Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus en Zijn Bruid V

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus en Zijn Bruid V

Wie is zij, die daar opklimt uit de woestijn en liefelijk leunt op haar Liefste. Hooglied 8 : 5a

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat een bijzondere weldaad en geestelijke zegen is het om met de bruid te mogen zeggen: „Zulk Eén is mijn Liefste, ja Zulk Eén is mijn Vriend, gij dochters van Jeruzalem". „En lieflijk leunt op haar Liefste", mocht dat steeds de beleving van ons hart zijn. Wat een zoete, zalige beleving is het om lieflijk te leunen op Christus. De ziel, die dit ervaren mag, merkt niet op, dat ze in de woestijn vertoeft. Dan rust ze uit in de schaduw des Almachtigen en in Christus' nabijheid.

De mens werkt van nature altijd precies verkeerd. We zijn geneigd om onszelf te helpen en voor onszelf te zorgen. We willen ons eigen pad bewandelen en onze zaken zelf regelen. Hoe menigmaal trachten we onszelf te redden uit de moeilijkheden. En hoe meer we ons i eigen pad volgen en onszelf proberen te hel- / pen, hoe groter de zorgen en tegenspoeden \ worden. We moeten anders werken, zo niet, j dan blijven we in de duisternis wandelen. ; Vlucht toch met al uw noden naar Gods genadetroon. We moeten leren steunen op Christus met onze ganse ziel.

Och, zoekt uw kracht en sterkte toch niet bij uzelf. „Die op zijn hart vertrouwt, die is een zot", zegt de wijze koning Salomo. Alleen een voortdurend leunen op Christus kan onze ziel j, kracht geven in de strijd des levens. Ga toch i tot Sions Koning met al uw zielsnoden en uw lichamelijke nood. Christus alleen kan rust I geven aan het onrustig hart. Hij geeft troost, een wonderlijke, heerlijke troost aan bedroefden van geest. Uw moede hoofd, volk des Heeren, vindt alleen rust aan Zijn Middelaarshart. Bij Hem is het zo goed, zo veilig, zo zalig. Hij zal Zijn gunstvolk nooit begeven en verlaten.

De apostel zegt met nadruk en ernst: „Hij zorgt voor u". God zorgt in nood en dood voor al Zijn gunstgenoten. We moeten nooit denken, dat we zelf ons levenspad kunnen bewandelen zonder Christus' hulp en leiding. Laat ons nooit hoogmoedig worden en denken, dat we het leunen op Christus niet nodig hebben. We moeten arm van geest en nederig van hart worden, anders heeft Christus geen waarde voor ons. En wanneer we van onze hulpeloosheid overtuigd zijn, zullen we onze sterkte en kracht steeds bij Christus zoeken. We hebben een Leidsman nodig om door dit moeitevolle leven te gaan.

De bruid leunde op Christus, omdat ze Hem nodig had, en Hem met haar ganse ziel beminde. We hebben allen ons kruis, onze moeiten en teleurstellingen. Ons levenspad is moeilijk en zwaar als we het alleen moeten bewandelen. Doch ons pad wordt gemakkelijk en licht, wanneer we mogen leunen op Christus. Dan is de weg niet lang meer, en ons pad niet donker. Dan is het levenskruis, hetwelk God ons oplegt, niet te zwaar meer. Weet u wat het levensleed verzacht, en onze moeilijkheden van de schouders neemt? Het lieflijk leunen op Christus, Zijn zalige nabijheid en zoete gemeenschap. Hoe gelukkig is hij, die veel de zalige onderwijzing en bediening van Christus ontvangt. O, dat we meer mochten sterven aan onszelf, opdat we tot Gods eer zouden leven. Dan zullen we alleen steunen op Christus, en al onze kracht van Hem verwachten. Dan wordt Christus het leven van onze ziel. Ons hart moet hemelwaarts gericht zijn, waar Christus is zittende ter rechterhand Gods. Dat we meer mochten bedenken de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn. De godzalige Lodenstein zegt zo schoon in één van zijn prachtige gedichten:

't Oog omhoog en 't hart naar boven.
Hier beneden is het niet,
't Ware leven, lieven, loven
Is maar waar men Jezus ziet.

Hemelse blijdschap vervult het hart van Gods volk, wanneer ze hun Koning mogen zien in Zijn schoonheid. Och, was dit veel de beleving van ons hart, er zou stof zijn om te spreken over de Heere en Zijn liefdedienst. Helaas, menigmaal hangen de harpen aan de wilgen, omdat er donkerheid in het hart is. We moeten steeds zien op de Overste Leidsman en Voleinder des geloofs, op Christus, Sions Koning. Hoe dikwijls trekt ons hart naar de dingen van de aarde, we zijn meer aardsgezind dan hemelsgezind. Wat is er een leunen en steunen op dingen van het benedenrond. Wanneer de Heere Zelf Zijn volk niet bewaarde door Zijn genade, zouden ze geheel afdwalen, want we hebben een dwaalziek hart.

Door Gods genade mag de bruid opklimmen uit de woestijn. Maar zo ze een ogenblik aan zichzelf overgegeven wordt, valt ze weer terug in de woestijn des levens. Dan verlaat ze haar Liefste, en gaat steunen op gebroken rietstaven, die de hand doorboren. God zocht Zijn volk op, dat Hij van eeuwigheid verkoren had, daarom klimmen ze op uit de woestijn. Ze wonen van nature in een huilende wildernis, ze mogen weleens lieflijk leunen op Christus, en Hem hun Liefste noemen.

Heeft de Heere ons opgezocht In de woestijn, in stad verderf? Zijn we reeds opgeklommen uit de woestijn, en een wandelaar geworden op het pad des levens? Is Christus aan onze ziel geopenbaard als het Lam Gods, Die de zonde der wereld wegneemt? Is de Zone Gods onze ziel dierbaar geworden door zalige zielsbeleving? Zijn er ogenblikken in ons leven, dat we mogen leunen op Christus, als onze Leidsman en Gids? Is Christus onze Liefste geworden, is Hij Koning in ons hart? Mogen we Hem liefhebben met onze ziel, is Hij onze enige hoop en verwachting? Gaat ons hart uit naar Christus bij dagen en bij nachten? Christus moet ons leven worden. Hij moet door het geloof in ons hart wonen. We hebben een Borg voor onze ziel nodig, en Christus alleen kan ons met God verzoenen. De kerk des Heeren heeft Christus nodig als Profeet, Priester en Koning. Het volk, dat veel geloofsoefeningen ontvangt, heeft een dienende Christus nodig. Ze zijn doodarm in zichzelf, en mogen steeds vluchten tot de fontein van Jezus' bloed. Ze beleven met Johannes de Doper voor hun ziel: „Hij moet wassen, en ik minder worden".

Christus is alles voor Zijn bruid. Hij trekt Zijn volk uit de wereld. Hij brengt ze uit de woestijn, Hij leidt ze door het leven, en Hij voert hen naar de eeuwige heerlijkheid. En daar in de hemel zal de bruid voor eeuwig verenigd zijn met Christus, om ongestoord en voor altijd Zijn liefde te genieten.

Capelle a/d/ IJssel

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 november 1960

De Saambinder | 4 Pagina's

Christus en Zijn Bruid V

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 november 1960

De Saambinder | 4 Pagina's