gered, terwijl er gelogen werd, dat hem bericht was, dat hij een Romein was. Dat moest Paulus hem eerst bekendmaken, toen hij reeds met de riemen uitgerekt stond te worden om een geseling te ontvangen.

Johanna: Zou die leugen niet een bewijs kunnen zijn van de echtheid van die brief? Vervalste brieven, of verzonnen brieven zijn meestal nog al aardig en mooi, vindt u ook niet?

Barend: Dat kon heel goed zijn, dat de onoprechtheid van de overste het beste bewijs is van de echtheid van de brief. Liegen was bij de heidenen geen zonde, en zo is deze brief een spiegel der wereld, immers de noodleugen wordt in de wereld geoorloofd geacht. En dat Paulus een Romein was werd door Lysias belangrijker geacht dan dat hij een gezant en apostel van Jezus Christus was.

Johanna: Lysias was wellicht dankbaar, dat hij de onbelangrijke Jood kon afschuiven, en tevens gebruikte hij deze aangelegenheid om bij de stadhouder een wit voetje te halen. Het Sanhedrin liet men zijn autoriteit behouden, ofschoon onder het oppergezag van Rome. Dus handelde Lysias toch eigenlijk wel naar de grote lijnen der Romeinse politiek van die tijd?

Barend: Wat vooral in die brief opvalt, is dat Lysias op minachtende wijze sprak over vragen hunner wet, terwijl Paulus gesproken had over de opstanding der doden en het laatste oordeel, en dat was niet een vraag hunner wet, maar een vraag van elk mens!

Johanna: Ja, en ook treft het pijnlijk, dat hij wel verhinderd had, dat Paulus gedood werd door het geweld der fanatieke Joden, maar toen gaf hij hem zonder gewetensbezwaar over aan Felix, die ook een mensenleven een weinig beduidende zaak achtte. Maar Jeruzalem, dat Paulus verwierp, gelijk het zijn Meester verworpen had, zou Paulus nimmermeer terugzien. En meer en meer neigden de inwoners van Jeruzalem naar de ondergang. "En hoe was de ontvangst, die de apostel bij Felix te beurt viel?

Barend: De stadhouder vroeg uit welke provincie des rijks de gevangene afkomstig was en toen hij vernam, dat Paulus uit Cilicië was, beloofde hij hem een spoedig verhoor, als zijn beschuldigers zouden gekomen zijn en gaf bevel, dat Paulus in het rechthuis van Herodes zou bewaard worden. Daar had Paulus gelegenheid, om bekend te worden met de groten der aarde, die verbleven aan het hof van de stadhouder.

Johanna: In mijn geest zie ik de verkennende blik en hoor ik de officiële vraag, uit wat provincie Paulus was. Was het wellicht voor Felix een aangename sensatie, om een strijd bij te gaan wonen tussen de Jeruzalemse Joden, die hij in zijn hart verachtte en een aangeklaagde gevangene, die er merkwaardig genoeg, in zijn kalmte zo voornaam en indrukwekkend uitzag?

Barend: In elk geval werd Paulus bewaard, dat is, niet als een gemene misdadiger behandeld, en reeds na vijf dagen kwam de hogepriester Ananias af met de ouderlingen en een zekere voorspraak, genaamd Tertullus, dewelke, verschenen voor de stadhouder tegen Paulus. De Joden hadden bericht gehad van Lysias, dat ze, Paulus in Cesarea konden aanklagen bij de stadhouder Felix en zij lieten er geen gras over groeien, maar maakten zich zo spoedig mogelijk gereed om op reis te gaan.

Johanna: Maar die Tertullus, was dat nu een Jood of een heiden? Zijn naam wees naar zijn Romeinse afkomst, en was hij zoiets als een advokaat? Had men hem gehuurd om zijn welsprekendheid en wetskennis?

Barend: Inderdaad, hij was een huurling, die voor grof geld uit de tempelschat zich bereid verklaard had hun woordvoerder te zijn, want de Joden hadden veel meer haat in hun hart dan woorden op hun lippen, tegenover de gevreesde, machtige Romeinse stadhouder.

Johanna: Maar welk een consternatie was dat wel voor die veertig eedgezworenen, toen zij vernamen, dat Paulus hun ontkomen was? En was het geen vernedering voor die deftige leden van het Sanhedrin helemaal naar Cesarea te moeten, om Paulus aan te klagen?

Barend: We kunnen dat ons wel indenken, wat het voor hen allen was, maar het gevaar, dat Felix hem mogelijk zou vrijlaten, wilden zij niet riskeren, zij achtten Paulus haast nog gevaarlijker dan Felix.

Johanna: En als Paulus geroepen was, begon Tertullus hem te beschuldigen, en wij moesten die beschuldiging maar laten zoals zij was, te weten, een laag exempel van vleierij en leugen, waarin de booswicht Felix werd geprezen, ofschoon hij de moordenaar van de hogepriester Jonathan was; hij werd verheerlijkt, alsof hij een zegen was voor de Joodse kerk en staat. Maar de Joden haatten hem evengoed als Paulus. Was het ook bij dat gezelschap niet duidelijk, dat Abrahams zaad onpeilbaar diep gezonken was?

Barend: Tyrannen zijn meest vatbaar voor vleierij, en dat was Felix ook, al was het huichelachtige in die rede zo doorzichtig als glas. Felix genoot en gnuifde, dat de door hem verachte Joden hem nodig hadden en een gunst van hem begeerden, terwijl Claudius Lysias beschuldigd werd van geweld, en een vertrouwen gehuicheld werd in de rechtsgevoelens van Felix. En dat fraaie pleidooi werd door al de leden van het Sanhedrin toegestemd en bevestigd.

Rotterdam-Z

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 december 1956

De Saambinder | 4 Pagina's

Barend en Johanna

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 december 1956

De Saambinder | 4 Pagina's