Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ADAM EN CHRISTUS II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ADAM EN CHRISTUS II

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want gelijk door de ongehoorzaamheid van die ene mens velen tot zondaars gesteld zijn geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van Eén velen tot rechtvaardigen gesteld worden. Romeinen 5 : 19

De partijen, tussen wie het gesloten is, zijn Godi d© Vader, vertegenwoordigend de Goddelijke Drieëenlieid, en de Zoon Gods als Middelaao: en Hoofd der uitverkorenen, daartoe van de Vader gezalfd en verordineerd. Het wordt genoemd het genadeverbond of het verbond der belofte, omdat het een verbond van loultere genade is, dat zonder enige verdienste of voorwaarde aan de uitverkoren, doch in Adam gevallen zondaar, de goederen des verbonds toezegt en schenkt, welke bestaan in de vervulling van alle geestelijke en lichamelijke nooddruft. De gehele wereld draagt God in de kracht van het venbond met Noach, ook genoemd het verbond der algemene genade. Doch d© uitverkorenien, gekocht naar ziel en lichaam bewaart en verzorgt Hij in de betoning

Het genadeverbond is dus de weg, langs welke God door Christus het eigendom woiidt van de mens, uitverkoren van voor de tijden der eeuwen; en de mens ©en eigendom Gods. Het vloeit niet uit Gods natuur, het is uit Zijn soevereine wil. Die in Zijn eeuwige raad bepaalde, dat de deugden van Zijn rechtvaardigheid en barmhartigheid zouden worden verheerlijkt in die verbondsgewijze regering van redelijke schepselen, terwijl de engelen ieder op zichzelf zouden staan, in helt staande blijven zowel als in het vallen.

Déze leer, dat dus van eeuwigheid bestaat een verbond der genade, geopenbaai-d in de tijd en wel in de moederbelofte na de val, en een verbond der werfcen opgericht niet Adam vóór de val, ontwikkelt Paulus duideUjk in Rom. 5, stellende de ongehoorzaamheid van één, namelijk Adam, tegenover de gehoorzaamheid van Eén, nanaeHjk Christus, daarmee aanduidende, dat er twee verbonden zijn in betrekking tot des mensen eeuwige staat, en dat ©r twee varbondshoofden zijn, Adam en Christus.

Maar wat beduidt eigenlijk de naam verbondshoofd? Is hij, van wie het maken des verbonds uitjgaat verbondshoofd? Neen, dat is hij, die in de verbondssluiting de bondelingen representeert, dus wiens idaden aan de bondelingen worden toegerekend en idie handelt voor en in de plaats dergenen, die in hem gerekend zijn. In het werkverbond was niet God, maar Adam verbondshoofd', bevoegd zijnde als de vader van het men- S'elijk geslacht. Zou Adam staande gebleven zijn, aUe mensen zouden dan door zijn gehoorzaamheid het eeuwige leven verkregen hebben en anderzijds bij ongehoorzaamheid stortte hij zichzeK en al zijn nakomelingen in de diepste ellende.

Dat verbond kon door Adam gehouden worden met zijn natuurlijke krachten, zijnde begiftigd met het beeld Gods. Hij kon n^et weigeren het in te willigen, aangezien Gods wil en Zijn eer zijn hoogste vermaak waren, maar Adam deed het met vrije wil en kennis van zaken, én voor zichzelf én voor : al zijn nakomelingen, kennende de belofte, zowel als de bedreiging. Niet uit vrees, alleen de bedreiging kennende, zo Socinius het heeft gezegd, neen, er was in de staat der rechtheid geen slaafse vrees. God wilde uit liefde zonder dwang gehoorzaamd worden door de naar Zijn beeld geschapen Adam. En gelijk Adam. handelen zou, zo zou d© toerekening aan de bondelingen zijn.

