De brief van Judas 15

Welc een droevig relaas van een bedorven ohrfeitendam wordt hier door de apostel gegeven, en welk een bederf was er toen reeds in de Nieuw-Testamentische kerk ingeslopen. Welk een satanische listen en machten wierpen zich toen reeds op om; e» mogehjk het Koninkrijk van Christus te igronde te werpen. Had de Koning Zijner duurgekochte kerk niet Zelf Zijn kerk in stand gehouden, zij ware toen reeds totaal verdorven 'geworden. En ondanks de trouwe zorgen van de grote Opperherider heeft zich het •bedierf van de kerk voortgezet en is het tenslotte uitgelopen op haar totale verbastering ten tijde van de middeleeuwen.

Doch andermaal wüde Sions Koning het licht der waarheid schenken aan een in duisternis gehulde mensheid. Maar hoe spoedig kwamen weder vrijgeesten naar voren, zelfs reeds in de dagen van Luther. Wie denkt hier niet aan de wederdopere, als de echte nicolaieten en antinomianen van weleer? Altijd heeft satan werktuigen kunnen vinden, om door middel, meest van ibetoverende gaven, de vresehjkste ketterijen op bedekte vdjze in te voeren. Denk' eens aan Socinus en Arminius en zoveel anderen, die de ker'ken dfer Hervonning brachten aan de rand van de andengang.

Zxii zal de satan bMjven woeden tegen Christus en Zijn strijdende kerk tot het einde toe. Lasteraars en kwaadsprekers zuUen de gemeente Gods blijven Iberoeren, met hun verdachtmakingen van Gods volk en met hun schelden en onteren van anderen, om zichzelf en hun goddeloos leven te dekken.

Hoe vernietigend het oordeel van Judas ook was over antinoonianen, altijd weer zal hij ini het geKjk gesteld worden door de praktij-k. Zij doen het werk des duivels en dienen het plan des duivels, en zij strijden voor de macht des duivels. Maar zij zullen ook in 'het oordeel des duivels vallen. Evenals de injwoners van Sodom en Gomorra gaan de huichelaren hun eeuwige ond-ergang tegemoet. Laat ons er dan. geen gemeenschap mee houden, opdat vidj niet in het zelfde oordeel mogen vallen. Laat ons elkander indachtig maken, en l'aat ons strijden voor het geloof, dat eenmaal de heüigen overgeleverd' is.

Zalig is de man, 'weike de Heere, als 'Hij komt, zal vinden alzo doende. Laat de geveinsden en hiuichelaren maar spotten, de tijd komt, dat God zal lachen in hun verderf en spotten als hun vrees komt. Vers 9: „Maar Michael, de archangel, toen hij met de duivel twóstte, en handelde van het lichaam 'van Mozes, diufde geen oordeel van lastering tegen hem voortbrengen, maar 'zeide: De Heere bestraffe u".

Allereerst dringt zich hier de 'Vraag aan ons op, wie wij te verstaan hebben onder Michael, de archangel! Is daaronder te verstaan de ongeschapen Engel des Heeren, de Engel des Verbonds, de Engel van' Gods aangezicht, 'dat is de Zoon van God, de Middelaajr Gods en der mensen, of hebben wij Michael de archangel te zien als 'een geschapen engel? Michael betekent letterhjk: Wie is gelijk de sterke God? Of hebben wij hier te denken aan de derde Persoon in het Goddelijk Wezen, nam'elijk de 'Heilige Geest, immers ook wel eens genoemd de Engel des Heeren, en) iwel een Engel, die ook Zelf de Heere heet?

Wij lezen van Michael ook in de Openbaring 12 : 7: „En e, r werd krijg in de hemel; Michael en zijn engelen krijgden tegen de draak, en de draak krijgden oök en zijn engelen". Volgens geleerde uitleggers was Michael de Zoon Gods in 'dteize tekst. De geleerde a Marde schrijft er over het volgende: Onder Miohaël 'verstaan wij Jezus Christus, Wie deze Naam toekomt, omdat zij Zijn gelijkheid' met de Vader "uitdrukt.

Anderen menen, dat het de Heilige Geest geweest is, de Overste der engelen, de Archangel. Zijn tegenpartijder was niet de één of andere 'boze geest, maar het hoofd der van God afgevallen engelen, de duivel en satan, de 'verleider in 'het Paradijs, de verzoeker in de woestijn. Andere uitleggers denken echter, dat Miohaël, de archangel, een geschapen engel is, doch zo één, die over andere engelen gesteld is. Daar wordt tegenin gebracht, dat die naam van te grote betekenis is, om hem aaii een schepsel toe te kennen.

Michaël wordt in Daniël 12 : 1 genoemd de grote vorst, die voor de kinderen des volks staat, en in Daniël 10 : 3 lezen •wij: En zie Michaël, één van de eerste vorsten, kwam om te helpen, enz. Daar komt nog bij, dat de Man met linnen bekleed (Daniël 10 : 5), aan Zijn gelaat en gewaad kenbaar was als een Goddelijk Persoon, Wie Daniël meer dan eens zijn Heere noemt. Anderen wederom denken, dat onder de naam Michaël de ene tijd de Persoon van de 2joon Gods bedoeïd wordt en op een andere 'tijd een aartsengel, die, hoewel geschapen, toch een grote macht gegeven wa^ en boven vele andere engelen gesteld was.

En waar 'grote godgeleerden van gedachte verschillen, durven - wij ons daarover geen zelfstandig oordeel te vormen, maar in elk geval wordt met de naam; Michaël, •de archangel, een zeer heerlijk, doorluchtig en majesteitelijk held aangeduid, die twistte met de satan over het lichaam van Mozes. Dooh dan komt al weer dadelijk een andere vraag naar voren en wel wat vd] onder het lichaam van Mozies te •verstaan hebben en waarom of er - over dat lichaam zulk een zware strijd gevoerd is geworden.

Ook komt de gedachte bij ons op, hoe Jiidas er over spreken kon, 'daar er 'in de Heilige Schriften overigens nergens melding van 'gemaakt wordt. En met welik doei heeft Judas dat voorval in zijn apostolische biief vermeld?

Rotterdam-Z

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen