Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wegbereider des Heeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wegbereider des Heeren

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

En gij, kindeke, zult een profeet des Allerhoogste genaamd worden; want gij zult voor het aangezicht des Heeren heengaan, om Zijn wegen te bereiden. Lucas 1 : 76

Zacharias en Elizabeth, beiden uit het geslacht van Aaron, waren rechtvaardig voor God en wandelden onberispelijk in al de geboden en rechten des Heeren. Het was dus een zeer bevoorrecht mensenpaar. Zij waren echter kinderloos, en dat was voor de ware Israëlieten buitengewoon erg. Het scheen dat al hun gebeden, in de loop der jaren tot God opgezonden, onverhoord zouden blijven, te meer omdat zij beiden ver op hun dagen gekomen waren. Toen zij het echter niet meer verwachtten, wilde de Heere hen verblijden met een Godsgeschenk.

Geheel onverwachts, terwijl Zacharias het priesterambt bediende voor God, in de beurt van zijn dagorde, verscheen hem een engel des Heeren, die tot hem sprak: „Vrees niet, Zacharias, want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elizabeth zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten Johannes". De gebeden van Gods volk worden soms eerst na lange jaren van beproeving verhoord, wanneer het voor hen een verloren en afgesneden zaak is geworden.

Zacharias zal een zoon hebben in zijn ouderdom, en hij moet hem de naam Johannes geven, dat is „de door Gods genade gegevene", of „de Heere zal genadig zijn". Hij zal groot zijn voor de Heere en vervuld zijn met de Heilige Geest van zijn prille jeugd af, en Hij zal voor Hem, dat is voor de Heere heen gaan in de geest en de kracht van Elia.

Helaas kon Zacharias zich niet aan het ongelovig redeneren ontworstelen en hij werd er om bestraft. Hij moest een teken hebben, anders zou hij niet geloven. En hij kreeg een teken, namelijk dat hij niet kon spreken totdat de van God beloofde Johannes geboren v/as. Die geboorte van Johannes was tot grote blijdschap der ouders en van allen die rondom hen woonden. Bij de besnijdenis op de achtste dag, wilde men het kind Zacharias noemen, maar Elizabeth wilde het niet en zei: Johannes zal hij heten. Zij zal dus door haar man schriftelijk ingelicht zijn wat de engel bevolen had; mogelijk is het haar zelf ook geopenbaard door Gods Geest. En toen het de vader gevraagd werd, bevestigde hij het met te schrijven: Johannes is zijn naam; en terstond werd zijn mond geopend en begon hij God te loven, mede door de vervulling met de Heilige Geest. Toen sprak hij onder meer bovenstaande woorden. Het gaat in die lofzang van Zacharias echter niet alleen over Johannes, maar ook over Christus, Die zelfs de Hoofdpersoon in dit schone loflied is. Wel zal Johannes een profeet des Allerhoogsten genoemd worden; dat vinden we in Mattheüs 11 : 9: „Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een profeet? Ja, ik zeg u, ook veel meer dan een profeet". De wegbereiding van Johannes zou bestaan in de kennisgeving aan Israël, dat de zaligheid geopenbaard werd in de vergeving der zonden door de Zaligmaker Jezus, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld zou wegdragen. Israël zocht de rechtvaardigheid die uit de wet was, zonder ooit tot ware rust te kunnen komen. Daarom moest Johannes als profeet des Allerhoogsten hun leren, dat men alleen zalig kon worden uit genade, door het geloof in Christus, het heilig Offerlam Gods, zonder de werken der wet. Hij moest wel de wet prediken als kenbron van de zonde, opdat zij zich als zondaren voor God leerden kennen, en diep vernederd om genade leerden smeken en opdat er plaats in hun hart zou komen voor Christus. Hij moest voor het aangezicht des Heeren heengaan, om Zijn wegen te bereiden. Gelijk het bij aardse vorsten gebruikelijk was in die dagen om herauten of wegbereiders vooruit te zenden, wanneer de vorst een stad of landsdeel ging bezoeken, zo moest Johannes de heraut of wegbereider zijn voor vorst Messias. Dat was reeds lang te voren van hem geprofeteerd door Jesaja en Maleachi.

Zo moet ook heden nog in het hart des mensen de Wegbereider Zijn plaatsmakend werk verrichten. Gods volk komt bij de levendmaking als het ware onder de bediening van Johannes, alvorens Christus in hen geopenbaard wordt. Wie Johannes nimmer heeft leren kennen, kent ook Christus niet. Wat wij daarmede dan wel bedoelen? Johannes kwam in zijn profetische bediening met de eis der bekering tot zijn hoorders. Die eis hield in de afbreking en loslating van zonden en ongerechtigheden, en een wezenlijk schuldbesef vanwege de onnoemlijk vele overtredingen van Gods heilige wet.

