Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus en Zijn Bruid II

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus en Zijn Bruid II

Wie is zij, die daar opklimt uit de woestijn en liefelijk leunt op haar Liefste. Hooglied 8 : 5a

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zij mag haar Bruidegom, haar Koning en Verlosser weer ontmoeten. Onuitsprekelijke blijdschap en zaligheid doorstroomt haar ziel. Ze hoort Zijn stem, de lieflijke woorden uit Zijn mond, ze gevoelt Zijn liefde in haar hart. Ze wordt bediend uit de fonteinen des heils en de beek van Gods wellusten. Nu mag ze Christus weer zien naar Wie haar hart zo verlangd heeft en Zijn zoete tegenwoordigheid genieten. Nu mag ze Christus leiden in haar moeders huis en Hem van specerijen te drinken geven, daar ze zichzelf in liefde aan Hem mag overgeven.

De bruid ontvangt hemels onderwijs en de bewijzen van Christus' liefde aan haar hart. Ze zit aan Jezus' voeten en luistert aandachtig naar Zijn Woord. O, hoe dierbaar zijn Christus' woorden, hoe zalig is Zijn onderwijs. Ze mag met volle teugen het water des levens drinken en zich verlustigen in Christus' gemeenschap. Wat zijn het zalige, heerlijke tijden, als de Heere Zich in Zijn liefde en trouw openbaart aan de harten van Zijn volk. Nooit, neen nooit mag de bruid de liefde en de gemeenschap met Christus vergeten. Helaas, er komen zoveel andere dagen en donkere tijden in het zieleleven van de kerk van Christus. Menigmaal beleeft Gods volk met de bruid: „Mijn Liefste is geweken. Hij is doorgegaan; ik zocht Hem, maar ik vond Hem niet; ik riep Hem, maar Hij antwoordde mij niet." Dan treuren en wenen ze over het verlies van Gods gemeenschap en de zoete bediening van Christus. O, wat gaan ze dan in het zwart vanwege des vijands onderdrukking. Ze moeten klagen en wenen over de zieledonkerheid en de nachtelijke duisternis. Het leven van Gods kerk gaat op en neer, duisternis en licht wisselen steeds elkander af. "Wanneer de Heere weer overkomt tot het hart, wijken de schaduwen van de duisternis en het ongeloof, en hemels licht breekt door. We zien dit zo schoon en heerlijk in de ontmoeting van Christus met Zijn bruid. Sulamith, de bruid van Jezus mag haar hemelse Bruidegom weer ontmoeten.- De bruid is in de woestijn, wandelende in moeilijkheden en beproevingen. De vraag wordt gesteld: „Wie is zij die daar opklimt uit de woestijn en lieflijk leunt op haar Liefste? " Dat is Jezus' bruid, dat is Sulamith.

De kerk des Heeren wandelt in de woestijn des levens. Of is de weg naar het hemelse Jeruzalem geen woestijnreis? Zijn de moeilijkheden en de gevaren niet groot en vele voor de reizigers naar Sion? De wereld is een tranendal, een jammerdal. Het menselijk leven is vol van smart, droefheid en kruis. Christus' bruid moet door vele verdrukkingen ingaan in het koninkrijk der hemelen. Het leven op aarde kan zo zwaar zijn, zo moeilijk, zo smartelijk. De aartsvader Jacob zeide eens in moedeloosheid des harten: „Al deze dingen zijn tegen mij." En Mozes, de man Gods, zeide van ons menselijke leven: „Het uitnemendste is moeite en verdriet, want het wordt snellijk afgesneden en wij vliegen daarhenen." En Christus heeft Zelf tot Zijn volk gezegd: „In de wereld zult gij verdrukking hebben." Wat is de beleving van Gods kerk op aarde? Dat de wereld haar haat en vervolgt op allerlei wijze. Het is zo waar: „Een dienstknecht is niet meer dan zijn heer, noch een gezant meer dan die hem gezonden heeft." Gods kerk zal altijd een kruiskerk zijn, een gemeente, welke verdrukt wordt.

Doch er is meer waar. De vijand zal het niet winnen. God heeft het laatste woord. Christus heeft tot Zijn bruidskerk gezegd: „Ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot aan de voleinding der wereld". Dit is de troost en de bemoediging, welke de Heere Zijn kinderen geeft. Christus laat de pelgrims van het nieuwe Jeruzalem niet aan zichzelf over. O neen, Hij zorgt voor hen en omringt hen met Zijn trouw en liefde. De hemelse Bruidegom is ook de barmhartige Hogepriester, Die medelijden heeft met al de zwakheden van Zijn volk. Christus is altijd bij Zijn volk. Hij is het dichtst nabij, wanneer we Hem het minst verwachten. Gods volk is nooit alleen, ze zijn nooit verlaten, Christus is altijd bij hen. Hij is hun Schild en Wapen, hun Sterkte en Betrouwen. Daarom mogen de wandelaars naar Sion moed scheppen, want ze bezitten een hemelse Leidsman. Christus is met hen in de woestijn des levens, ze hebben een trouwe Gids. En daarom zullen ze veilig uit de woestijn des levens in het hemels vaderland aankomen. Het blijft voor Gods kerk geen woestijntocht, hun reis gaat naar het nieuwe Jeruzalem. Daarom wordt de bruid van Christus ons getekend en voorgesteld, dat ze opklimt uit de woestijn. Zie daar Jezus' bruid, ze is steeds opklimmende uit de woestijn des levens. Ze strijdt een geestelijke oorlog tegen haar drie doodsvijanden: de wereld, de duivel en haar eigen zondig vlees.

Waarom klimt de bruid op uit de woestijn, wie geeft haar kracht en hulp? Wel, ze heeft een trouwe Leidsman, een hemelse Gids, daarom kan ze opklimmen uit de woestijn. Wat leert ons dit beeld van de bruid? Welke les wordt ons hier geleerd? Dat we alle, moeilijkheden kunnen overwinnen en alle stormen kunnen trotseren als Christus met ons is. Dan is de woestijnreis niet zwaar meer, dan wordt het levenskruis licht. Met de Heere aan onze zijde kunnen we overal doorkomen, zelfs door de doodsjordaan. De Heere kan alles welmaken met Zichzelf. Wanneer het God belieft en behaagt aan onze ziel Zijn dierbare gunst te schenken, vergeten we zelfs, dat we in de woestijn verkeren. Zonder een trouwe Leidsman, zonder de hemelse Gids zou de bruid nooit kunnen opklimmen uit de woestijn. Met Christus haar Bruidegom mag ze opklimmen uit de woestijn, uit het aardse tranendal. De Leidsman van de bruid wordt genoemd haar Liefste. Wie is Hij, Die deze schone, dierbare naam draagt? Dat is Jezus, de Zoon Gods, dat is Vorst Immanuël, de Verlosser Israels. Christus alleen kan met recht en eer deze schone naam dragen.

Capelle a.d. IJssel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1960

De Saambinder | 4 Pagina's

Christus en Zijn Bruid II

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1960

De Saambinder | 4 Pagina's