Niet luit de natuurlijke betrekking, als, vader van 2djn geslacht, maar uit de verbondsbetrekking, als hoofd dies verbonds. God verzegelde de belofte des verbonds in en door de boom des levens, als in leen sakrament, niet der genade, wat nog met nodig was, maar als sakrament van het verbond der werken, zo siommige godgeileerden het hebben gezegd. Anderen zeggen, de sakramenten behoten bij het genadeverbond en dat zegt ook de HeidelbeDgs© Katechismus.

Maar al hebben velen van het werkverbond niet willen weten en niet van toerekening willen horen, de Schrift en de belijdenisschriften spreken er zeer duidelijk over en wel ten eerste, dat het werkverbond is gesloten tussen de drieënige God en de met Gods beeld versierd© mens; ten tweede, dat Adam daarin stond a\ls representerend hoofd, vertegenwoordigende het ganse geslacht der mensen na hem; ten derde, dat Adam^ het vrijwillig en met volledige kennis heeft ingewilligd en ten vierde, dat hij krachtens het beeld Gods volkomen en uit eigen vermogens in staat was het te onderhouden.

Beide partijen in vriendschap en gemeenschap tot wederzijds© heilige verwondering en vermaking, zo stond God' met Adam in verbond en Adam met God, zonder vrees, zonder zonde, om ten volle te ontplooien de zoveel hogere plaats, die 'God hem gaf boven de redeloze schepselen.

Maar Paulus spreekt ook van Christus als verbondshoofd en zoals we reeds gezegd hebben, is het genadeverbond van eeuwigheid gesloten tussen de Vader, handelend voor de  drieënige God, ©n de Zoon Gods als Middelaar, representerend alle uitverkorenen Gods. Hieruit .moge blijken, dat 'de predestinatie aan de verbondssluiting in de zedelijke orde as voorafgegaan.

In de predestinatie is het soeverein besluit Gods, Zijn genade te verheerHjken in de mtverkoxenen en Zijn rechtvaardigheid in de verworpenen. Om dfe uitverko^ renen nu 'de eeuwige zaligheid te vermaken en deelachtig te maken, was een Middelaar nodig. Die door gehoorzaamheid en voldoening het leven en de gerechtdiglieid zou wedergeven 'aan allen, die Hij in het verbond representeerde. Waar de uitverkorenen in het verbond der verlossing voorkomen als reeds, 'gevallen in ©en staat van schuld en bederf, eiste God de Vader van Christus als Borg des verbonds volkomen genoegdoening aan het geschonden recht Gods en een volmaak'te gehoorzaamheid aan de wet, met de belofte Hem alsdan ook te geven de heidenen tot Zijn erfdteel en de einden der aarde tot Zijn bezitting.

Christus als 'de 'andere partij beloofde de dure prijs t© zullen betalen, het rantsoen op te brengen, opdat de Vader zou verheerlijkt wo-rden, zijnde dit het eerste en het voornaamste doel, maaï eiste dan ook op grond van d© aan te .brengen voildoening de zaligheid der uitverkorenen. Christus is alzo de Borg en Middelaar des verbonds, naar de buishoudinjg dea" genad'C Gods. E.lk der Goddelijke Personen had Zijn aandeel in de verbondssiui'ting. D'e Vader handeide voor de drie Personen als partij enerzijds, Christus als Hoofd der uitverkorenen en als Borg des verbonds was partij anderzijds, terwijl God de Heilige Geest, in Zijn bediening door Christus verworven, de verworven weldaden aan de uitverkorenen moest toepassen, hen levend makend als de Geest van Christus, door de kracht van Zijn opstanding.

Van de uitverkorenen zelf wordt dus niets geëist, daar zij aan \geen enkele eis zouden kunnen voldoen. Gelijk Adam vrijwillig het werkverbond aanvaardde, zo aanvaardde Christus h©t genadeverbond vrijwillig ©n dat niet voor Zichzelf, maar voor en in de plaats dergenen, die Hem van de Vader .geg©v©n waren.

Rotterdam-Z

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juli 1959

De Saambinder | 4 Pagina's

ADAM EN CHRISTUS II

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juli 1959

De Saambinder | 4 Pagina's