Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bestrijding van de kinderdoop 8

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bestrijding van de kinderdoop 8

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij het nagaan van de geschiedenis der anabaptisten of wederdopers blijkt, dat zij eerst wel rustig waren in hun optreden. Maar later werden zij fanatieke dwepers en zijn zodoende een groot gevaar geweest voor de doorwerking van de Reformatie.

Hun beginsel was, dat zij de enige ware gelovigen waren. En zelfs in 1961 is dit beginsel bij de wederdopers nog niet uitgestorven. In de dagen der Reformatie grepen de wederdopers naar geweld en werden revolutionair. Denk maar aan de geestdrijver Jan van Leiden, die in Munster een goddeloos schrikbewind uitoefende. Dit was niet alleen een revolutionaire openbaring, maar ook een antinomiaanse doorvloeiing. En dit laatste mogen wij in onze dagen ook wel eens bestuderen. In wat een ellende kan men komen als het geestelijke overgaat tot een goddeloze vleselijke uitleving. Ik heb daar in mijn leven voorbeelden van gezien en meegemaakt, die mij nog doen huiveren. Laten wij daar ook in onze gemeenten toch vooral op letten. Anders werken wij er zelf aan mede, dat men ons als „dopers" gaat betitelen. En dan kunnen wij wel zeggen, dat dit allemaal vijandschap is, maar wij staan in deze wel zeer verantwoordelijk. Ja, het is wel zeer te prijzen dat wij goed op de dogmatiek acht geven, maar de etiek mag ook niet worden vergeten. Het zal een weldaad zijn als men ook in onze dagen nog opkomen mag tegen dit gevaarlijke antinomianisme.

Het is de verdienste geweest van Menno Simons, die de verstrooide dopersen weer verenigde, dat hij deze groep afkerig maakte van optreden met geweld en onzedelijke handelingen. Daarin wil ik hem objektief bezien als een doopsgezind voorman. Zijn volgelingen in Holland en andere landen, zelfs in Amerika, werden mennonieten genoemd. Het Zou te uitgebreid worden als ik in dit artikel ging schrijven hoevele soorten mennonieten er in Amerika zijn. D.V. hoop ik dit later wel eens te doen.

Hoogst waarschijnlijk is Menno Simons in het jaar 1496 te Witmarsum in Friesland geboren. Eigenaardig, dat ook de geschiedschrijvers van de doopsgezinden zelfs zijn geboortejaar en -dag niet weten. Wel is bekend, dat hij in 1524 rooms priester was te Pingjum in Friesland. Hij kreeg moeilijkheden over het leerstuk van de transsubstantiatie, dat door de roomse kerk wordt voorgestaan. In die dagen kreeg hij een exemplaar van het Nieuwe Testament in handen, en wel een vertaling van de hand van Dr. Maarten Luther. Volgens zijn eigen getuigenis werden door het lezen van het Nieuwe Testament zijn ogen geopend voor de roomse dwaling inzake de mis.

In het begin van 1531 begon hij te twijfelen aan de juistheid van de kinderdoop. De bijzondere aanleiding daartoe was het onthoofden van Sicke Freerks op 5 maart 1531 te Leeuwarden, die als martelaar stierf omdat hij wederdoper was. Dit bracht hem tot onderzoek. Hij brak met de kerk van Rome, welke hij thans ook als valse kerk zag. Januari 1536 werd voor hem een mijlpaal in zijn leven: hij werd openlijk wederdoper. Het grote „Babel" werd door hem verlaten en hij trok „Jeruzalem" binnen. De dopersen leefden in de verwachting van de zeer spoedige komst van het Koninkrijk Gods. En daarom wilden zij geen kerk stichten. Zodoende hadden ze in die tijd ook geen predikanten. Ieder, die door de Geest van God werd bearbeid, mocht aan de hand van de Schrift zijn ervaringen vertellen. Maar alleen hij mocht tot de gemeenschap behoren, die kon vertellen dat hij een ander leven had ontvangen. Doch hun ervaringen werden niet altijd aan Gods Woord getoetst; vaak sprak men van dromen en gezichten. En aan de zogenaamd „bekeerde" werd dan de Heilige Doop bediend. Welnu, van deze groep dopersen is Menno Simons gedurende vele jaren de leider geweest. Door zijn leiding kwam er enige ordening onder deze opgejaagde mensen.

Hij werd „oudste" genoemd en reisde steeds de doopsgezinde gemeenten rond, predikende en de sakramenten bedienende. Ook stelde hij het verkiezen van ambtsdragers in de gemeenten in en op zijn manier werden ook de aanstaande leraars onderwezen. Toch was ook deze leider en organisator van de doopsgezinde gemeenten afkerig van een wetenschappelijke opleiding van de leraren der gemeenten. Dit was het typisch doperse standpunt. In een volgend artikel wensen wij daar nog een weinig nader op in te gaan, vooral met het oog daarop, dat men uit een zekere hoek, en niet altijd geheel ten onrechte, beschuldigingen van een „doperse zienswijze" uit, als bestaande ook in onze dagen, ook bulten de kring der doopsgezinde gemeenten.

Genemuiden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 1961

De Saambinder | 4 Pagina's

De bestrijding van de kinderdoop 8

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 1961

De Saambinder | 4 Pagina's