Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Gezag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Gezag

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De woorden „gezag" en „macht" worden dikwijls door elkaar gebruikt, maar zijn toch niet geheel hetzelfde. Het woord „macht" hangt samen met „vermogen", in de betekenis van kracht, terwijl het woord „gezag" samenhangt met „zeggen".

Iemand, die over een ander te zeggen heeft, heeft over die ander „gezag" en die ander moet naar hem horen. Macht kan men ook hebben over wat niet naar ons horen kan, over levenloze voorwerpen namelijk. Het woord „macht" bestrijkt dan ook een uitgebreider terrein dan het woord „gezag", want gezag kan alleen geoefend worden over redelijke en zedelijke schepselen.

Vraagt men nu naar de grond of de bron van het menselijk gezag, met andere woorden, waarom de ene mens over de andere te zeggen heeft, zodat die andere naar hem horen moet, er zedelijk toe verplicht is, dan is hier maar één, verstand en gemoed bevredigend, antwoord en wel dit, dat de grond of bron van het menselijk gezag in 'God ligt. God is immers de opperste Gezagsdrager, Souverein over alles en allen. En nu draagt de Heere aan niemand Zijn gezag ten volle over, maar opdat in deze wereld alles met goede orde toega, betrouwt Hij een deel er van toe, aan wie Hij wil. God is dus de bron en de grond van alle gezag. Dit hebben wij dan .ook met klem vast te houden tegenover het socialistisch beginsel van de violkssouvereiniteit. Dan leert men immers, dat het gezag uit de mens opkomt en dat alle overheid zijn gezag aan het volk dankt. Neen, God is de bron van alle gezag en een ieder die met gezag bekleed is, is dit bij de gratie Gods. Met het wegvallen van het geloof aan God, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde, is dan ook de zedelijke grondslag voor het menselijk gezag ondermijnd, en moet men vervallen in revolutie en anarchie. God de Heere is als Schepper Souverein over Zijn schepselen. Wijl het schepsel in alles afhankelijk is van God, is Gods gezag, Gods souvereiniteit over Zijn schepselen onbeperkt. Dit gezag over Zijn schepselen oefent God gedeeltelijk onmiddellijk, dus direct, en gedeeltelijk middellijk, dus indirect.

Onmiddellijk, dus direct, oefent God gezag over 's mensen leven of dood en over 's mensen geweten. Middellijk, dus indirect, oefent God gezag over wat buiten leven of dood en buiten het geweten ligt. Immers over het terrein, v/at hier buiten ligt, oefent God gezag door middel van mensen over mensen, dus middellijk of indirect. Bij dit gezag van menseii over mensen draagt God Zijn gezag nooit over, maar gebruikt Hij slechts de dienst van mensen; oefent Hij Zijn gezag door middel van een mens.

Menselijk gezag is dus altijd dienend tegenover God en heersend tegenover de mens. Het gaat er dus altijd om, of wij in de gehoorzaamheid aan mensen, als gezagsdragers Gods, buigen voor Gods gezag. Want God alleen regeert. Alle gezag van mensen daalt van Hem af. Die mensen hebben zelf geen gezag, maar zijn er mee bekleed. Paulus zegt in 'Rom. 13: „iEr is geen macht dan van God, en de machten die er zijn, zijn door God ingesteld". Paulus denkt dus de personen weg, maar ziet achter al die gezagsdragers God Zelf en zegt: „Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal".

In het buigen voor de gezagsdragers buigt Paulus voor God, en dat is de ware van God gewilde gehoorzaamheid. Ja, dan dingen vader en moeder en alle gezagsdragers in alle levenskringen ook niet op gehoorzaamheid aan door te zeggen: „Ge zult dit of dat doen omdat ik het zeg en daarmee afgelopen". Want daarmee is het niet afgelopen. Want de ware gehoorzaamheid wordt alleen betracht omdat God het zo wil. Daarom mag ook nooit gehoorzaamheid beti^acht worden als iets bevolen wordt, wat in strijd is met Gods Woord, want dan hebben wij Gode meer gehoorzaam te zijn dan de mensen. Als ouders of andere, die met gezag bekleed 'zijn, iets bevelen, dat in strijd is met Gods Woord, dan misbruiken zij hrm macht en gezag en zijn zij in wezen gezagsdragers af, omdat zij de bron van hun gezag, de Heere, miskennen, door iets te bevelen, wat in strijd is met Zijn wil. Na deze beschouwing over de bron van het gezag, hopen wij de volgende keer D.V. te spreken over het ouderlijk gezag.

Vlaardingen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 1957

De Saambinder | 4 Pagina's

Het Gezag

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 1957

De Saambinder | 4 Pagina's