Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus en Zijn Bruid I

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus en Zijn Bruid I

Wie is zij, die daar opklimt uit de woestijn en liefelijk leunt op haar Liefste. Hooglied 8 : 5a

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Hooglied van Salomo is een boek van rijke, diepe, geestelijke inhoud. De wereldling beschouwt dit dierbaar Bijbelboek als een minnelied. De naamchristen ziet er geen schoonheid en heerlijkheid in. Gods volk vindt het leven, geestelijke blijdschap en zaligheid in het lied der liederen. De natuurlijke mens begrijpt het geestelijke leven niet, het is voor hem verborgen, omdat hij God niet vreest. En wanneer we door Gods Geest zijn wederom geboren, verstaan we soms nog zeer weinig van het Hooglied. We moeten van de Heere ontdekkend licht en geloofsoefeningen ontvangen hebben om de schoonheid en de rijkdom van het Hooglied te zien en te verstaan. Het Hooglied krijgt voor ons persoonlijk zieleleven rijke betekenis, wanneer we Christus als het Lam Gods leren kennen. Het is onuitsprekelijk groot en zalig, zo de Geest des Heeren ons Christus openbaart in Zijn Middelaarsvolheid.

Het Hooglied van Salomo beschrijft ons op symbolische wijze de heilige gemeenschap tussen Christus en Zijn kerk. Op treffend heerlijke wijze wordt ons het leven der genade getekend en voorgesteld. Het is souvereine liefde, wanneer de Heere een ziel het geestelijke leven schenkt. Eeuwig wonder van heilige Goddelijke barmhartigheid, zo we een voorwerp worden van des Heeren welbehagen. Het leven, dat God werkt in de zielen van Zijn volk verlangt en begeert in de gemeenschap met de Heere te leven. Zo wordt het ons symbolisch voorgesteld in het Hooglied, de Bruid ziet uit naar de komst van Christus. Ze wenst Hem te ontmoeten. Die haar ziel lief heeft. Het hart van de bruid gaat uit naar Jezus, haar hemelse bruidegom. Het is de begeerte van haar ziel, dat Christus haar met een bezoek zal vereren. Daarom zegt ze: „Ik zou U leiden, ik zou U brengen in mijns moeders huis". De bruid wil Christus niet vertellen wat Hij doen moet, o neen, ze begeert Zijn gemeenschap en zalige liefde. Ze wil Christus ook leiden in haar moeders huis, dat is de kerk des Heeren. Mijn Bruidegom, zo zegt ze, aanschouw Uw Sion, Uw volk. Uw kerk in de heerlijkheid, die Gij haar gegeven hebt. Zie eens hoe schoon en heerlijk ze is door Uw genade. Gij zoudt mij leren, ze smeekte dus om goddelijk onderwijs. O, zoete Jezus, Gij kunt mij leren, Gij zijt de Leraar der gerechtigheid. Mocht Gij mij uit Uw volheid en algenoegzaamheid bedienen. Geef Gij mij verstand met Goddelijk licht bestraald. Onderwijs mij door Uw Woord en Geest en mocht ik U meer leren kennen in Uw persoon en in Uw dierbaarheid. Openbaar U aan mijn ziel met de bewijzen van Uw gunst en liefde.

Het is de zielsbegeerte van de bruid om Christus te leren kennen in al Zijn graveerselen. En wanneer Gij mij Uw gunsten, liefde en zoete gemeenschap geeft, zal ik U van mijn specerijen te drinken geven. De bruid wist door Goddelijk licht, dat ze arm en blind was. Ze kon haar Bruidegom feitelijk niets aanbieden. Maar zo Christus haar Zijn liefde, genade en onderwijs schonk, zou ze Hem wat kunnen wedergeven. Dat is specerijwijn en het sap van granaatappelen. De Bruidegom Christus had Zijn liefde in haar hart uitgestort en dat had in haar ziel wederliefde gewerkt. De uitgestorte liefde in het hart van de bruid deed haar spreken over haar Bruidegom. Christus was haar leven, troost en zaligheid. De vrucht des Geestes is liefde en dat is de specerijwijn, welke de bruid Christus geven wil. Het verfrissend sap van granaatappelen, dat verkwikt en versterkt. De bruid wil deze kostelijke drank aan haar Bruidegom geven als een bewijs van haar oprechte liefde en trouw.

Ze verlangt met sterke begeerten des harten om Christus weer te ontmoeten, want ze kan zonder Hem niet leven. Zonder Christus is het de dood voor de 'ziel. Zijn gemeenschap is haar leven en zaligheid. Is dit niet zo in het leven van Gods volk? Wanneer is er blijdschap en vreugde in hun harten? Wel, als ze de Heere mogen ontmoeten en wanneer Christus Zich openbaart aan het hart. De Heere spreekt tot het hart en ze mogen luisteren naar Zijn stem. En met blijdschap antwoordt de ziel: „Dat is de stem mijns Liefsten. Zie Hem, Hij komt, springende over de bergen, huppelende over de heuvelen". De komst van Christus tot de ziel verdrijft de duisternis en schenkt blijdschap en zaligheid aan het hart van Gods gunstgenoten. Is het wonder, dat de bruid zo sterk verlangde naar de komst van de hemelse Bruidegom? Er was heimwee in haar hart, ze kon Hem niet langer missen. Daarom zei ze in smachtend verlangen: „Zijn linkerhand zij onder mijn hoofd en Zijn rechterhand omhelze mij". De bruid heeft de leiding en de ondersteuning van Christus nodig, ze kan zonder Hem niet meer door het leven. Ze snakt en smeekt om een openbaring van Christus, ze ziet uit naar Zijn komst tot haar ziel. Daarom waarschuwt ze haar vriendinnen om haar niet af te leiden. door allerlei dingen, welke een struikelblok mochten zijn voor de komst van haar Koning. Ze wil alleen denken aan Christus, haar dierbare Bruidegom. Haar hart behoort aan Hem, aan Hem alleen.

We zien de bruid, de kerk, Gods kind, zoekend en verlangend naar Christus, de hemelse Bruidegom. Hoe schoon en heerlijk is de zielsgestalte van de bruid. Is deze zielsgestalte een beeld van onze ziel? Gaat ons hart wel eens met heilig en sterk verlangen uit naar de God des levens? Is er plaats gemaakt in onze ziel voor Vorst Immanuël? Is Hij voor ons al schoon en heerlijk geworden, de Schoonste aller mensenkinderen? De bruid smeekte aan de Heere of ze door niets mocht afgeleid worden om Christus alleen te begeren als Koning en Verlosser.

Strijden wij tegen alles wat de komst van Christus tot onze ziel zou verhinderen? Het hart van de bruid was vol van verlangen en heilig begeren naar de komst van Christus. Ze worstelde om een koninklijk bezoek en een bewijs van Jezus' liefde tot haar hart. Een ziel, die met heilig verlangen uitziet naar Gods gemeenschap en wacht op de komst van Christus wordt ongetwijfeld verhoord en verblijd. De Heere komt op Zijn tijd Zichzelf te openbaren en te verheerlijken aan het hart van Zijn gunstvolk. Zie, onverwachts komt Christus tot Zijn bruid. Hij heeft haar smeken gehoord. Hij heeft haar verlangen opgemerkt. Hij heeft haar droefheid gezien. Hij komt tot Zijn bruid met liefde en majesteit, met Zijn goedheid en heerlijkheid. Zijn komst verblijdt het hart van de bruid, zodat ze weent van blijdschap.

Capelle a.d. IJssel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 1960

De Saambinder | 4 Pagina's

Christus en Zijn Bruid I

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 oktober 1960

De Saambinder | 4 Pagina's