Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het vlees geworden Woord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het vlees geworden Woord

En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Johannes 1 : 14a

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Allerwege wordt thans herdacht het wonder van de vleeswording des Woords. Wie niet verzonken is in het heidendom, 'begeeft zich naar het huis des Heeren om het Kerstevangelie te beluisteren. Immers, de eeuwige Zoon van God, Die waarachtig en eeuwig God is en blijft, nam door de werking van de Heilige Geest de menselijke natuur aan, om als het ware Zaad Davids te zoeken en zalig te maken wat verloren was. Zijn komst op de aarde is het fundament der zaligheid. Hij moest als Middelaar niet alleen waarachtig God zijn, om de toorn Gods tegen de zonde te kunnen dragen en om aan Zijn verdienste een Goddelijke waardij toe te brengen, maar Hij moest ook een waarachtig mens zijn en van ons menselijk geslaoht. Zijn geboorte behoort tot de bekwaammaking voor Zijn middelaarsambt. Gods gerechtigheid vereiste, dat dezelfde natuur, die gezondigd had, voor de zonde zou betalen in ziel en lichaam beide. Daarom moest een Goddelijk Persoon de menselijke natuur aannemen. De geboorte van de Heere Jezus in Bethlehems stal is door de nederige omstandigheden tevens de eerste trap van Zijn vernedering. Nederige, arme herders ontvingen het eerst de hemelboodschap uit de mond der engelen. De herders moesten de geboren Zaligmaker niet zoeken in een koninklijk paleis in weelde en pracht, maar in een beestenstal, in een kribbe. Als Gods kinderen met het oog des geloofs mogen zien op die kribbe, wordt hun hart vervuld met blijdschap. Zij hebben nu juist zulk een Middelaar nodig, Die om hunnentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat zij door Zijn armoede zouden rijk worden in geestelijke goederen.

Dat maakt Hem dierbaar voor allen, die bij het licht van Gods Geest hun armoede leerden kennen en bij bevinding leren mochten, dat de diepe kloof tussen God en hun schuldige. ziel nimmer overbrugd kan worden van des mensen zijde. DezuIken aanschouwen met verwondering, dat God Zijn Zoon in de wereld gezonden heeft om de breuk van Gods zijde te helen. Zij beseffen welk een daad van soevereine genade die nederige geboorte is. Een daad van de drieënige God, waaruit blijkt het welbehagen des Vaders, Die uit kracht van Zijn eeuwige liefde Zijn Zoon nederzond op een door de zonde vervloekte aarde, om Hem over te geven aan de diepste vernedering; waaruit ook blijkt de ondoorgrondelijke liefde des Zoons voor de luister van Gods deugden en de zaligheid der Zijnen. Een liefde, zó groot en zó diep, dat er geen woorden voor te vinden zijn; het kan slechts bewonderd worden. En dat vlees geworden Woord — zegt Johannes, de adelaar der evangelisten — heeft onder ons gewoond.

Het scheppende Woord, de opperste Wijsheid, het Beeld van des Vaders zelfstandigheid, heeft onder ons gewoond. Terwijl alles wegzonk in diepe duisternis van heidense onkunde en afgodendienst of Joodse eigengerechtigheid, kwam het Woord, de Logos, het Licht der wereld, onder ons wonen. Eigenlijk betekent dat: „en heeft onder ons getabernakeld". Gelijk de Heere onder het Oude Verbond onder Israël woonde boven het verzoendeksel in de tabernakel, de verplaatsbare tent voordat Salomo's tempel was gebauwd, zo woonde de Goddelijke Persoon des Middelaars onder ons in de taber­nakel van Zijn ware menselijke natuur. Hij heeft gewoond onder de Israëlieten, volgens de belofte Gods aan de vaderen. Johannes kon dus met recht zeggen: „Hij heeft onder ons gewoond". Dat woordje „ons" duidt vooral op degenen, van wie hij in het voorafgaande vers getuigt, dat zij uit God geboren zijn. Die alleen hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd; een heerlijkheid als des Eniggeborenen van de Vader, vol v^an genade en waarheid. De Joden zagen Zijn heerlijkheid niet; zo ziet ook de natuurlijke mens van deze tijd die niet. De mens is blind en verduisterd in het verstand en dwalende van hart, ja zelfs vijandig, al viert men ook de geboorte van Christus. Duizenden zuilen de geboorte in Bethlehems stal prediken of horen prediken, zonder enige heerlijkheid te zien in het vlees geworden Woord. 

