OBADJA 26

Al dat onrecht, de waarheid en haar belijders aangedaan, zal de Heere bezoeken met de roede Zijner verbolgenheid, want de Heere haat het kwade en heeft gerechtigheid lief. Als de Rechter der ganse aarde zal God recht doen aan hen, die onrecht moeten lijden, vooral als dat onrecht voortkomt uit vijandschap tegen God en Zijn Woord. Daaruit kunnen wij leren, dat het heel erg is, als bijvoorbeeld in één gezin haat is ontstaan van de ene broeder tegen de andere. Als wangunst en naijver heerst, als het vertrouwen geschokt is, als zelfs de banden des bloeds niet meer spreken, en men de wrevel en de haat zelfs voor 'buitenstaanders niet meer verbergen kan.

Als de «naaste bloedverwanten elkaar niet meer kunnen uitstaan, en het haast zelfs op elkanders ondergang gaan toeleggen, dan is dat tot een ondragelijke smart voor de ouders, vooral voor de moeder, en dat heeft Rebekka toch moeten doormaken. Zij werd zelfs genoodzaakt Jakob weg te zenden naar Paddan Aram, en zij heeft hem op aarde nimmer weergezien.

Hoe bitter waren ook voor haar de gevolgen van het gepleegde bedrog om Jakob te helpen aan de verkrijging van de aartsvaderlijke zegen. Dat mocht voor ons allen een waarschuwing zijn. Vooral als broedertwist en - nijd voortvloeit uit vijandschap tegen God en Zijn soevereine wil. Jakob was met al zijn zonden en gebreken iemand, die lag onder de beloften van het genadeverbond, en dat wist Ezau heel goed, even zo goed als Kaïn dat wist van zijn broeder Abel. Ezau haatte er een, die God hef had, en daarom haatte Ezau eigenlijk de Heere Zelf. En deze treurige zaak heeft zich in de loop der tijden telkens herhaald. De Heere Jezus heeft dan ook Zelf gezegd: „Ik 'ben niet gekomen om vrede te 'brengen op de aarde, maar het zwaard, en eens mans huisgenoten zullen zijn vijanden zijn". Natuur en genade zal nimmer te vereenzelvigen 'Zijn, licht en duisternis zal altijd tegenover ei& ander blijven staan. Maar niettemin is het een weldaad, als er nog zoveel beslag op het geweten mag gelegd warden, dat natuurlijke en begenadigde mensen met elkander door het leven kunnen 'gaan zonder haat en vijandschap. Ook de uitwendige voorrechten, vloeiend Voor Jakob uit de zegen van Izak, wekten de jaloezie van Ezau op. Ook 'uitwendige voorspoed kan onder 'broeders van hetzelfde huisgezin een grote naijver verwekken. In plaats van het elkaar hartelijk te gunnen, gaat men elkander benijden en verdenken.

Er is al wat ellende 'door ontstaan in vele families, ais de een wat meer voorspoed heeft dan de ander. En toch zou de broederband juist moeten uitwerken, dat men elkaar steunde en hielp in de strijd om het toestaan. Helaas, de verdorvenheid van het menselijk bestaan heeft zich op velerlei wij'ze geopenbaard, tot moeite en verdriet is de 'gevallen mens geboren. Maar God neemt het toch op voor de Zijnen, en zal het hun aangedane onrecht wreken op Zijn tijd en wijze. Zelfs al doet dat volk van God het soms ook wel geheel  verkeerd, en 'al'zijn ze ook zelf schuldig, en al moeten zij ook zelf vaak lijden door eigen schuld, 'toch staan zij onder de bescherming Gods, niet om waardigheid in hen, maar om Zijns groten Naams wil, opdat die verheerlijkt worden zal. Mag de Heere, de Bezitter en Eigenaar van al wat leeft, en vooral van de redelijk-zedelijike schepselen, niet met 'het Zijne doen wat Hem behaagt?

Rotterdam-Z

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen