Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In de doodsvallei II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de doodsvallei II

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Alzo zegt de Heere Heere tot deze beenderen: Ziet, Ik zal de geest in u brengen, en gij zult levend worden. Ezechiël 37 : 5

Onze tijd kenmerkt zich door vele ontdekkingen, maar niemand heeft het middel uitgevonden om de dood te overwinnen. „De bezoldiging der zonde de de dood". De dood 'blijft heersen over de mens niettegenstaande alle wijsheid en ontwikkeling. De wereld is een dodenveld gebleven, ja het schijnt soms, dat de dood zich steeds meer 'openbaart in haar afschuwelijkheid. De vijandschap tegen God en Zijn Christus neemt steeds grotere afmetingen aan in het leven der volkeren. De mens leeft zich meer en meer uit in zijn afval en brute vijandschap tegen de God des levens. De mens der zonde, de zoon des verderfs, komt meer en meer openbaar in onze tijd. We zijn door onze bondsbreuk in Adam in een vreselijke toestand gekomen. Onze voorouders hebben ons een vreselijke erfenis achtergelaten, we worden allen in zonden ontvangen en geboren. En wanneer we sterven zoals we geboren worden, zal bet vleselijk zijn om God te ontmoeten.

Is het mogelijk, dat een dode zondaar levend wordt, kan de verbroken band met God weer hersteld worden? Ja, dat is mogelijk, niet door ons, maar door God Zelf. De Heere schenkt uit vrije soevereine genade dode zondaren geestelijk leven. Wanneer het Gods Geest behaagt om ons te overtuigen van zonden, gerechtigheid en oordeel, worden we arme smekelingen aan de troon der genade. Dan gebeurt er een Goddelijk wonder van Gods genade in het hart van de uitverkoren zondaar.

Ezechiël zeide op de vraag des Heeren, of 'de dorre beenderen levend zouden worden: „Heere, Gij weet het". Hij wist, dat er bij God niets onmogelijk was^ want. God roept de dingen, die niet zijn, alsof ze waren. De profeet krijgt een hemelse opdracht, het woord des Heeren komt tot hem om te spreken. Hij moet profeteren over de dorre beenderen, opdat ze levend zullen worden. God zal Zich verheerlijken in machtige wonderen aan de doodsbeenderen. Velen redeneren, hoe is het mogelijk, dat deze dorre beenderen het woord van Ezechiël konden horen, doden kunnen toch niet horen? Wat onmogelijk is bij de mensen, is mogelijk bij God. Wanneer Hij spreekt dan is het er, Zijn woord is met macht en majesteit. Hij zeide op de eerste dag, daar zij licht, en het werd licht. Zo is het nog, de Heere behoeft maar één woord te spreken en het licht gaat op in het duister zondaarshart.

„De doden zullen horen de stem van de Zoon Gods, en die ze gehoord hebben zullen leven". God roept geen verondersteld wederom geboren, maar dode zondaars tot bekering. De apostel getuigt zo schoon: „U heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart in de misdaden en de zonden". De Heere wekt Zijn volk op uit hun doodstaat en geeft hen het leven. Zonder wedergeboorte zal niemand zalig worden, we moeten allen door de enge poort gaan. God , gebruikt in de levendmaking van de dode zondaar Zijn Woord en Geest. Het Woord des Heeren is levend en krachtig, het werpt ons eerst 'in het stof en daarna worden we vertroost met Goddelijke beloften. God werkt nooit zonder Zijn Woord, daarom mogen we de prediking van Gods getuigenis nooit verzuimen. Het behaagt de Heere om de prediking en de bediening van Zijn Woord te heiligen aan de harten van zondaren. Wanneer de Heere het bevel geeft: „Profeteer, mensenkind", dan moeten wij daar 'zijn. Onze doodsbeenderen mochten eens tot het leven geroepen worden, 'dat is mogelijk, we weten de tijd niet als Gods Geest werkt. Het is gevaarlijk, ja zelfs zonde, als we de middelen, welke de Heere gegeven heeft tot bekering, verwaarlozen.

Ezechiël doet wat de Heere hem bevolen had, hij profeteert tegen de dorre doodsbeenderen. De profeet sprak in Gods Naam tot de beenderen, het was een bevel van de Heere H*ere. En zie, wat onmogelijk scheen gebeurde, er kwam beweging in het dodenveld, elk been naderde tot zijn been.

Vol bewondering aanschouwt de profeet de grote verandering; die er plaats gevonden had in de vallei met doodsbeenderen. Het woord' des Heeren keert nooit ledig weder, het is een reuk des levens ten leven en een reuk des doods ten dode. Velen, 'die onder de waarheid leven, hebben indrukken van dood en eeuwigheid, ja zijn soms voor een tijd ontroerd en bezorgd over hen, onsterfelijke ziel. Helaas, het is zo vaak een morgenwolk en een vroeg opkomende dauw.

Maar sterke indrukken en overtuigingen kunnen het begin zijn van waarachtig geestelijk leven. Wanneer indrukken weer voorbij gaan, zijn het consciëntieovertuigingen geweest, welke te kort zijn voor de eeuwigheid.

Ezechiël moest voor de tweede maal profeteren, hij moest roepen tot de geest des levens, die God schenkt, opdat er leven zou komen in de dode lichamen. Toen hij deze Goddelijke opdracht vervuld had, gebeurde er een groot wonder. Er kwam leven in de lichamen, welke dood waren, en ze stonden op hun voeten. Het is zo noodzakelijk, dat de Heere persoonlijk Zijn genade aan ons hart verheerlijkt, we moeten opstaan uit ons zondegraf. We kunnen ons zelf het leven nie tgeven, dat is eeuwig onmogelijk, de Heere is altijd de Eerste.

De Heere geeft bevel om te profeteren. Hij zendt die geest des levens, Hij verheerlijkt Zijn genade aan zondaren. Het Woord des Heeren moet niet alleen tot ons oor komen, het moet ons hart treffen. Gods Woord heeft levendmakende kracht, als het gepaard gaat met de krachtdadige werking des Heiligen Geestes. Ezechiël kon geen verandering brengen in de dorre doodsbeenderen, op zijn profetie kwam de geest, dat deed de Heere Zélf. Hij gaf de geest des levens aan de dode lichamen. Hij werkt het leven in de dode zondaarsziel. De Heere roept de zondaar tot het teven; o eeuwig wonder, als ons dat te 'beurt mag vallen. De profeet moest Gods woord spreken, de Heere zeide hem wat hij verkondigen moest. Gods Woord tekent de mens zoals hij is, verloren, gans onrein door erf en dadelijke zonden.

Ezechiël moest profeteren in Gods heiliige Naam. Wat was zijn opdracht, moest hij zeggen: „Verbondskinderen, hoort des Heeren woord? " Neen, deze aanspraak' wordt in onze dagen veel gebruikt, maar de profeet predikte anders.

Paterson Peoples Park

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juni 1958

De Saambinder | 4 Pagina's

In de doodsvallei II

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juni 1958

De Saambinder | 4 Pagina's