Niet, dat de mens zichzelf bekeren kan op zaligmakende wijze, maar als redelijk-zedelijk schepsel wordt de mens verantwoordelijk gesteld voor zijn daden; en als die eis der wet maar eens recht verstaan en erkend werd, zou de eis worden tot een smeekgebed, om van de macht der zonde verlost te worden. Immers, dan zou de mens zich niet langer staande kunnen houden tegenover God met de oppervlakkige belijdenis van geestelijk onvermogen. Dan zou de zorgeloosheid en onbekeerlijkheid tot schuld worden voor God, Die door onze zonden zo zwaar beledigd is, en Die met de zonde nimmer gemeenschap kan hebben, uit kracht van Zijn volmaakte deugden. Voor zulk een zondaar wordt het een verloren en afgesneden zaak, want uit de werken der wet zal geen vlees gerechtvaardigd worden voor God.

Bij zulk een overtuiging van schuld en verlorenheid, wordt de weg bereid voor Christus, om Zich door het Evangelie met haar lieflijke nodigingen meer en meer te openbaren. Immers, Johannes sprak niet alleen van de eis tot bekering, maar ook van het Koninkrijk der hemelen, dat nabij gekomen was. Daarmee bedoelde hij de evangeliebediening van het verbond der genade, de opening van het Koninkrijk der hemelen voor degenen die in waarheid en zaligmakend de verzoening van hun zonden leerden zoeken in de persoon en het werk van Jezus, en die Hem door het geloof zouden aannemen tot hun persoonlijke Zaligmaker.

De ware evangelische bekering is plaats makend voor Christus; maar tevens is door het evangelie en door het geloof in Christus, de ziel in staat in de kracht des Geestes te breken met alles, wat in Gods wet verboden is. Wet en Evangelie in onderling verband heeft Johannes gepredikt, tot zegen voor velen. Het zijn bevoorrechte mensen die — ontdekt aan de schuld en de smet der zonde — vatbaar worden gemaakt voor de heenwijzing naar Christus door het Evangelie. En dat te meer, wanneer het de Heere behaagt Zichzelf in Zijn persoon te openbaren, als de enige Naam die onder de hemel gegeven is, door welke wij moeten zalig worden. In de dood van Christus is immers de weg ten leven ontsloten; en in Zijn opstanding ligt de grond van de rechtvaardigmaking. Door het werk des Geestes en het toevluchtnemend geloof uit zichzelf te mogen uitgaan en van zichzelf te mogen afzien, te steunen en te vertrouwen op het werk van Christus, het zijn vruchten van de bediening van Johannes. Niet alleen in zijn tijd, maar nog heden ten dage.

Helaas, het ontdekkend licht is schaars in onze dagen; velen spreken over het Evangelie der genade Gods, zonder ooit waarlijk zondaar voor God te zijn geworden. Vandaar dat het voor zulke mensen nooit een eeuwig wonder is geworden, omdat men nimmer een helwaardig schepsel werd. Ook zijn er mensen die wel hun schuld en verlorenheid bespreken, alsmede de ontsluiting van het eeuwig Evangelie, waarvan Jezus Christus de inhoud is, van wie het echter slechts beschouwende kennis is en geen zaligmakende levenservaring. Hoe zou een ieder zich toch moeten onderzoeken of zijn werk wel waarheid is. De boom zal aan de vrucht gekend moeten worden; en een van de belangrijkste vruchten is de ware verootmoediging voor God en mensen. Het koninkrijk der hemelen bestaat niet in woorden, maar in kracht; en die kracht werd openbaar in de bediening van Johannes. Dat zal ervaren moeten worden in het hart, tot nederwerping der sterkten, die zich in onze harten verheffen tegen de heerschappij van Christus, Die gekomen is om te zoeken en zalig te maken v/at verloren is, en Die niet gekomen is om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering. Gelukkig de mens die niet kan rusten buiten

de bewuste geloofsvereniging met Christus. We hebben een Borg nodig voor onze schuld en moeten met God verzoend worden door de dood van Zijn Zoon. De grondslag van onze zaligheid kan niet gelegen zijn in wat ons gevoel ons zegt. De grond der zaligheid ligt in Christus, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegdraagt. Johannes wees van zichzelf af; hij was de Christus niet, hij was Zijn wegbereider. Het schepsel valt er buiten, en God in Christus zal alleen de lof en eer ontvangen voor alles wat gedaan is, om de uitverkorenen zalig te maken naar het welbehagen des Vaders, dat door de hand des Middelaars gelukkig zal voortgaan.

Rotterdam-Z

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 1960

De Saambinder | 4 Pagina's

De wegbereider des Heeren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 1960

De Saambinder | 4 Pagina's