Men kan die heerlijkheid niet 'zien, omdat de ogen er voor gesloten zijn. En omdat er geen behoefte aan een Middelaar en schuldovernemende Borg in het hart is, begeert men ook niet die heerlijkheid te zien. Zelfs wil men Zijn heerlijkheid niet zien, omdat die des mensen heerlijkheid vernietigt, en dat wil de mens niet. Immers het aanschouwen van Zijn heerlijkheid doet de bevalligheid des mensen smelten als een mot, en daartegen verzet zich alles in de mens. Evenwel heeft het vlees geworden Woord onder ons gewoond, hetgeen ons verantwoordelijk stelt voor God, aangezien Hij door de prediking van de komst van Christus in het vlees, bij volharding in de zonde, de mens alle onschuld ontneemt en hem schuldig stelt aan verwerping van de Christus der Schriften. Hij heeft tot zaligheid hunner zielen gewoond onder de Zijnen, wier ogen geopend en wier hart in liefde aan aan Hem gebonden werd, en die in Hem juist zagen Degene, Die zij nodig hadden tot zaligheid. Zo woont Christus met Zijn Geest nog onder de Zijnen, ofschoon ook zij in hun eertijds geen heerlijkheid in Hem zagen. Maar er is een tijd gekomen in hun leven, dat de heerlijkheid buiten God en Christus htm de dood werd. Ook hun eigen heerlijkheid werd veranderd in schande voor God. Er kwam een tijd, dat vanwege de ontdekking van hun zonden behoefte werd geboren aan verlossing van de vloek der wet, onder welke zij zich begrepen zagen. Alle pogingen tot zelfverlossing faalden, en toen werd het ondervonden:

Op uw noodgeschrei deed Ik grote wond'ren.

Daar werd hun ontdekt de heerlijkheid^ van het vlees geworden Woord, tot hun diepe verwondering en blijdschap. Toen werd het Kerstfeest in hun hart en werd het door het geloof omhelsd, dat Jezus Christus in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken. Welk een ruime, heerlijke mogelijkheid tot zalig worden ontsloot zich daar voor hun ogen. En de Heere is onder hen blijven wonen met Zijn Woord en Geest, hun steeds meer Zijn heerlijkheid •bekend makende. Zij mogen er bij ogenblikken zó veel van zien, dat zij buiten Christus niet meer gelukkig 'kunnen zijn.

Vol heilige eerbied en hartelijke blijdschap staart dat volk naar de kribbe van Bethlehem en knielt er in de geest bij neer tot aanbidding van de Zoon Gods, Die voor de wereld Zijn Goddelijke heerlijkheid verborg achter het voorhangsel van Zijn nederige geboorte, maar Die Zijn heerlijkheid laat zien aan dezulken, die alle heerlijkheid des mensen leerden achten als een bloem van het gras, die vergaat. En dat volk zal eens volkomen Zijn heerlijkheid zien, van aangezicht tot aangezicht, wanneer alle duisternis en onkunde van hen zal weggenomen zijn, wanneer Zijn heerlijkheid zal uitstralen aan alle zijden. Niet alleen als de eeuwige Zoon des Vaders, maar ook als de verhoogde en verheerlijkte Immanuël, Die tussen de zeven gouden kandelaren wandelt. Gelukkig volk, dat heerlijkheid mag zien, niet alleen in het kruis van Golgotha, maar ook in de kribbe van Bethlehem.

Rotterdam-Z

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 december 1958

De Saambinder | 4 Pagina's

Het vlees geworden Woord

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 december 1958

De Saambinder | 4 Pagina's