Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Dordtse leerregels. Hoofdstuk V. Art. 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Dordtse leerregels. Hoofdstuk V. Art. 11

Van de volharding der heiligen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Artikel 11. Hieruit spruiten de dagelijkse zonden der zwakheid en ook aan de allerbeste werken der heiligen kleven gebreken. Hetwelk hun gestadig oorzaak geeft om zich voor God te verootmoedigen, hun toevlucht tot 'de gekruisigde Christus 'te nemen, hét vlees ho'e langer hoe meer door de Geest .des gebeds en heilige oefeningen der godvruchtigheid te 'doden, en naar het eindperk der volmaaktheid te zuchten, totdat zij, van dit lichaam, 'des doods ontbonden zijnde, met het Lam Gods- in de hemelen nadien regeren.

Door zwakheid in zonden vallen.

Het voorgaande artikel is geëindigd met ©r op te wijzen, dat hoewél in Christus de schuld der zonde weggenomen en 'de macht der zonde 'gebroken is, Christus Zijn kerk in. dit leven „niet ganselijk van het vlees en lichaam der zonde verlost". De ware gelovigen kunnen niet meer in de zonde blijven léven, maar vaUen helaas nog zo dikwijls in de zonde. Tegenover het nieuwe leven in 'de vernieuwende mens, dat nooit weggenomen wordt, is er nog 'de oude mens, nameHjk het bedorven vlees met zijn zondige begeerten. Hieruit spruiten de da, gelijkse zonden 'der zwakheid, zodat aan de beste werken nog gebreken bKjven kleven.

Het is de aard van het nieuw© leven zich in volmaaktheid te openbaren en alles te verdringen wat daar tegen opkomt. Wat uit God geboren is, doet de zond© niet; maar het is het nog overgebleven lichaam der zonde, dat dagelijks doet zondigen. De krachtopenbaring van de oude mens en dè 2wakh©id van het nieuw© leven, geeft het 'gedurig weer vallen in de zonden. Al onze formulieren hebben van het door zwakheid in zonden valen gesproken. In het Doopsfonnulier staat: „En als wij; somtijds door zwakheid in zonden vallen, zo moeten wij aan Gods genade niet vertwijfelen, noch in de zonde bhjven liggen, overmits de Doop een zegel en ontwijfelbaar getuigenis .is, dat yn] ©en eeuwig verbond met GO'd hebben".

Ook het Avondmaalsformulier spreekt over de zonden der zwakheid, wanneer we er in lezen: „Daarom al is het, dat wij nog vele gebreken en ellendigheid in ons bevinden, als namelijk, dat wij geen volkomen geloof hebben, dat wij ons- ook met zulk een ijver, om God te dienen, niet begeven, als wij schuldig zijn; maar dagelijks met de zwakheid van ons geloof en de boze lusten van ons vlees te strijden hebben; nochtans, 'des^ niettegenstaande, overmits ons '(door de genade des Heiligen Geestes) zulke gebreken van harte leed zijn, en wij begeren tegen ons ongeloof te strijden en naar alle 'geboden Gods te leven".

Ook de Nederlandse Geloofsbelijdendis spreekt van de erfzonde, waaruit de zonde altijd als opwellend water opspringt, wanneer er staat in artikel 15: „Zij is ook zelfs 'door de Borg niet 'ganselijk te niet gedaan, noch geheel uitgeroeid, aangezien de zonde daaruit altijd als opwellend water ontspringt, gelijk uit een onzalige fontein; hoewel zij nochtans de kinderen Gods tot verdoemenis niet toegerekend, maar door Zijn .genade en barmhartigheid vergeven wordt; niet om in de zond© gerust 'te slapen, maar opdat het gevoel van de verdorvenheid de gelovigen dikwijls zou doen zuchten, verlangende om van dit lichaam des doods verlost te worden".

Zo bhjven ©r zonden en overtredingen ook bij degenen bij wie 'de Heilige Geest, ingeplant in de wedergeboorte, steeds weer nieuwe kracht geeft om tegen .de zonden t© strijden. „Het vdUen is wel bij mij", zeigt de apostel Paulus, „maar om het goede te doen', namelijk altijd en volkomen 'te doen, „dat vind ik ndet; want het goede, dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, idat ik niet wil, dat doe ik" (Rom. 7 : 18—19). Naar de zalving van Christus, die bij .de wedergeboorte Zijn kerk geschonken 'is, is er ©en vermaak in d© wet Gods. Er is ook ©en andere wet, die aankleeft ©n aanhangt door de overblijfselen van de oude verdorven natuur en deze wet doet Gods kerk tegen wil en dank de begeerten en aanvallen der zonden onderworpen zijni, zonder dat zij zioh daarvan kunnen ontslaan.

Naar de Gk> ddelijke buishouding behoort het tot de bijzondere taak vau' de Heilige Geest, om toe te passen alles wat Zijn kerk in Christus heeft. En hoe meer dit geschiedt, des te groter is de ware vreugde en de zoete troost in de ziel van de wedergeboren mens, terwijl in- en uitwendige zonden de harten van Gods volk zo kunnen 'benauwen. Hoe menigmaal kunnen Gods kinderen ontmoedigd worden, wanneer zij de nawerkingen van de oude verdorvenheden gewaar worden. Voor dezen geldt echter het woord: Bestrijdt ze wel, in de kracht Gods, maar wanhoopt niet. Tegenover de wet van het vlees staat de genadebediening en werldng van de Heüige Geest. Door Zïjn kracht en bediening is de kerk Gods verzekerd van de dag der verlossing. Daarom heet deze grote en doorluchte dag dan ook de dag der verlossing, waarin de ganse kerk eeuwig zal ontwaken, om Zijn lof te ontvouwen, verzadigd met Zijn GoddeUjk beeld; voor eeuwig verlost van de zonden en de ongerechtigheden.

's- Gravenhage

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 1959

De Saambinder | 4 Pagina's

De Dordtse leerregels. Hoofdstuk V. Art. 11

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 1959

De Saambinder | 4 Pagina's