Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jobs dankdag te midden der beproevingen IV

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jobs dankdag te midden der beproevingen IV

De Heere heeft gegeven, en de Heere heeft genomen; de Naam des Heeren zij geloofd Job 1 ; 21b

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dait deed Noadh prsddiken onidianikB die spot. Davóidi hiiieilid faieit staan'de dn de beproevingen, Jeneania in de igavangeisis, Paulius en Silias zomgen Gode diaao- lofzamigen. Ja, ook Jdb modit vit de beproievkiigsoven zmngende uitfoomen met de woondten': „De Naam des Heeren zij geloofd". Hij 'had rteedis geleerd wat David later zou airngen:

t Zal Zijn lof, zelfs in de nacht, Zinigen, daar ïk Hem verwacbt, En mijn hairt, wat mij (moog" üiöffen, Tot 'de God' mijns ilevens ihaffien.

O, aJs Godis Geest eens op de snaren) der 2iiel gaat tokloeden, 'dian woeden de sdhocinste melodieën, gelhooird. Dan staat de wereld verbaasd, ja^ zij durven aaggen: „Die mensen razen". Op de Pinöcsterdiaig werdien de dDBSodpelön verdaeht, dat zie vol aoefcen wijms waren. Dat wonider der genade is ook miet een mensenvieïistanid! ndet te dooiigronidien. In deze weg, waar Job éilfa is verloren, doch de Heere mocht overhouden, en zó iioemen in zijn God', is van toepas'sinig: „Als ik dit wonder vaibten wól, staart: mijn verstand' vol eerbied' stil". Genade aHeen doet verstaan hoe de mens in zulk een drukweg de Heere oog psaümen zingen kan. Achter dat woaider moeten wij gebiTiaoht worden.

In de grootste smarten.
Blijven onze harten,
In de Heer' gerust!

Zaïlig is 'dat volik, dat daaitoe verwaardögd mwg wooden, oon aan de 'dniveJ te tooien, zoals Jotb nnooht doen, dait de Heere een vrijwüldig voüik heeft. Hij m'odht het 'belijden en beleven, óat de eens 'gesobaniken igenaide bij vemdeuwintg zó krachtig is, dat het aMes, jia, lijden en dood kan verdnaigen; meeT nog, hiet eimdiigt met aiUes in de H'eere, van Wde het goede en ooik het 'kwade ons toekomt. Het is 'een paradox voor de wereJ'd, de 'duivel hxi 'het niet bagrijipen, maar het is in Jobs leven heerlijk uat; g0kom, en..

Geliikikig is dat volk, diat iets van die oefeningen dtes gel'oofs in de znel en in 'het leven ervaien heefit, om God, God te laten, ook in zdik een weg, dat we (niets meer overhouden. Bij Job was dit nu eens een ediite, 'wame GodverheenÜjlkendie dan-kstond te midden van, de beproevkigen.

Is dit u vreemid), wait Job temidden vam ailles wait hij verloiren had, modbt u'itraepen: „De Heere beeft ge^ geven, de Heeie 'heeft genomen, de Naam des Heeiren zij geloofd"? Weet ge niet wat het zeggen wil, in de druS< Jacobs God ter huilpe te nwigen .beeitten? M'Oig© de Heere u dan een bèddaig schendden, die naet sm'dkiinig en geween igepaaïd gaat.

Weet gij het, waflmieer het biddiaig in uav hart geworden ite? Zütti'disr 'bot (sudh'ten en Magen over < é3 Tsomi& e is geen ptiaats ^^oor een waoe damiksitond. Geiaikkig is het, waimesr u met 'cen gei'oofeoog veel zien moogt op de Heere Jecsus, Die biddende en daiiilaenidle Hogepirfester voor Zijn gunsitvoMc.

Wanneer wij teruigMikken op hjet jaarsieizioen dat aidhter ons ligt, is er dan geen reden om de Heere met dankzeggimg giioot 'te miaiken? Heeft Hij u rijkelijik Zijn zegen geschonken, modh't gij er dam in Hem mee eüM&Uuml;gen; . Is n veeJ ontnonren? Laat ik u wijzen op Job, hij mooht eindigen ia zijn God in alle tegenspoed. Hij was di'ep cttóetk-t wat hij Vv^aardig was, en m'et eeoibi'ed gezegd, kon 'de Heere Job ^een kwaad doen. Hij 'had geleerd niemgens recht op te hebben. Het Minikt mmsschien wed hard, miaair het is de waaA'cid, waar al Gods ootdakite volk 'iets van. weet te verteiEen, dat ons redht 'ligt in de hei. Daarom, bedenik, dat het aües igenade en voorizaenigheid Gods i's, dat Hij ons tezamen nog igedraigen en gespaajdi heeft.

Danikdag is 'boefcedag, en dat betekent, dat het ons past om mat schul'dbelijdenas voor de Heere te komen. Zien we op de zonden van land en 'voiïk, dan is de roiepsifcem van de profeet op zijn 'plaats: „Land, lan'dl, hoor des Heeren woord". Waartoe zult ge nog meer geslagen worden?

'De Heere m'Ocht nog eens opmerking geven, ook in de landshktorie. Nederland' is het land, dat de Heere 20 rijik gazegend' beeft, waar de waaioleid' door 'Moed gekocht is. BMc nu eens rond, wat al verdeeldheiid, ook in 'die 'kerk. Waar is ide waire vretze Gods? Ons hart wordt wel een's met 'sohrilk varvulid aib 'wij op die dingen zien. Genoeg godsdienstj nraaar weinig 'God'svaiezje. De Heare mocht nog eens opstaan' over 2j|n kerk. De n'ooitdenwind der ontdekkiiiig en de 2Midenwinid der vertroosting m'Ocht notg eens gaan waaien. Dan 'kon het weer eens echt 'daniksiton/d warden, en evenails bij Job, zxm de Heere 'de eer er van krijgen; en waar Hij de oer ontvanigt, krijgt het voiIk de zaligheid in de ziel te ervaren.

&Eacute;énmaal breekt die eeuwige dankdag aan. Hier is het slechts stamelen, straiks een eeuwige, onverstoorbajre danikdag. Wat zal idat leenis wezen, want onder ai 'de grote en zalige tijden in .de tziei, wordt hieir weer steeds die 'd& hairmionie vernomen. Job getuigde in geloofsgemeensohap met zijn God; „De Naam des Heeren zij geloofd", maar er zijn lodk weer anidere tijden gekoonen in zijn Jeven, idat hat zondige vlees aan het wo'Oid was. Straiks, als die eeuwige dankstond aan zai breken, dan geen smajttt naeer over de zonden, geen 'kruis of druk waar de ziel on'der gebogen gaat, maar dan eeuwige rust. Dan 'zai er nooit meer geëindigd v/ordien met het danikzjaggend 'loven, dan' wordt het een eeuwig loven en dankzeggen, ffier m-oet er iets van geleerd worden, om bet idan straiks eeuwig •voort te zetten. Het uitzicht op die 'daniastond mocht onze zaaien wei in vervoeoinjg 'hrenigen.

Dat modbt 'het teven < m2ieir ziel weer eens worden, dan zou'den 'hier de 'pinnen niet 'ZO diep worden inigesliagen. Dan wordt de 'bede der 'bruid weer geboord: „Kom, Heere Jezus", mijn zaei dorst naar .de ure der eeuwiige dankstond' hierboven. Nu is het nog dan bidstond en 'dan weer dankstond!, maar ide tijd zal eenmaal aaxsbreken voor Gods "voHc, d(at het een eeuwig loven en danken zal worden, om God drieëoig toe te brengen aüe 'lof, danOc en aambddding, en zai God' zijn aües en in aMen. Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 december 1959

De Saambinder | 4 Pagina's

Jobs dankdag te midden der beproevingen IV

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 december 1959

De Saambinder | 4 Pagina's